(reclame)

 

2013

FIFTIES FEVER
Eindhoven, 2 november 2013


Verslag: Jiving Walter/ foto's: Anne-Mie

Ik ondervind het regelmatig: een afspraak maken met vrienden om een optreden bij te wonen... tot het zover is. Eenmaal de geplande dag aangebroken haken ze één voor één af, heel menselijk maar soms wel vervelend. Met twee koppels togen we naar Eindhoven, zaal de Effenaar, om een dansavond bij te wonen op touw gezet door Radio Modern. Het valt niet te ontkennen dat dankzij dit genootschap de rock ‘n’ roll en dan in hoofdzaak de jive een flinke duw heeft gekregen. Ze hebben onlangs hun 7de verjaardag gevierd en bij deze gelegenheid wil ik ze dan ook van harte gelukwensen. Hopelijk gaan ze nog vele jaren mee en krijgen ze ook vaste grond in Nederland, waaraan ik niet twijfel.

Aangekomen in Eindhoven hadden we met parkeerproblomen te kampen. Alle parkings waren bezet omdat overal in de stad halloween jolen plaatsvonden. Bovendien speelde PSV, de voetbalploeg van Eindhoven, op eigen veld, dus wij maar zoeken.... Toen we de zaal binnentraden merkten we op dat de opkomst helaas heel gering was. Dat was een gunstige gelegenheid voor onze twee vrouwen om zich eens extra te laten vertroetelen door de Modernettes, een groep jonge meiden die de dames een grondige jaren ‘50 optutbeurt geven. En ja, het resultaat mocht er zijn: onze deernen hadden een ware gedaanteverwisseling ondergaan. Dank je wel, Modernettes. Ondertussen had de dansmeester van de club The Boogie Academy de leiding van de avond op zich genomen en leerde ons de swing dance aan. Als je zelf gewoon bent je eigen pasjes te zetten valt een nieuwe benadering heus niet mee, dus hield ik het halfweg voor bekeken. Onze leraar was best grappig en kon het niet laten te gekscheren met de Belgen, moppen waar ik best wel mee om kon lachen, hoewel de meeste clichés tot de draad versleten waren.


DJ At: even oud als de plaatjes die hij draait!

At's Crazy Record Hop, de muziekverzorger van dienst en tevens gastheer, prees allereerst de verdiensten van Radio Modern en gaf het publiek de raad om zeker de Roma in Antwerpen te bezoeken, het Mekka van de jive, wat wij natuurlijk reeds lang wisten.


Fifties Fever

Onderwijl had de groep Fifties Fever zich opgesteld: twee vrouwen van wie één aan de drums, wat al heel ongewoon oogt, en de andere aan de piano, drie mannen op sax, contrabas en gitaar. Als de sax meespeelt is voor mij de helft van het optreden al geslaagd. Ze spelen de klassiekers, maar deze bezetting is één brok dynamiet en dat is het minste wat je kan zeggen, vooral de vrouw aan de piano die eigenlijk de hoofdrol uitmaakt. Als een bezeten leeuwin zowel qua stem als gebaren gaat ze op het orgel tekeer. Nu weet ik wel dat rock ‘n’ roll wilde muziek is, maar deze vrouw doet dat in het kwadraat: liedjes als Dynamite van Brenda Lee of Wild One van Jerry Lee Lewis zijn haar op de buik geschreven. Een vrouw waar je beter een kopje koffie mee kunt drinken in plaats van er mee te redetwisten! Een lekker nummer vond ik Yaki Taki Oowah oftewel Right Around The Corner, een doo-wopper van The Five Royals uit 1955 hier vooral bekend door de cover uit 1985 van de Nederlandse groep de Gigantjes oftewel The Little Giants. Shakin’ All Over van Johnny Kidd & the Pirates werd door de zangeres een beetje halloween-achtig opgevoerd met rillingen en diepe zuchten. Instrumentals als Tequila, Misirlou en Wipe Out klonken pittig. Bij Speedy Gonzales werden mensen op de beun geroepen en kregen ze een sombrero opgezet. Eventjes een mambo ertussen geflanst met Sway en het schouwspel was volledig. Ondertussen was de vermaakzaal volgestroomd met nieuwgierigen. Ik zag dat Atjes neus krolde. Om 12 uur middernacht verlieten we wegens dringende omstandigheden de dansruimte, nog eventjes de handjes geschud van onze geliefkoosde groevenbespeler Atje en zijn vrouwtje. Helaas was de avond te kort voor ons, maar hij kreeg wel een origineel slot vermits de groep haar doening had beëindigd met Kom Van Dat Dak Af van Peter Koelewijn. Overbodig, vermits de roof door dat wild geraas al lang was weggeblazen.

Fifties Fever: 'Miss Dynamite'?

naar boven

MICHAEL CURLY'S ROCK 'N' ROLL BAND
Gierle (B), 15 septemberi 2013


Verslag: Jiving Walter/ foto's: Anne-Mie

Deze keer kon ik het niet beter treffen: een rock ‘n’ roll optreden op 5 km van je deur en dan nog op een zondagnamiddag. Wat verlang je nog meer? Ditmaal wou ik toch eens een vertoning bijwonen van een groep uit eigen streek, Michael Curly’s Rock ‘n’ Roll Band afkomstig van Lille. Nee, geen rockabillies of jivers, maar gewone 60-plussers die de muziek van de jaren ‘50 nog lang niet zijn vergeten. Meestal toeren ze rond in de Kempen met veel welgang, en ja, ze hebben hun eigen publiek van oudere luitjes die rock ‘n’ roll nog steeds met veel liefde koesteren. Het doet me goed te zien dat meer bedaagde mensen, 50- en 60-plussers, niet achter de haard blijven zitten maar buiten komen en dansen. Al zijn dat wel meestal vrouwen! Waar blijven die mannen zeg? Of kunnen die alleen nog maar pintelieren? Nu was ik er wel een beetje voor beducht om daarheen te vertrekken, omdat je in een Vlaams dorp niet altijd weet hoe ze je manier van dansen opnemen. Veel jonge omstaanders kennen geen rock ‘n’ roll meer en zijn niet vertrouwd met dat zwaaien en zwieren. Sedert een paar maanden doe ik opnieuw wat acrobatie (jitterbug) met mijn dochter en dan heb je veel ruimte nodig zowel op de dansvloer als in de lucht, dus wacht ik steeds op een dood moment dat de deel (vloer) leeg is om me lekker uit te leven. Twee mogelijkheden: ofwel bekijken de toeschouwers je minachtend omdat ze het pure aanstellerij vinden, ofwel krijg je vriendelijke blikken toegeworpen en schouderklopjes van vriendelijke mensen die je vertellen dat je hun tijd helemaal doet herleven. Dit keer waren we goed terechtgekomen: een gezellige kneip, een lieftallig publiek maar vooral een ongelooflijk sympathieke band. We waren daar de gangmakers geweest, hadden de boel dus op gang getrokken, wat de muzikanten echt waardeerden, want elke groep heeft immers graag dat er wordt gedanst en dat brengt sfeer.


Walter vond Michael Curly blijkbaar zo goed dat hij ze nog een keer is gaan kijken:
deze fotos dateren van een ander optreden op 20 oktober!

Michael Curly’s Rock ‘n’ Roll Band was jaren geleden opgericht door voortrekker Michel Cuylaerts, die ook wel eens de zingende brouwer werd genoemd omdat hij een brouwerij uitbaatte. Het is een gemoedelijke volkse band die het publiek aanspreekt en waarbij je je onmiddellijk op je gemak voelt door hun snaakse grappen. Zo vertelde de hoofdzanger dat wanneer je de naam Creedence Clearwater Revival in één trek kon uitspreken tijdens een ademtest je geheid mocht doorrijden, en dat hij ongetwijfeld drie weken op ziekenkas zou worden gezet na het dansen van een jitterbug. De speellijst van de band beslaat de periode 1955 tot 1970, maar de jaren ’50 komen ruimschoots aan bod en latere nummers zoals Half A Boy And Half A Man van Nick Lowe, Walk Of Life van Dire Straits of Rock ‘n’ Roll Is King van ELO zijn hoegenaamd niet storend en swingen lekker. Een lied waarvan ik echt genoot was Cosy van The Shadows, prachtig gespeeld. Ook Eenzaam Zonder Jou van Will Tura mocht er best wezen.
Het was een gezellige middag waarbij ik mijn turnoefeningen weeral had gehad. Wie zei er weer dat rock ‘n’ roll je jong houdt?



naar boven


THE WIENERS
Helmond, 28 juli 2013


Verslag: Jiving Walter/ foto's: Anne-Mie


The Wieners

Het was weer een wijltje geleden dat we nog eens een optreden hadden meegemaakt en dan begint het bij mij onweerstaanbaar te kittelen om er op uit te trekken. Ditmaal waren we neergestreken in Helmond naar aanleiding van de Kasteellaan feesten. Op het programma stond The Wieners, een naam die me altijd doet denken aan Tiroler muziek met dikke Duitsers met in de hand een bierpul. Maar omdat ik deze heren meermaals had gezien wist ik dat we niet bedrogen konden worden. Er was een beun (nvdr.: podium) opgericht langs de vaart aan de tegenoverzijde van café De Kei. De zon scheen heerlijk en in het kanaal spoten de fonteinen bruisend op. De straat was afgezet en er heerste een kermissfeer, dus enkel voetgangers die langskwamen. Op het terras dat langzaam volliep heerste een gezellige drukte met meestal vijftigers. The Wieners spelen de klassiekers van de bekende sterren uit de jaren ’50: voor een lekenpubliek - en daarmee bedoel ik de oudere lui die vroeger naar Toppers Voor Tieners van Lutgard Simoens of de Muziekparade van Radio Luxemburg of Top Of Flop van Herman Stock luisterden - zijn zij de ideale band. Nummers die iedereen kent zijn altijd geliefd, en zo hoorde ik vele nummers van Buddy Holly en The Everly Brothers. Deze laatste kenmerken trouwens het thema dit jaar. The Wieners lieten ook de country ‘n’ western niet links liggen: nummers van George Jones en Hank Williams passeerden rimpelloos de revue. Ik wil ook niet blijven steken in de jaren ‘50 en daarom konden nummers als Looking Out My Back Door van CCR, What Goes On van Ringo Starr of Eight Days A Week van The Beatles mij best behagen. Laten wij niet vergeten dat de rock ‘n’ roll generatie van de jaren ‘50 ondertussen al wel gemiddeld 70 jaar is en die mensen zie je nog zelden bij optredens. Ik bedoel daarmee dat de oudere uitgaande bevolkingsgroep nu mensen zijn die jong waren in de jaren ‘60 en dus de opkomst van The Beatles hebben meegemaakt. En ja, waarom geen vrolijk nummertje ten berde gebracht van The Blue Diamonds met Ramona, een meezinger die iedereen kent? The Wieners werden ooit uitgeroepen tot de beste groep tijdens het Rock ‘n’ Roll Street festival in Terschelling. Deze driekoppige groep heeft een flinke dosis ervaring, ze zijn door de wol geverfd om het maar met een spreuk te zeggen. Bovendien hebben ze krachtige, mooie stemmen, wat niet zo logisch is. Het is niet voor niets dat ze overal gunstige bijspraak krijgen en terecht. Ze hebben rechtstreeks contact met hun publiek en iedereen mag verzoeknummertjes indienen. Ook kunnen ze mensen loftuitingen geven als iemand een leuk dansje doet. Ik heb een poosje met deze mannen gepraat en het zijn sympatieke knullen. Van humor zijn ze ook niet verstoken: zo verkocht een lid van de groep naamkaartjes voor 5 euro en de CD werd er gratis bijgevoegd. Het publiek daarentegen vond ik nogal flets, niemand die danste of amper juichte. Begrijpelijk, het waren gewoon dagjesmensen die genoeglijk met elkaar wilden keuvelen en de groep als achtergrondmuziek beschouwden, waar natuurlijk niks mis mee is. Maar The Wieners waren in hun sas: deze dag was voor hen een topper omdat het vorig jaar pijpenstelen regende en er geen kat te bespeuren was. Groot was mijn verbijstering bij het vastellen van de tijd. Mijn uurwerk had het laten afweten en stond al een uur stil, toen ik merkte dat het reeds veel later was. De tijd was bij The Wieners inderdaad voorbijgevlogen. Een leuke zondag die weeral in mijn geheugen staat gegrift.

naar boven

LOS VENTURAS
Antwerpen (B), 8 juni 2013

Verslag: Jiving Walter/ foto's: Anne-Mie

Het valt me op dat getrouwde koppels die beide kunnen autorijden het meeste ruzie maken als ze de weg niet vinden of verkeerd staan geparkeerd. Zo hadden we de auto achtergelaten in een ondergrondse parking met een verrekt steile helling waar op- en neergaand verkeer hetzelfde rijvak hadden. Je moest dus bij het opwaarts rijden in eerste versnelling naar boven sjezen en opletten voor naar beneden bollend gerij. Als je dan halverweg de helling stilvalt omdat er een verkeerde versnelling is gebruikt, vallen er menige onvriendelijke woorden tussen de twee partners.



Surfmuziek is altijd één van mijn stokpaardjes geweest. De sport zelf is enorm boeiend en eist veel evenwichtsgevoel. Echte kunstenaars, die brandingrijders. De muziek maakte zijn opgang tussen 1963 en 1965. Ik heb mij altijd aangetrokken gevoeld tot water en daarom hou ik van deze sound, waar tevens de zon en het strand zijn in verwerkt. Het zijn zomerklanken die je ver weg laten dromen. Guitaarriffen zetten de aanrollende wellen nog eens extra in de verf. Ditmaal was er een optreden aangekondigd van onze eigen inheemse groep Los Venturas die voor mij op dit vlak toch één van de betere in de Benelux is. De gebeurtenis geschiedde in café De Kleine Hedonist te Antwerpen. Als jullie weten dat een hedonist het genot als allerhoogste levensdoel stelt, kon deze avond niet mislukken, en terecht. De groepsleden, gekleed in Hawaiiaanse hemdjes, waren gekomen om hun nieuwe, zesde uitbrengst Paisley Beach aan het publiek voor te stellen. Volgens wat ik had gelezen waren deze jongens jaren geleden eerst gestart met loutere naspeelversies van ouwe surfnummers van de vroege jaren ’60, maar stilaan groeide hun stijl en voerden ze allengs andere stijlen in op hun speellijst. We vermelden hier ska, boogaloo (ook wel eens latin soul genoemd), freakbeat, reggae enz. Ik als ouwe, behoudende rot verkies liever de oorspronkelijke uitvoeringen, maar inderdaad, een mens moet zich openstellen en zolang er niet te veel wordt afgeweken doe ik nog een oogje (of oortje) toe. Bij zulke thema’s, surf dus, mis ik soms wel een tiki decor: een paar surfplanken in een hoek of een video op de achtergrond dragen al veel toe bij de sfeer. Het eerste nummer, Beach Bunny, begon met de intro van The Beach Boys’ Surfin’ USA en klinkt lustig. Surfer’s Mood is rustig, waar je de kalme oceaan hoort aanrollen. Mr Rebel van Eddie & the Showmen wordt hier op een ska wijze opgevoerd. What About Uranus brengt je in een ruimte-stemming met buitenaardse wezens, met tussendoor bijspraak van het lanceringsstation in Cape Canaveral. On A Market In Beirut klinkt natuurlijk oosters, terwijl Mathar met sitargeluid dan weer Indisch aandoet. Caravan, een stokoude jazz standaard uit 1936 en ooit nog uitgevoerd door Duke Ellington, kwam ook aan de beurt. Andere deunen zoals Groove kenmerkten zich door een drumsolo, en Bubamara hoorde Russisch aan, net een kozakkendans. Samengevat kan ik zeggen dat ik aangenaam verrast was. De leden spelen goed op elkaar in en overtroeven elkaar niet. Je hoort duidelijk wat ze voortbrengen, in tegenstelling tot veel liefhebberige surfbandjes die er maar op los rammen. Je merkt bij Los Venturas onmiddellijk dat je met beroepslui te doen hebt. De ziel van de surf hebben ze bewaard, hoewel ik het moeilijk had met de psychedelische wah-wah effecten. De samengang van oosterse en westerse invloeden in hun eigen instrumentals zijn prachtig neergezet en volgens mij hebben ze nog veel in hun mars: puik werk, jongens.



Na het optreden nam de platenruiter een goede start met Little Sister van Elvis, maar daarna was de kous af en belandde hij een beetje in een moeras met onbekende funkmuziek. Ook werd tegelijkertijd een video op de muur afgestraald met dronkaards, vechtjassen, kortom één brok onnodig geweld, waarvoor ik bedank. Dan liever surfers, glijdend door een pipeline. Tijd dus om op te stappen. Huiswaarts in de wagen hadden we afgestemd op zender Minerva die ons goeie ouwe Cliff Richard voorschotelde met Spanish Harlem, een goed tegengif om die geweldfilm weg te spoelen.

naar boven

THE KALISHNIKOVS
Eindhoven, 4 mei 2013

Verslag: Jiving Walter/ foto's: Anne-Mie

Als je reeds jarenlang vertoeft in het rock ‘n’ roll milieu ken je stilaan het klappen van de zweep en draag je je outfit volgens het onderwerp van de avond. De mens is een kuddedier en behoort graag bij de groep, juist door zijn kledij. Bij mij is dat eveneens het geval. Zo bezit ik een plunje voor rockabilly avonden, surf groepen, jive groepen, big band enzovoort. Ja, de rock ‘n’ roll winkels hebben al flink aan mij verdiend. Deze avond waren we te gast in Eindhoven in zaal de Effenaar. Het was weer een organisatie van Radio Modern, die nu ook in Nederland vaste voet begint te krijgen, met de hulp van de plaatselijke dansscholen. We zijn tegenwoordig genoodzaakt ons heil in Nederland te gaan zoeken omdat bij de meeste opvoeringen van Radio Modern in Vlaanderen de zalen reeds twee weken op voorhand zijn uitverkocht. De gebruikelijke formule slaat ook bij onze noorderburen aan. Op het podium stonden The Kalishnikovs. Ik vond dat nogal een vreemde naam en dacht eerst aan de vuurwapens die ze misschien gebruikten bij overvallen, maar de oorsprong kwam uit een gans andere hoek. Vader Vaslav Kalishnikov, een Rus, was trompetist in een circusband, maar werd krijgsgevangen genomen tijdens de eerste wereldoorlog. Hij slaagde erin te ontsnappen en belandde in Eindhoven. Daar huwde hij en kreeg acht kinderen, bij wie hij de muziek met de paplepel ingaf. En sommige leden zijn zijn achter-achter-kleinkinderen, vandaar de naam. The Kalishnikovs is een (mini) big band met muziek uit de jaren ‘30 en ’40, eigenlijk lang voor de rock ‘n’ roll, maar daar wel een pijler van. De swing heeft zowel qua dansstijl als muziek de rock ‘n’ roll erg beïnvloed. En ja, ook deze muziek laat je benen flapperen. Je kan gewoon niet blijven stilstaan. Ik had voor deze gelegenheid een wit maffiapak met dito hoed aangetrokken.



De band bracht onder meer nummers als Woodchopper's Ball van Woody Herman (een stevige jive), Can I Come In For A Second van mister Nat King Cole (een man-vrouw duet in een rustig lustig tempo), One O'Clock Jump van Count Basie (een stevige swing), The Lip van Louis Prima in een man-vrouw duet, Tain't What You Do van Jimmie Lunceford en Ella Fitzgerald (een shim-sham nummer waarbij heel de zaal in een kring meehuppelde), Basically Blues van Phil Wilson (een rustig wandelritme), Hoodle-Addle van Ray McKinley (rustig lustig) en For You My Love van Nat King Cole, weer in een man-vrouw duet. Veel van deze namen ken ik niet maar het verbaast me telkens opnieuw hoeveel pareltjes van goede muziek destijds zijn gemaakt, die in de loop der jaren door de tijd zijn versluierd. Dank zij deze band komen zij terug aan de oppervlakte. Het ogenblik om dit optreden in te richten was goed gekozen want op 8 mei herdenken we het einde van de tweede wereldoorlog en dan mag big band muziek geenszins ontbreken. The Kalishnikovs hebben onder andere een bezetting van drie saxofoons (alt, tenor en bariton) en drie trompetisten (twee trompetten en één trombone). En als er blaasinstrumenten mee zijn gemoeid is voor mij de helft van de avond al geslaagd. Het was een gezellige drukte en ik mag wel zeggen dat dit toch weer een schot in de roos was: veel dansen en leuke jurken van mooie meiden. Ook de DJ verdient een woord van lof. De echte klassiekers doen het nog steeds: Long Tall Sally van Little Richard, Jailhouse Rock van Elvis, Great Balls Of Fire van Jerry Lee, het blijven topnummers. Zelfs het lied Crazy Little Thing Called Love van Queen mag daar al bijbehoren.



Rond middernacht verlieten we de zaak, waarna we vriendelijk werden begroet door de veiligheidsagenten. Een kroeg daar in die straat die schijnbaar gezellig oogde omdat binnen overal posters hingen van sterren uit vergane jaren (Laurel & Hardy, Elvis, Marilyn Monroe, James Dean) kon ons amper een bakje koffie verschaffen omdat de bar reeds gesloten was. Verschrikkelijk irritante lounge muziek versnelde onze tred naar de uitgang. Voor deze muziek waren we echt al te oud geworden.

naar boven

TOMMY CASH
Leeuwarden, 2 mei 2013

Foto's: Frans van Zijst

Ik was door jullie bericht aanwezig in het Schaaf City Theater in Leeuwarden bij het concert van Tommy Cash, die ik overigens ook al samen met mijn broer en een vriend als enige drie Nederlanders exclusief in 1980 in de Officers Mess van de NCO club van de Amerikaanse soldaten op de vliegbasis Soesterberg had gezien en gehoord. In die NCO club hebben we trouwens ook nog ondermeer Hank Thompson en Del Reeves gezien.
Hierbij enige foto’s van het concert van Tommy Cash in Leeuwarden, die zich de show in Soesterberg speciaal voor de Amerikaanse soldaten en wij drieën nog zeer goed kon herinneren.


Tommy Cash met Kim Wolterink, de zangeres van Def Americans

Tommy Cash, de broer van Johnny Cash


naar boven




ROCKIN’ AROUND TURNHOUT 18
Turnhout (B), 30 en 31 maart 2013

Verslag: Frantic Franky/ Foto’s: www.eyeshootphotographs.be

In 1356 werd Turnhout de hoofdstad van het land van Turnhout, ooit nog de bruidschat van Maria van Brabant. In 1996 werd Turnhout de hoofdstad van de rock ‘n’ roll, want sindsdien palmt Grasshopper vzw (= Belgische rechtspersoon. In Nederland = Vereniging) er elk paasweekend het stadscentrum in. Pasen viel dit jaar vroeg, maar niet vroeg genoeg voor de duizenden rock ‘n’ roll fanaten die vanuit alle hoeken van Europa de weg naar de Kempen vonden voor het muzikale menu voorgeschoteld door Grasshopper: op drie dagen stonden maar liefst 24 bands uit acht landen op diverse locaties in de Turnhoutse binnenstad. Van hieruit bekeken mag het vreemd lijken omdat we Turnhout als een vaststaand gegeven beschouwen, maar het staat wel degelijk op dezelfde hoogte als bijvoorbeeld de grote weekenders in Spanje, en de formule werkt: ik kwam toevallig aan de praat met iemand die vanuit Noorwegen naar Zweden was gereisd, en van daar met vrienden naar Turnhout gereden, oftewel 1400 kilometer voor een weekendje Turnhout.

Jong geleerd is oud gedaan...

Het festival op zaterdagavond is inmiddels een volwaardig festival met vijf bands. Openen is dan altijd moeilijk omdat het publiek nog aan het binnenstromen is, en daarom mochten The Hi-Tombs (NL) de spits afbijten in de foyer en niet in de grote zaal. Personeelswissels sinds ik ze de vorige keer zag: een nieuwe drummer, Henk van Lieshout, afkomstig uit de niet-rock ‘n’ roll band Edelhout maar inmiddels voorzien van een fiks uit de kluiten gewassen kuif, en Junior Marvel op ritmegitaar, alleen zat hij vanavond in Duitsland en stonden The Hi-Tombs dus met drie en niet met vier op het podium. Ik miste die vierde man wel, want zo’n beetje akoestische ritmegitaar ertussen maakt de zaak toch altijd wat mooier en licht verteerbaarder. Met Marvel erbij spelen ze ook wat van zijn nummers, vertelden Fredo Minic (gitaar) en Mike van Lierop (contrabas) me, maar vanavond was het jukebox geblazen met bekende en minder bekende covers als Move Around, Hey Jim, Greenback Dollar, Crazy Baby en Little Jewel. En meer moet dat niet zijn als je de zaal binnenschuift en de eerste verfrissingen nuttigt.


Patrick en Crystal Ouchène

Eerste band in de grote zaal was Crystal Dawn & Runnin’ Wild (B), oftewel vader en dochter Ouchène samen op het podium. Wat vliegt de tijd: wij herinneren ons Patrick Ouchene nog met zijn dochter op zijn arm, nu is ze 20 en staat ze als frontvrouw op het podium, klaargestoomd door papa Patrick. Ik had Crystal al aan het werk gezien als gastzangeres bij Sun tribute band Million Dollar Sunrise waarin Patrick Ouchène de jonge Elvis vertolkt, intussen staat ze een hele set haar, euh, mannetje en heeft ze een mini-CD uit die exact vandaag verscheen, en Rockin’ Around Turnhout was dus zo’n beetje de officieuze CD-release. Runnin’ Wild als band is al 20 jaar actief, kent dus het klappen van de rock ‘n’ roll zweep, en had vandaag Mark Spreckley op contrabas – blijkbaar werken ze al naargelang de beschikbaarheid afwisselend met twee verschillende contrabassisten (de andere is Lenn Dauphin). Crystal is knap om naar te kijken, maakt op het podium soms een timide kinderlijke indruk (al is dat mogelijk een act, je moet jezelf bij gebrek aan een instrument in je handen nu eenmaal een houding geven), maar heeft zeker een prima stem, opvallend zwaar voor zo’n jong fragiel poppetje. De muziek alterneerde tussen traditionele deels female rock ‘n’ roll (het duet Jackson, Mean Mean Man met veel distortie op de gitaar, Up Above My Head, It Doesn’t Matter Anymore met drummer Koen Verbeek op tweede stem) en moderner spul, en de overgang daartussen was hoorbaar in een nummer als Rock Boppin’ Baby in de female versie van The Collins Kids. De modernere stuff is nog steeds rock ‘n’ roll maar zwaarder en scherper, met invloed van glamrock (What A Way To Die uit 1966 van The Pleasure Seekers, het eerste en all female bandje van de latere Suzi Quatro) en meer effect op de gitaar, soms in de richting van een Imelda May. De set was ten zeerste gevarieerd, iets wat ondergetekende steeds waardeert, met de opgewekte eigen song I’m So Lonely, Etta James’ ballade All I Could Do Was Cry uit 1960, de geinige driestemmige doo-wopper Gee Oh Gosh, het Franstalige doch geweldige L’Homme A La Moto (origineel van The Cheers uit 1955, dit is de Franse versie van – jawel – Edith Piaf van een jaar later) en de stevige Iggy & the Stooges cover Search And Destroy, voorzien van een King Creole-achtige intro. Talent te over, en we hopen dat dat gevoed zal worden. Alsof het publiek nu nog niet genoeg was opgewarmd werd de set van Crystal & Runnin’ Wild afgesloten met een vuurspuwer op het podium: het had absoluut niets met de muziek te maken, maar spectaculair was het zeker!

Vuurspuwer Fred Furi bij Crystal & Runnin' Wild

En hoe zit dat nu met die Original Houserockers (GB)? Dat zit dus zo: The Houserockers bestaan intussen 14 jaar (even lang als Rob Glazebrook’s vorige band The Playboys bestond), en The Original Houserockers is de originele bezetting met Glazebrook, contrabassist Wayne Hopkins en drummer Mark Spreckley die de eerste drie albums van The Houserockers opnamen, waarbij het hielp dat Spreckley intussen al jaren in België woont. Grappig trouwens hoe The Houserockers ontstonden: na een bomaanslag op een gay bar in Soho durfde niemand daar nog optreden, en toen ze dringend een band nodig hadden heeft Glazebrook snel snel deze Houserockers in elkaar gebokst. Dat verhaal moet u ‘em maar eens vragen. De set bestond terecht uit nummers van die eerste drie platen en je kon ze netjes opsommen. De stijl is al die jaren onveranderd gebleven: rauwe rock ‘n’ roll op het scherp van de snee, eigen interpretaties van vooral minder bekende covers, waarbij ik graag wil opmerken dat Glazebrooke mijns inziens een van de mensen die is die het grootste repertoire uit zijn mouw kan schudden. Oude heren die uit de bol gaan, maar ik blijf het een sterke band vinden.

Rob Glazebrook van The Original Houserockers

Wat ook het minste is dat je van James Intveld (USA, doch geboren in Nederland) kan zeggen, zij het in een heel ander genre: Intveld grossiert in een soortement countryrock, steeds melodieus, soms rockend, maar immer retestrak, zeker omdat Intveld hier met zijn reguliere Amerikaanse band op het podium stond. Veel relatief onbekende covers (Modern Don Juan van Buddy Holly), veel medium tempo songs (Blue Blue Day, Stop The World And Let Me Off) doorspekt met een paar rockers als Rocky Road Blues, Mona Lisa of Polk Salad Annie, en een verrassend genoeg uptempo Home Of The Blues. Intveld mag dan al tegen de 55 lopen, hij heeft nog steeds de souplesse van een luipaard: als hij zijn akoestische gitaar aflegt voor Relentless (uit de film The Loveless) zijn zijn podiummoves onevenaarbaar. De man kan op een trouwe schare fans rekenen (eentje was zelfs speciaal uit Engeland overgekomen om hier op de eerste rij te staan), en het blijft aandoenlijk om te zien hoe zijn Nederlandse familie steevast van de partij is: je ziet niet elke dag een Amerikaans artiest vanop het podium dag zeggen tegen zijn tantetje. Bis werd een medley van King Cry-Baby en Doin’ Time For Bein’ Young uit de film Cry-Baby waarvoor Intveld de vocalen inzong voor Johnny Depp. Relaxte countryrock met genoeg rock ‘n’ roll: wij krijgen er niet genoeg van. En hij droeg het mooiste pak dat we op deze Rockin’ Around Turnhout zagen.

James Intvelt: het mooiste pak

Als afsluiter stond een Brits trio op het podium dat al op zowat elk festival in Europa speelde, The Excellos, waarvan ik links en rechts afwijkende bezettingen lees, maar vanavond waren The Excellos Craig Shaw (vocals), Adam Wakefield (contrabas) en Evan Jenkins (drums). Nu hoor ik even graag een bluesbopper als eenieder, maar hun muziek had mijns inziens weinig met fifties rock ‘n’ roll doch alles met sixties rhythm ‘n’ blues te maken. Okee, het is grappig om een vierkante gitaar te zien (Bo Diddley, denk je dan), maar een vierkante contrabas gemaakt uit een kruising tussen een valies en een flightcase had ik nog nooit gezien, en okee, ik heb sympathie voor dat soort huis-, tuin- en keukenvlijt, maar uiteindelijk was dit de helft van de tijd niet meer dan drums, één gitaar en één mondharmonica – halfweg de set werd die mondharmonica ingeruild voor een reguliere gitaar en maakte de vierkante gitaar plaats voor die vierkante contrabas. En moet nu alles echt zo ontzettend hard en vervormd staan? Ik kon nauwelijks Mellow Down Easy, I Got Love If You Want It en I Just Wanna Make Love To You herkennen. Het zal wel aan mij liggen, zeker? Wenkbrauwfronsende verrassing: Black Betty van hardrock band Ram Jam, maar teruggaand tot bluesmuzikant Lead Belly midden jaren ’30.


Adam Wakefield van The Excellos en zijn vierkante contrabas

De geneugten van het vaderschap: ik lag om half vier in mijn bed, en om half zeven (de klok diende die nacht een uur vooruit gezet dus eigenlijk was het half zes) stond een twee jaar oud knulletje op mijn bed te springen opdat papa met hem zou komen spelen. Gelukkig kon ik me ’s middags nog enkele uurtjes afkappen teneinde om vier uur des namiddags min of meer levend bij Dollar Bill te staan, de Britse one-man-band die de indoor fifties rommelmarkt opvrolijkte. Ook dit was rhythm ‘n’ blues, maar wat een verschil met gisterennacht: een acceptabel volume en een mooi geluid, meer moest dat niet zijn om zijn uit de aard der dingen toch enigszins monotone en repetitieve stijl te relativeren, zodat ik best kon genieten. Misschien ligt het dus toch niet aan mij?


Niet gezien, wel gekiekt door Marc Van Wolvelaer: The Spunyboys (F)


Niet gezien, wel gekiekt door Marc Van Wolvelaer: The Booze Bombs (D)

Waarna om acht uur het gebruikelijke strijdgewoel losbarste in de Turnhoutse cafés. Na al die jaren ben ik tot de constaclusie gekomen dat de enige echte manier om bands te bekijken op Rockin’ Around Turnhout erin bestaat op voorhand een plan de campagne uit te werken en vòòr het einde van een set het café te verlaten om alvast een fatsoenlijk plaatsje te bemachtigen in je volgende halte. Alleen lukt mij dat nooit omdat ik onderweg altijd vrienden en bekenden tegenkom. Met andere woorden: wegens teveel volk niet gezien maar enkel gehoord dan wel niet in de kroeg binnengeraakt of de band enkel door het raam gezien: de als trio zonder mondharmonica comebackende Hometown Gamblers (B, iemand bekloeg zich tegen mij dat ze geen enkel maar dan ook geen énkel Hometown Gamblers nummer speelden – als dat inderdaad al zou kloppen, wat ik ten zeerste betwijfel, dien ik u er toch opmerkzaam op te maken dat ik daar in het geheel niets aan kan doen), The Rhumba Kings (B, luid as usual), Arsen Roulette (USA), en Blackberry & Mr Boo Hoo (F). Helemaal niet in de buurt gekomen wegens helemaal on the outskirts van het parcours werkzaam: Ruby Dee & the Snakehandlers (USA) en de baardmensen van The Pine Box Boys (USA). Maar wie hebben we dan wel gezien, vraagt u terecht? Wel, een stukje Smokey & the Bandits, met dank aan Peter Dekker van King Size Trio die me op hen attent maakte. Goeie band met bekende gezichten als Pascal Snijders (zang en akoestische ritmegitaar) en Harold van Lierop (elektrische bas en grote mond) maar in de weer net iets andere setting van de Buck Owens countryrock uit midden jaren ’60, voorbeeldig uitgevoerd door vijf doorgewinterde muzikanten uit de rock ‘n’ roll, de rockabilly en de country. Mooi toch om een pedal steel non stop door de muziek te horen scheuren! Ook van de Kroaten B & the Bops heb ik een flink stuk gezien, met dank aan David Short van Rhythm River Trio (GB) die me op deze band attent maakte. Zijn eigen Rhythm River Trio heb ik dan weer niet gezien. B is Branko Radovancevic, dezelfde van hepcat gezelschap The Mad Men, een band die in mijn herinnering meer dan okee was. B & the Bops vond ik hier en nu minder goed dan op hun Rhythm Bomb CD, al was moeilijk de vinger te leggen op de zere wonde. Eerst denk je dan: Branko heeft in zo’n klein café geen plaats om zijn kunsten te vertonen, maar de bassist liet zich daar niet door weerhouden om zich zover tussen de massa te begeven als zijn kabel toeliet en met zijn elektrische bas overal op te klauteren. Elektrische bas inderdaad, want halfweg werd de contrabas ingeruild voor een gewone elektrisch exemplaar. De nummers klonken er meteen een stuk pompender door. Helaas doch gelukkig voor mij was het podium zo klein dat bij het opzijzetten van de contrabas de kam onderuit schoot en de set noodgedwongen diende afgewerkt met alle songs op elektrische bas. Ik vond dat niet erg.


Mark Spreckley van The Rhumba Kings

Een hele set heb ik gezien bij Jaimy & his Hurricanes (NL), waarvan de promofoto’s heel andere bezettingen tonen dan dewelke op het podium van Café Sorbonne stond. CC Jerome was immers niet van de partij en niet langer deel van de band, wel een andere oude bekende, contrabassist Martijn Ubaghs van The Bellhops. Ik kende Jaimy & his Hurricanes nog niet, maar vond het een hele goeie band met een Fender gitaar die beurtelings twangy en messcherp klonk. Drie pluspunten: gitarist Frans Piepenbrock speelde begin jaren ’80 in The Liberators, als ik me goed herinner een Limburgse bluesabilly band, en speelt die rockabilly nu naar mijns insziens heel fris. Daarnaast heeft Jaimy Weijenberg een rauwe, ongeschaafde stem, die verrassend goed klinkt voor een 19-jarige, en tenslotte speelden ze een aantal van hun songs minder snel dan iedereen tegenwoordig meent te moeten spelen, zoals Slow Down, Breathless en, met elektrische bas, El Camino Real. Daarnaast zijn mij Blue Jeans And A Boy’s Shirt, Blue Days Black Nights en Mystery Train/ Tiger Man bijgebleven. Mohair Sam, ook op elektrische bas, was early ‘60s. Andere nummers kregen dan weer een ander arrangement aangemeten, zoals Let’s Talk About Us, een eigenzinnig Folsom of Big Boss Man (naar mijn smaak echter te lang uitgesponnen). Een aangename ervaring, al klonk er naar het einde van de set toe steeds meer distortion door.


DJ Lawen Stark


Om middernacht in grote zaal De Kuub is er altijd plaats en spelen bijna altijd dezelfde Portugezen: 49 Special mocht er vanavond hun nieuwe CD Barfly voorstellen. Die werd dan ook integraal vertolkt, naast ouder werk met de nadruk op de vorige CD Trails Of Evil. Omdat het een CD voorstelling was en Barfly opgenomen is in België mochten alle gastmuzikanten van de CD vanavond present geven: Koen Geudens speelde piano op Underneath The Texas Heat en Gone Ramblin’ (u kent ‘em misschien niet, maar hij speelde piano op de CD van The Baboons – dat was dus niet Wim De Busser die live bij hen meedoet), Renaud Crols (vroeger al gezien bij Runnin’ Wild) deed zijn vioolding op Barfly, Stop Making Excuses en Untrue en bleek daarna niet meer van het podium af te krijgen, en producer Kris Wouters (ex-Moonshine Reunion) deed backing vocals op Lowdown, Up To Dallas, Can’t Get You Off My Mind en Untrue. Het duurde zeven jaar voor deze vierde release van 49 Special er kwam, maar dat ligt blijkbaar niet aan gebrek aan materiaal, want 49 Special speelde zelfs een nog gloednieuwer nummer dat geeneens op Barfly staat: Bandit For The Midnight Hour stond op hun setlist aangegeven als “mùsica nova (faço letra este fim-de-semana) a contar para o próximo”. De nieuwe CD is heel countryrock, live werd dit rockend genoeg gebracht om nooit te vervelen: alweer een succesvolle missie voor de Portugezen, in België wereldberoemder dan in hun thuisland.


Niet gezien, wel gekiekt door Marc Van Wolvelaer: The Four Aces (F)

Te weinig gezien om een oordeel te vellen: de Luxemburgse rockabilly band Little Roman & the Dirty Cats. Bij The Four Aces (F) en Nico Duportal & his Rhythm Dudes (F) waaide ik binnen toen ze net pauze hadden. Me niet eens bewust dat ze ook speelden: te veel om op te noemen! Met dank aan Marc Van Wolvelaer van www.eyeshootphotographs.be voor de vriendelijke toestemming voor het gebruik van zijn foto’s. We owe you one, Marc!

naar boven

THE KEYTONES
Eindhoven, 10 maart 2013

Verslag: Jiving Walter/ foto's: Sofie


The Keytones

Rock ‘n’ roll kan synoniem zijn van stoerheid, maar bevat nog zoveel meer. Het is ook een symbool van levenslust en romantiek. Ik denk dat ik al deze aspecten in mij koester. Dat is dan ook de reden dat ik vele opzichten van rock ‘n’ roll kan pruimen. Velen spitsen zich toe op uitsluitend één stijl en dat is toch jammer, vooral omdat er zoveel goede muziek in de fifties is gemaakt. The Keytones (GB) echter beantwoorden aan een veelzijdige beschrijving. In mijn jeugdjaren aanvang de jaren ‘60 was ik al gek op highschool rock ‘n’ roll. Jullie weten wel, de stijl van Bobby Vee, Johnny Tillotson, Bobby Rydell enzovoort. Voor sommigen te siroperig, slijmerig, maar voor mij top : violen en zingende vrouwenkoortjes op de achtergrond waren de toevoegsels voor een vrolijke melodie met daarbij een leuk dansbaar ritme. Teenagerfilms als American Graffiti, Grease en zeker Cry Baby van Johnny Depp kan ik nog steeds met vreugde bekijken. In die laatste film heb je de tegenstelling tussen de zogenaamde 'brave' studenten (de squares) en de opstandige rakkers (de drapes). In de jaren ‘50 was je ofwel een afgeborstelde 'deftige' student met een crew cut kapsel, luisterend naar muziek van The Hilltoppers, The Four Aces of The Chordettes, ofwel was je een nozem met vetkuif en een lederen vest, genietend van Elvis of Eddie Cochran. Welnu, ik verkies beide. En dit is de reden dat ik nu naar The Keytones verwijs. Deze driekoppige band had mij met verstomming geslagen omwille van hun gedurfde nummers. Ze speelden rockabilly met liedjes zoals Baby Take Me Back, Shake Your Hips en Rock Billy Boogie van Johnny Burnette, maar... dan kregen we prachtige, schitterende higschool muziek zoals Good Te Be Alive of Foolishly Yours opgediend: meerstemmige songs die je doen dromen van de zomer op een zonnig strand en die je daarvoor nog nooit door een andere band hebt horen spelen. Dan kregen we ook nog Crazy Over You, een doo-wopper, nog een stijl die je zelden wordt aangesneden. Ik hoorde ook Fools Rush In van teenager idool Ricky Nelson en ja, zelfs klassiekers als Mister Sandman (Four Aces) en Volare (Dean Martin), die die stoere binken in de zaal met het tere hartje uit volle borst meezongen. Een inslager was Ma Ma Marie van The Gaylords waarbij de ganse dansvloer in een wip stond gevuld. En ja, beste vrienden, laat ons niet te fanatiek wezen, ook een swingend Can't Buy Me Love van The Beatles kon er nog best bij. Voor wie van afwisseling houdt zijn The Keytones, die al 25 jaar bestaan, een echte aanrader omdat ze gemengde stijlen ten berde brengen, wat toch nog altijd voor een meestal rockabilly minnend publiek niet zo vanzelfsprekend is. Laat ik tot slot vermelden dat The Rambler een gezellige kroeg is. Blij dat deze mensen nog zulke optredens organiseren en de platenruiter zijn beste beentje heeft voorgezet. Bedankt, cats en chicks. Foto's: onze lieve Sofie.


Links Jim Knowler op gitaar en rechts
Jarrod Coombes op leadzang en contrabas

naar boven

FIVE GUYS NAMED JOE, HI-TOMBS
Tilburg, 17 februari 2013

Verslag: Jiving Walter/ foto's: Anne-Mie

Op zondagmiddag 17 februari was er een optreden aangekondigd in café Tribunaal te Tilburg. Gastgroepen waren ditmaal The Hi-Tombs, Five Guys Named Joe en Trash Hombres. De gezellige sfeer in de kneip stak schril af tegen het sombere weer buiten. Gewoonlijk zijn we een tikkeltje vroeger op onze bestemming zodat we zeker een barkruk aan de toog kunnen bemachtigen, want als je de ganse avond rechtstaat, voel je dat wel aan je knoken. Tenminste toch als je de 60 voorbij bent. Voor de gelegenheid had ik me een nieuw paar fifties puntschoenen aangeschaft, maat 45. Ik was beretrots. Als je dan ergens binnenkomt, duurt het een kwartier voordat ze weten dat jij het bent. DJ Gerd draaide toffe muziek, heel afwisselend en swingend. Een pluimpje voor deze man. De eerste groep op de beurtrol waren The Hi-Tombs. Ik ben niet zo beslagen op het vlak van rockabilly maar vond wel dat deze mannen knap werk leverden. Ze zullen eveneens van de partij zijn bij Rockin’ Around Turnhout op zaterdag 30 maart. Het treft mij telkens weer dat het stopwoordje “well” enorm veel wordt gebruikt bij rockabilly.

The Hi-Tombs

De tweede groep van dienst waren Five Guys Named Joe, en het was voor deze mannen dat we waren afgekomen. Ik had ze al meermaals gezien en ben intussen vertrouwd met hun speellijst. Hun stijl is swing, jive en jumpblues, nummers van Louis Jordan, Louis Prima en Big Joe Turner vormen de hoofdmoot. Periode jaren ‘40, begin jaren ‘50 en dan is een saxofoon onmisbaar. Een droevig feit was het ontbreken van pianist Frans die de laatste tijd ernstig sukkelt met zijn gezondheid, en bij deze gelegenheid wens ik hem veel sterkte toe. Een ander feit was dat onlangs contrabassist Eric de groep verlaten had en er snel een vervanger diende te worden gezocht. Gelukkig kon Jacques, die speelt bij de groep The T-Men & Miss Ella, het euvel verhelpen. Bij gemis aan een pianist klonk het geheel een beetje slapper, maar als je de groep kent weet je dat ze de zaal kunnen doen swingen en uit haar voegen barsten. Wat me opviel was de schorre stem van de drummer bij het lied Bim Bam van Sam Butera. Klonk wel negroïde (niet slecht), maar iemand vertelde me dat de man gewoon een beetje verkouden was. Het roken voor het podium zal daar ook wel mee te maken hebben. Ik heb de indruk dat het rookverbod in de tapperijen van Nederland duchtig wordt genegeerd, zelfs al staat er in koeien van letters dat er een rookruimte is voorzien. Als de waard of het personeel achter de toog dit verbod dan ook nog eens aan hun laars lappen kan je dat de bezoekers niet kwalijk nemen. Als dat in andere landen geen probleem is, moet dat toch ook in Nederland mogelijk zijn. Een saffie is misschien gezelliger, maar als niet-roker kom je dan wel thuis met een dichtgeschroefde keel en met je kleren vol smoor. Er zal hierover nog veel geredetwist worden, denk ik.


Five Guys Named Joe

Na het dansen word ik altijd aangesproken en enkele aangeschoten (sympathieke) kerels, klampten me aan. De ene, die uit een punkmidden kwam, had het over het feit dat hij rock ‘n’ roll onlangs had ontdekt en zich daar echt kon in uitleven. Een andere vertelde met fierheid dat hij een jaren ’50 highway patrol wagen had geërfd van zijn oom en daar zeker mee zou verschijnen bij één of ander oldiestreffen. En een derde liet me weten, voortgaande op de T-shirt van Little Richard die ik op dat ogenblik aanhad, dat hij een bluesfan was van Chuck Berry. Ieder had zijn zegje weeral gedaan en om 20 uur reden we naar huis om lekkere pistolets te gaan eten. Het optreden van Trash Hombres hebben we niet meer gezien.


naar boven

SMOKY JOE COMBO
Borgerhout (B), 2 februari 2013

Verslag: Jiving Walter/ foto's: Dagmar


Smoky Joe Combo

Via de Facebook van Radio Modern werden we op tijd verwittigd dat de kaarten voor het optreden van zaterdag 2 februari met de Smoky Joe Combo bijna waren uitverkocht. Zo zie je dat zulke persoonlijke media voordelen bieden. Het is in de Roma in Borgerhout steeds een drukke bedoening: vooreerst dien je tijdig inkomkaarten te bestellen, aan de ingang krijg je dan een armbandje omgeregen, vervolgens stuif je de trap op naar de verplichte vestiaire op de 1e verdieping en dan teen je naar beneden om drankbonnetjes te halen. Je bent dus wel eventjes bezig. Inderdaad: alle inkomtickets waren de deur uit. Logisch, want Radio Modern had gedurende de maand januari wat gas teruggenomen en de paarden op stal gezet. Ik krijg stilaan de indruk dat Radio Modern graag de Franse toer opgaat. Dat zie je goed aan het taalgebruik op hun webstek en ook aan de mensen die ze uitnodigen. Vooreerst kregen we het Franse danskoppel Marty & Miss Dee voorgeschoteld die een uitstekende show weggaven. Daarna volgde de groep Smoky Joe Combo uit Frankrijk. En ik moet eerlijk bekennen, maar dit is mijn mening, dat deze groep mij erg ontgoochelde: veel te jazzy en weinig stootkracht. Kortom, je viel ei zo na niet in slaap. Zulke band hoort niet thuis bij Radio Modern. Eigenlijk zijn ze meer op hun plaats in een rustig bedompt praatcafé. En ja, onze vriend Ben Mouling, de organisator, kon het weer niet laten om op het podium te springen en de muzikanten aan te vullen. Soms stel ik me de vraag of die groepen dat nu echt wel waarderen.

Ook de Franse Lady Flo deed haar duit in het zakje en mij kwam dit alles over als een two men show. Gelukkig kon de Franse DJ Turky de avond nog verlevendigen met knallende fifties muziek en zelfs wat walsjes. Trouwens, voor mij is een DJ even belangrijk als de groep. Je kon tijdens de avond ook aanschuiven aan standjes voor foto’s die dan later op het webblad van Radio Modern werden uitgebracht. Het mocht weer eens lukken dat we aan de verkeerde stand stonden, waar inderdaad kiekjes werden genomen, maar dan wel voor een plaatselijke krant, wat ze ons pas vertelden nadat er reeds een half uur verstreken was. Wij werden daar beleefd afgewimpeld. Aan de overzijde van de zaal hadden we meer bijval bij een opgezette schietstand, waar je werd gefilmd als je schoot. Helaas was het daar drummen geblazen, dus keerden we terug. Ik vermoedde niet dat daar zoveel jagers in spe zouden staan nu er een strengere wapenwet in de maak is.


DJ Turky

Om 1 uur middernacht ging de keet onvermijdelijk dicht en werd je stelselmatig door de zaaltoezichters vriendelijk naar buiten gedreven of geschoven. Een paar klinkende afscheidskussen aan onze vrienden en vriendinnen bezegelden de avond.

naar boven


Lees hier de oudere Rockin' Lifestyle verslagen

Terug naar de voorpagina