(reclame)

 

2016

BEN THOMPSON: ELVIS, I’LL BE HOME FOR CHRISTMAS
Amersfoort, 9 december 2016

Verslag en foto's: Frans van Zijst, All In Produkties, fotopersbureau www.fransvanzijst.nl


De fans van Elvis Presley konden hun geluk niet op want in december waren in ons land liefst twee Elvis kerstshows te zien en te beleven, Christmas With The King met Grahame Patrick (GB) en I'll Be Home For Christmas met Ben Thompson (GB). Aangezien ik tijdens de shows van Grahame Patrick in het buitenland vertoefde koos ik voor de show in de Flint in Amersfoort van Ben Thompson die ik al eerder had meegemaakt en gefotografeerd.



In zijn vette begeleidingsband zat de razendsnelle pianist Darren Green die in eigen shows op weergaloze wijze "The Killer" neerzet. De Elvis kerstklasssiekers zijn bekend en Ben Thompson reeg de kerstliedjes waaronder Blue Christmas en Santa Claus Is Coming To Town moeiteloos aan elkaar. Het rockende element werd niet vergeten want een aantal Elvis hits zorgde ervoor dat de voetjes van de vloer kwamen. Thompson stapte zelfs nog zelf achter de piano om Unchained Melody te vertolken. Voeg daarbij het feit dat hij in drie verschillende kostuums optrad en ook I Believe vertolkte en de avond kon niet meer stuk.


boven

THE STARGAZERS
Mechelen (B), 2 december 2016

Verslag: Jiving Walter/ foto's: Anne-Mie

Het toverachtige aan Radio Modern is dat je bij het binnenkomen de indruk hebt dat de opkomst nogal magertjes is. Draai je je na een kwartiertje even om dan staat de danszaal afgeladen vol. Het is zoals een paardenbloem in bloei die na een stevige bries plots al haar pluisjes in de omgeving verspreidt. En hier herhaalde de geschiedenis zich: iedereen op post voor een optreden van de Britse groep The Stargazers in het Cultureel Centrum van Mechelen. Het CC is een oude kloosterkerk gesticht in 1231 waar de minderbroeders verbleven, met de oude pilaren nog als verre getuige. Het gebouw werd in 1796 gesloopt door de Fransen en daarna gebruikt als kazerne en als opslagplaats voor hooi. Later kreeg het na aanpassing van het dakgebinte zijn huidige bestemming als ontmoetingsoord. De lindyhop-dans uit de jaren ‘20 en ’30 is onder sterke aandrijving van Radio Modern opnieuw onder de aandacht gebracht, geliefd gemaakt en doorgebroken bij het grote publiek, waarvoor mijn loftuiting.



The Stargazers zijn een jivegroep in Bill Haley en Louis Prima stijl ontstaan in de jaren ‘80 in het kielzog van de opkomende rockabilly die al vroeg scoorde met toppers als Groove Baby Groove, Hey Marie, Tossin' And Turnin' en Ain’t Nobody Here But Us Chickens. Vooral de uitstraling van hun prachtige platenhoezen en hun verrukkelijke maatpakken gaven hen een eigen stempel. In 1983 ging elk zijn eigen weg maar ze brachten toch nog singles uit als Go Go Honey en Hello Everybody Jump Around. In 1991 vierden ze hun terugkeer met de LP Back In Orbit en in 2011 werd de CD Epic Rock ‘n’ Roll uitgebracht met al hun successen uit de jaren ‘80. In 2014 verscheen de single Half A Heart/ Boo Hoo Hoo, en dat alles is ook het merendeel dat ze gespeeld hebben.

Ik had een zwak vermoeden dat de akoestiek niet voldeed ofwel dat de geluidsinstallatie faalde, omdat het geluid ketelachtig overkwam. Misschien zat ik op een verkeerde plaats? De zanger was alleszins heel beweeglijk en ging helemaal op in de muziek, de drummer met zijn lange grijze haardos deed me denken aan Doc Brown, de professor uit de beroemde film Back To The Future. Bij het dansen merkte ik een kerel op die duidelijk last had met zijn broekophouders: het is netelig als die telkens losschieten en je dan met één hand je broek moet ophouden. Tja, vintage is fijn, maar het moet wel degelijk zijn.



De voorsteller kondigde aan dat Radio Modern een sabbatjaar zou invoegen voor 2017, wat ik gewaagd vind want de toentijdse bevlieging ebt langzaam weg en de hacht (nvdr: het risico) bestaat dat mensen afhaken eens je de teugels de vrije loop hebt gegeven. Bij het buitengaan hadden we een zicht op de mooi verlichte Sint Romboutstoren onder een heldere sterrenhemel. Er stak geen bekeuring achter de ruitenwisser van mijn auto die bij gebrek aan plaats verkeerd stond geparkeerd. Het zal voor de politie waarschijnlijk te koud geweest zijn om buiten te komen.


naar boven

JIMMY JEMAIN & THE RAPIERS:
A TRIBUTE TO CLIFF & THE SHADOWS
Terneuzen, 20 november 2016

Verslag: Jiving Walter/ foto's: Anne-Mie

Het doet pijn wanneer je idool, Cliff Richard in dit geval, plots van zijn voetstuk wordt gehaald wegens ernstige beschuldigingen. Als kind (en nu nog trouwens) keek ik immers naar al die rock ‘n’ roll helden op en dan kunnen ze in je ogen niets verkeerds doen. Later besef je natuurlijk dat het ook maar mensen zijn met hun fouten en gebreken en je toont je milder. Ik haalde opgelucht adem toen Cliff werd vrijgesproken van elke aantijging. Die lange calvarieweg heeft de man voor de rest van zijn leven getekend en het is logisch dat hij nu een wetsvoorstel tracht in te dienen om 'verdachte zaken' in de grootste geheimhouding te behandelen zolang er geen concrete bewijzen bestaan. Wat mij boeit in Cliff is dat zijn muziek altijd melodieus was, ook in zijn latere jaren, meezingers die altijd zullen nagalmen in tegenstelling tot de flauwe disco van de jaren ‘70 of de neerslachtige new wave van de jaren ’80, om nog maar te zwijgen over de futloze jaren ‘90. Erg is ook dat jonge DJ’s Cliff’s muziek niet meer draaien omdat ze zijn sound niet kennen of, er erger nog, gewoon op neer kijken: Cliff verklaarde ooit dat zijn muziek al vanaf 2000 niet meer op de BBC werd gespeeld.



Op zondag 20 november woedde er een storm met aan de kust een windkracht van 8 à 9 beaufort. Normale mensen blijven dan veilig thuis maar enkele gekken zoals wij rijden dan uit naar een optreden van de Britse Cliff Richard imitator Jimmy Jemain met als begeleidingsgroep The Rapiers die de rol van The Shadows vertolkten. Het Scheldetheater in Terneuzen was de plaats van afspraak en de zaal was voor 6/10de gevuld met allemaal mensen boven de 50 jaar, in het begin een beetje een tam publiek dat naargelang het verloop naar het einde ging laaiend begeesterd raakte: handgeklap, armwuiven, meezingen, opstaan enzovoort... Het vertoon begon met een oude radio-opname van een nieuwsvoorlezer van de BBC uit 1961 die de hitlijst opsomde waar The Shadows op nummer 1 stonden. The Rapiers beten de spits af met enkele vinnige Shadows nummers, eerst een eerbetoon aan basgitarist Jet Harris met het mede door hem geschreven Nivram en daarna een pluimpje aan drummer Tony Meehan met See You In My Drums, beiden ex-Shadows die na een meningsverschil in 1962 de groep verlieten. Rapiers drummer John Tuck speelde een handig solootje, goochelend met de stokjes als een ongeëvenaarde kunstenaar, leadgitarist Colin Pryce-Jones sprak het publiek toe en zei dat vrouwen altijd de voorkeur gaven aan gezongen liedjes in plaats van instrumentals. Hij vroeg hoe het tienerprogramma destijds op de Nederlandse TV heette dat begon met het Shadows nummer 36-24-36, en daar beging ik de flater van mijn leven: ik riep in volle zaal “Toppop”... Het was verdorie “Top Of Flop” van Herman Stok! Ik bewonderde het benenwerk van The Rapiers: altijd gelijk en bij elk nummer steeds weer andere pasjes, wat concentratie vergt.


Daarna verscheen uit de mist Jimmy Jemain alias Cliff Richard, en waarlijk, de stem klonk erg gelijkend en de wijze van bewegen en voorkomen wezen op een grote overeenkomst. De man gooide er de beuk in met We Say Yeah, Nine Times Out Of Ten, Gee Whiz It's You, Move It,... Alle rockers van het zuiverste gehalte maar ook romantische nummers als The Next Time en The Minute You're Gone waren voor mij hemelse muziek. Hij schetste het leven van een man aan de hand van Cliff Richard nummers: je bent aanvankelijk een Bachelor Boy, je gaat uit en vraagt een meisje Do You Want To Dance, vervolgens is zij de ware When The Girl In Your Arms. Je maakt het sprookjesachtig en je gaat met haar op Summer Holiday, je smeedt huwelijksplannen Goodbye Sam Hello Samantha, dan dagen er donkere wolken op We Don't Talk Anymore en het eindigt met Devil Woman, grappig natuurlijk. Jimmy Jemain weet zijn toehoorders behendig te bekoren en is een vlotte, innemende man die praat met humor en de mensen aanmoedigt om mee te zingen, ja zelfs te dansen op een plaats van één vierkante meter. Hij verdeelde de zaal in mannen- en vrouwenstemmen waarbij de vrouwen meehikten op de eindtonen van Summer Holiday waarna het de beurt aan de mannen was, de vrouwen met een geitengeblaat en de mannen een nest zoemende hommels: algemeen gelach. Een bisnummer mocht niet ontbreken met Dynamite en iedereen blij en tevree.
Na het optreden voegden de muzikanten zich onder de bezoekers en ik maakte één van de muzikanten er opmerkzaam op dat we 95 kilometer hierheen waren gebold om hen te bewonderen, waarop hij lachend antwoordde dat zij 300 kilometer hadden afgelegd om ons te amuseren. Het is maar hoe je het bekijkt…


naar boven




DALE WATSON
Utrecht, 25 oktober 2016

Verslag en foto's: Frans van Zijst, All In Produkties, fotopersbureau www.fransvanzijst.nl



Vier jaar na zijn laatste passage in 2012 stond Dale Watson "from Austin, Texas USA" met zijn Lone Stars weer drie maal op de vaderlandse en één maal op de Belgische podia. Wij kozen voor Tivoli, Vredenburg in Utrecht waar Dale met zijn complete band ruim twee uur lang (inclusief de verplichte toegiften) zijn grote schare fans in beweging en beroering kreeg. Het publiek staat bijna op het podium en de interactie tussen zanger en toeschouwers is daarom optimaal. Vandaar dat Dale regelmatig op het podium van zijn fans een "ondersteunend drankje" kreeg aangereikt dat hij wellustig achterover sloeg. De nummers Whiskey Or God en I Lie When I Drink pasten weer naadloos in deze enerverende show. Ook het verscheiden van George Jones en Merle Haggard werd door Dale verwoord en daar vulde hij weer A Real Country Song mee aan. Buddy Holly's It Does Not Matter Anymore ging er uiteraard ook weer vet in. Utrecht was de aftrap van zijn Europese tournee en het is te hopen dat er nu geen vier jaar meer tussen zal zitten voordat de Texaan weer naar ons land komt.








naar boven

OLIVER STEINHOFF, EXPLOSION ROCKETS
Steenwijkerwolde, 5 augustus 2016

Verslag en foto's: Frans van Zijst, All In Produkties, fotopersbureau www.fransvanzijst.nl



Francis Rossi van States Quo: back to the roots met een Chuck Berry medley...

Het uiterste succesvolle jaarlijkse Dicky Woodstock Popfestival in Steenwijkerwold zorgde opnieuw voor drie dagen diverse muzikale stromingen waaronder rock ‘n’ roll, waarmee de vele muziekfans hun hart konden ophalen. Francis Rossi, inmiddels 67 jaren jong, gooide er met zijn band Status Quo (GB) anderhalf uur snoeiharde rock tegenaan waaronder John Fogerty's Rocking All Over The World en een Chuck Berry medley met de songs Rock ‘n’ Roll Music en Bye Bye Johnny, welk laatste nummer op aangeven van zanger-gitarist Rossi door het aanwezige publiek luid mee werd gebruld.



Oliver Steinhoff

Oliver Steinhoff is Duitser en het is bijna zeker dat Elvis Presley zich up in heaven gedurende diens concert van ruim 75 minuten prima moet hebben vermaakt want Steinhoff zet met een vette band en twee achtergrondzangeressen als ondersteuning The King op een uiterst gedreven wijze neer.

Dit concert vond uiteraard plaats in het Heartbreak Hotel waar een uurtje eerder al The Explosion Rockets het uitzinnige publiek hadden vermaakt met swingende rock ‘n’ roll. Zanger Ruud Kuijpers zweepte met zijn mannen de zaal behoorlijk op en ook het visuele aspect ontbrak niet. Side evenementen op het Dicky Woodstock Popfestival worden niet geschuwd en dus vielen de lock ‘n’ lol ladies, de Beste Elvis-kleding dragende man en de Beste Priscilla Presley dame in de prijzen. "Priscilla" won zelfs een reis naar Graceland in Memphis. Al met al een prima festival waar men zich nog op ouderwetse wijze vermaakt, want als je over de schreef gaat kom je direct voor de Dicky Woodstock rechtbank waar de "rechter met pruik" je een passende straf zal geven.


The Explosion Rockets

naar boven

JACKSON SLOAN & RHYTHMTONES
Borgerhout (B), 28 mei 2016

Verslag: Jiving Walter/ foto's: Anne-Mie

Het was lang geleden dat we cinemazaal De Roma nog eens hadden aangedaan. Dit juweeltje had immers enkele maanden in de steigers gestaan voor verbouwingen aan het balkon en de rest van de binnenbekleding. Je merkte duidelijk dat het gebouw een uitstekende oplapkuur had gekregen: lange gordijnen aan vroeger kale muren, een prachtige verlichting aan de zoldering, de inkomhal en de voorgevel verfraaid, het dak was vervangen, nieuwe afvoergoten aangebracht en het betonrot was verwijderd. Al deze verwezenlijkingen konden enkel uitgevoerd worden dankzij de steun van privé ondernemingen, waarvoor dank, en hopelijk is deze kostbaarheid voor een lange tijd gevrijwaard van verder gebouwonheil.
Radio Modern had nog eens een dansavond op poten gezet met de Engelse jump en jive groep Jackson Sloan & the Rhythmtones en de bijeenkomplek was weeral gevuld met vrolijke feestgangers. Dancing Sophie gaf als opwarmertje een lesje in zwingen en zwaaien en de toon was gezet: al die jonge mensen vreugdevol en uitbundig op de dansvloer.

Jackson Sloan, die mij een beetje doet denken aan Johnnie Ray, kreeg liefde voor de muziek door de platenverzameling van zijn ouders die erg 'blues' waren getint. De 100 Club in Londen was zijn pleisterplaats waar hij grootheden zoals Jimmy Witherspoon, Big Joe Williams en Memphis Slim ontmoette. In 1982 vormde hij de groep Rent Party en geleidelijk evolueerde hij naar Oo-Bop-Sh’Bam. Later kwam hij in voeling met Ray Gelato die hem aanmoedigde eigen nummers te schrijven, wat aardig lukte. Om er enkele op te sommen: Kicking Up The Dust waar de steel guitar overheerst, de jiver Jukebox Swing waar viool en accordeon de toon aangeven, het jazzy Devil May Care, I Know You Know waar de baritonsax de hoofdmoot uitmaakt, Ghost Train waar de slapping bas de aandrijver is (de video clip bij dit lied geeft je inderdaad het gevoel in een spooktrein te zitten), en het slow tempo Who Shot Shorty Down dat je onderdompelt in de maffia onderwereld, met ook daarbij een puik filmpje. Jackson Sloan en co is een bezetting die erg goed meeviel, en eerlijk gezegd kende ik ze hiervoor noch van haar of pluim. Ik was weeral een aangename ervaring rijker en de omstaanders stonden er wild enthousiast bij. Een ouder Nederlands koppel van wie de man omwille van zijn opvallende pakken de bijnaam 'the mask' meekreeg, gaf een vertoning van enkele leuke danskunstjes wat door de bezoekers erg werd gesmaakt. De platendraaier van dienst verdeelde het publiek in vrouwen en mannen die mekaar beurtelings ten dans moesten uitnodigen. Ook slaagde hij erin om een stroll te bewerkstellingen, een dans die meestal door vrouwen wordt gedaan. Gelukkig heeft Radio Modern een opvallend uitbundig gehoor. Het doet me denken aan studenten die hun alledaagse zorgen overboord willen gooien en lekker gek willen doen. Wel heb ik de indruk dat de muziekstijl van pure rock ‘n’ roll stilaan is opgeschoven naar een mikmak van dooreenlopende vormen. Blijkbaar heeft het publiek daar geen probleem mee, maar geef mij toch maar gespecialiseerde dj's, maar dat is mijn mening. We reden naar huis en de muziek van Radio Minerva was barslecht dus vlug die radio uitgeschakeld. Zondagmorgen in de vroegte belde mijn zoon van 30 jaar me op om te vragen hoe laat het optreden van Radio Modern 's avonds begon, want hij was in vorm. Ik vertelde hem dat hij zich weer eens van dag had vergist en dat alles zich de avond ervoor had afgespeeld. Ja, dat heb je nu met die jonge snaken van tegenwoordig.


naar boven

THE JIVE ACES + JAZZ CONNECTION
Breda, 7 mei 2016

Verslag: Jiving Walter/ foto's: Anne-Mie

Soms zijn de randgebeurtenissen van een festival even leuk als de optredens zelf en dat was echt toepasselijk op het Breda Jazz Festival op zaterdag 7 mei. Ik wilde Jazz Connection onvoorwaardelijk zien en met The Jive Aces (GB) die een uurtje later op een ander verhoog speelden waren dat twee vliegen in één klap. Het weer was een voltreffer van formaat met als gevolg dat gans Breda op de been was.

Om 8 uur ‘s avonds stond Jazz Connection in de startblokken op de Havermarkt en de in 1990 opgerichte band speelde in hun thuishonk Breda op eigen terrein. De groep onderging veel muzikantenwisselingen maar ontwikkelde zich verder: aanvankelijk lag de klemtoon op mainstream jazz en dixieland, later wentelde het team voort naar klassieke jump en jive met als toonaangevers Louis Prima, Louis Jordan en Louis Armstrong, een rode draad die zich door hun optreden slingert. Ik had de indruk dat ze bepaalde nummers nodeloos rekten en te jazzy voorbrachten, mede door het overwicht van de trompet, maar bij zwoel weer en een paar liters bier nemen we hen dat niet kwalijk. Ze stonden er piekfijn uitgedost bij en met hun achtergrondstemmen, handgebaren en vooral humor konden ze het publiek wel bekoren. Ik had hun laatste CD Everybody Get Together beluisterd en met eigen geschreven nummers mag men wel 'U' tegen dit werk zeggen. Enkele tips: het titelnummer is jive van het zuiverste gehalte, Mailman’s Sac is zuivere jazz maar snel en soms wat schetterend, Be Mine Little Baby Be Mine swingt lekker met achtergrondstemmen, instrumental (Stone’s) Duck Fever heeft duidelijke Louis Prima invloeden, Train Kept A Rollin' is trager dan Johnny Burnette, Sausage Rock is jazz in vijfde versnelling enzovoort! Ik wil ze beslist nog eens horen maar dan wel als ze de nummers van hun CD getrouw spelen.

Jazz Connection: jump 'n jive!

Vervolgens op weg naar die andere band, The Jive Aces, aangekondigd op de Grote Markt, dus wij daarheen. Een enorme mensenstroom kwam ons tegemoet en wegens een flessennek stonden we op mekaar gepakt. We hielden elkaar vast aan de bretellen of broeksriem en wurmden ons in tegengestelde richting door de menigte. Eindelijk ter plaatse geraakt maakten we ons meester van een tafeltje van een terras voor het podium. Onze oren werden tijdens de tijdgleuf (pauze) gegeseld met rapmuziek. In het Zuid Afrikaans noemen ze die kerels 'rijmkletsers' en dat slaat de nagel op de kop want die gozers kletsen en raaskallen er op los zonder te weten waar ze tegen protesteren. Weg ermee! We bestelden iets van de menukaart en het bleek een spijskaart te zijn van het café ernaast. Eens we de juiste spijslijst hadden gevonden bleek er gewoon niets te kiezen want er was niets voorhanden: een biertje, fruitsapje of koffie en dat was het.


Jive Aces: swing!

Met spanning wachtten we al zittend op de aanvang van de schouwspel. Plots deelde men ons mede dat de ganse voorstoep uit veiligheidsredenen werd opgedoekt: alle tafels en stoelen werden naar binnen gerold, dus daar stonden we dan opnieuw tegen mekaar gepropt. The Jive Aces openden het vertoon met La Dolce Vita en staken hun bewondering voor Italië niet onder stoelen of banken. Ze blijven leutig, speels en heel gedreven, en ook bij hen was Louis Prima de grootmeester. Enkele big band nummers zoals In The Mood van Glenn Miller en Sing Sing Sing of het op klarinet gespeelde All The Cats Join In, beide van Benny Goodman, smaakte ik als zoete koek. Als het maar lekker swingt! Een vrouw met een stem van Ruth Brown zoals in Mama He Treats Your Daughter Mean vulde de band aan. Ik hoorde nog liedjes van Bobby Darin als Mack The Knife en Beyond The Sea of Smile van Nat King Cole. Als afsluiter gaf de pianist die door de leidzanger “il professore” werd genoemd nog een lesje gymnastiek door figuurlijk te ontploffen en als een mafkees de piano te bespringen waarbij hij een hele tijd vals speelde. De hoofdzanger zelf klom daarna in het ijzeren raamwerk van de tent en hing als een aap ondersteboven tijdens I Wanna Be Like You van Louis Prima. Om duizelig van te worden, maar het was een mooi vertoon.

Later doken we een kroeg binnen en bestelde ik nog een koffie. Blijkbaar had ik mijn lesje nog niet geleerd, want in Nederland is dat een kopje met een vingerhoedje “vol” terwijl dat in Belgie een volledig gevulde mok is. Ik zal in het vervolg een koffie verkeerd of een cappuccino vragen, dan ga ik tenminste niet met veel dorst naar huis.

naar boven

MARC ROBINSON & THE EXPLOSION ROCKETS
Udenhout, 3 april 2016

Verslag: Jiving Walter/ foto's: Anne-Mie

Als er nieuwe rock ‘n’ roll groepen oprijzen gebruikt Boppin’ Around steevast de geijkte uitdrukking 'laat ze maar komen'. Voor mij geldt deze slagzin voor 'nazingers' van grootheden van weleer, op voorwaarde dat ze niet enkel qua stem maar ook betreffende uiterlijk en bewegingen overeenstemmen met hun idool. Ditmaal was het een schot in de roos: op zondag 3 april mochten we te Udenhout in zaal-theater 't Plein Marc Robinson (GB) verwelkomen, begeleid door The Explosion Rockets. Robinson is de verpersoonlijking van Buddy Holly en heeft zelfs vele raaklijnen met zijn voorbeeld: van beroep is hij tekenaar zoals Buddy Holly dat eertijds ook was en hij is de jongste van vier kinderen, opnieuw zoals dat bij zijn grootmeester het geval was. Met zijn maatpak, brilraam uit hoornen kunststof en natuurlijk een Stratocaster gitaar waren de gelijkenissen met zijn held volledig. De aanzet van zijn hobby begon heel onverwacht toen Marc en enkele van zijn vrienden een optreden in een bar bijwoonden. Overmoedig riep hij tot de eigenaar van de zaak dat hij dat ook kon, waarop de organisator prompt antwoordde dat hij de volgende week zelf een show mocht verzorgen. Marc kreeg al vlug spijt van zijn uitspraak omdat hij geen enkel nummer ten beste kon geven doch in amper een week tijd zette hij vruchtvol een voorstelling op poten, wat hem 10 pond opleverde. Vanaf dan was het pad geëffend naar de roem: hij was één van de hoofdspelers in de toneelmusical Rockin’ On Heaven’s Door, trad op in de films The Fifth Element en Mrs Brown, en is een graaggeziene gast bij tal van grote muziekgebeurtenissen.


The Explosion Rockets

Om 14 uur trokken The Explosion Rockets de boel op gang en het mag gezegd dat ze (zoals de wijn) beter worden met de jaren. Optredens in het buitenland bevestigen mijn bewering. Ze genieten een talrijke aanhang met als oudste fan een vrouw van 93 jaar in een rolstoel die zich gretig swingend liet ronddraaien. De inrichters lieten ons twee uur op onze honger zitten om de spanning er in te houden, maar het wachten loonde de moeite. De samensturing liep gesmeerd, een uitverkochte gezellige zaal, een eivolle dansvloer gevuld door mensen van boven de 60 jaar die gewoon kwamen om een potje plezier te maken op muziek uit hun jeugd.


Marc Robinson

|
Marc Robinson & the Explosion Rockets

Daar verscheen onze gast in volle pracht, al huppelend en hikkend over het podium, een ware herbelichaming van Buddy Holly met alles erop en eraan. Kortgezegd: een vertoon om van te snoepen! Marc Robinson gaf telkens een inleiding bij elke plaat en merkte op dat Buddy Holly de door hem gezongen liedjes die waren geschreven door andere zangers zoals It Doesn't Matter Anymore (Paul Anka) of Valley Of Tears (Fats Domino) meesterlijk had bewerkt met een eigen vingerafstrijk. Anderzijds wees Marc erop dat het zijn voorganger Buddy Holly was die het nummer Not Fade Away had geschreven en niet The Rolling Stones. Alle bekende Buddy Holly nummers passeerden de revue behalve Bo Diddley, een song die ik nog nooit live heb horen spelen. In het boekje Jong In De Jaren '50 las ik dat Buddy Holly een bespotting was van alle rock ‘n’ roll wetten omdat er aan hem niets ondermijnends viel te ontdekken, en toch was het een rocker van het zuiverste water. Niet voor niets noemden The Beatles zich 'de kevers' naar het voorbeeld van Holly’s begeleidingsgroep The Crickets (‘de krekels’). Artiesten als Bobby Vee, Tommy Roe en Adam Faith hebben hem schaamteloos nagebootst en The Hollies hadden zelfs hun naam aan hem te danken. Dit terzijde gelaten vond ik Marc Robinson een aardige kerel die na de vertoning rustig zijn glaasje bier leegdronk aan de toog. Het was een leuke noen en ik dank de voortouwnemers van deze dag. En nu maar wachten tot er hopelijk ooit imitators opdagen van The Everly Brothers, Fats Domino, Roy Orbison... of is dat te hoog gemikt?


naar boven

JAKE CALYPSO & his RED HOT
Gooreind (B), 12 februari 2016

Verslag en foto's: Frantic Franky

Rockin’ At ’t Goor is een pakweg maandelijkse record hop op poten gezet door DJ’s Rudy (België’s bekendste en zowat enige internationale DJ) en Daz alias Darren Clarke, een Brit die hier is blijven hangen – de liefde, dat aloude liedje – die plaats vind in danscafé ’t Goor, een, euh, gore naam voor wat best een sympathieke kroeg blijkt met een fatsoenlijk podium, degelijk geluid, een loeiharde discobar waarop waarlijk elke oude single fantastisch klinkt, én – niet onbelangrijk – genoeg plaats om naar een band te kijken. Ze zijn er dan ook gewend om bands te plaatsen, want ’t Goor is eigenlijk een bluescafé, vandaar die “welkom bluesfans” banner achter op het podium, hahaha. En dinsdag, woensdag en donderdag is’t er paaldans met animeermeisjes, maar dat geheel terzijde uiteraard. Het zaakje was druk bevolkt met de mensen die je altijd overal en daardoor meer dan je eigen familie ziet, nieuwe gezichten, mensen die ik misschien al 20 jaar niet meer had gezien, en uiteraard Jake Calypso, daar was ik tenslotte voor gekomen.

Jake Calypso oftewel Hervé Loison (F) gaf vorig jaar op Sjock (B) een waarlijk fenomenaal concert ten beste, maar de vraag was of hij dat zou kunnen herhalen in een café. Ja dus, want het is net de interactie met het publiek die hem vleugels geeft. We hadden recht op twee royale sets waarin zowat alle tracks van al zijn albums passeerden, aan elkaar gebrabbeld in bijna onbegrijpelijk Engels waaruit blijkt dat hij zichzelf duidelijk niet serieus neemt. Niks opwarmen, gewoon vanaf het eerste nummer alles geven en rondspringen als een gek, en halfweg de eerste set had ie nog drie snaren over op zijn akoestische gitaar. De zang is doorspekt met gegrom, gejodel en de paarkreet van het everzwijn. Loison gaat op zijn knieën, op zijn kop tegen het drumstel, en wordt letterlijk op de handen gedragen door het publiek.

Geniale gekte, doch Loison zou niet meer dan een wacko kerel van middelbare leeftijd (hij is de vijftig gepasseerd) zijn als hij niet geruggesteund was door een uitstekende band, zijn vaste Red Hot bestaande uit drummer Thierry Sellier, contrabassist Guillaume Durieux en gitarist Christophe Gillet. Zij bekijken het geheel met minzame glimlach maar tillen het niveau van de muziek boven het gemiddelde, en het is die combinatie van strakke muziek en ongecontroleerde waanzin die Jake Calypso & his Red Hot zo goed maakt. En je moet het maar willen, elk weekend op schok in het kielzog van Hervé Loison, zoals vanavond in het geval van gitarist Christophe Gillet: vertrekken vanuit Parijs, naar Gooreind in het noorden van de provincie Antwerpen, overnachten in een hotel in Nederland en de volgende ochtend terug naar Parijs - chapeau, zoals de Fransman zegt. Jake Calypso blijft voor mij een van de beste bands in de actuele rock ‘n’ roll scene, en het concert van vanavond was daar opnieuw een bevestiging van. Als alle rock ‘n’ roll optredens maar eens zo goed waren... De volgende gigs in ’t Goor zijn The Domestic Bumblebees (S) op vrijdag 4 maart, The Dead Bone Ramblers (GB) op vrijdag 1 april en Shotdown From Sugartown (Australië) op vrijdag 13 mei. Info: www.goorblues.be.


naar boven


Lees hier de oudere Rockin' Lifestyle verslagen

Terug naar de voorpagina