Je
recente CD, DVD, plaat of boek gerecenseerd op onze website? Stuur deze
dan naar de hoofdredactie! |
19 december 2019
CD Recensie
THE
ELVIS PRESLEY CONNECTION Vol. 1 |
SUN
SHINES ON HANK WILLIAMS
Je zou denken dat 60 jaar na datum het vat wel even leeg zou zijn als
na een party van de Rocking Rebels maar niets blijkt minder waar: op
deze CD staan maar liefst acht tot op heden onuitgebrachte Sun opnames!
De insteek is origineel: wat als Sun Records een "Sun Artists Sing
Hank Williams" album had uitgebracht? Het hàd gekund, want
op Sun verscheen in 1960 effectief de LP Johnny Cash Sings Hank Williams
(al bevatte die LP slechts vier Hank Williams songs, het was dan ook
oorspronkelijk een EP) en medio jaren '50 was de op 1 januari 1953 overleden
Hank Williams zo populair dat het leek of élke country zanger
een Hank Williams tribute plaat inblikte. Op deze CD staan 26 uitvoeringen
van 16 verschillende Hank Williams songs door 16 Sun artiesten, opgenomen
van 1957 tot 1963 en gaande van uitgebrachte opnames tot fragmenten
of wat lijken op vingeroefeningen zoals Ernie Barton's onuitgebrachte
Hey Good Looking, zijnde 53 seconden één man op één
akoestische gitaar. Jerry Lee Lewis, de artiest die het langst bij Sun
bleef en er zowat kampeerde, staat het meest op de CD met zes nummers
waaronder op zijn country best met Sun single 364 uit 1961 Cold Cold
Heart met een heel koortje erachter en één seconde studio
chatter. Johnny Cash komen we vijf keer tegen met onder andere een ongedubde
alternatieve take van I Could Never Be Ashamed Of You op zijn Cash-best
(is deze nu sneller dan de reguliere versie?), een welhaast verplicht
doch in de jaren '50 onuitgebracht gebleven You Win Again, en alternatieve
dan wel origineel niet uitgebrachte uitvoeringen van Hey Good Looking,
I Heard That Lonesome Whistle Blow en I Can't Help It (If I'm Still
In Love With You). |
12 december 2019
CD Recensie
ROCKABILLY
RAMBLERS AND TEXAS TRAVELLERS/ LONESOME DAVE FISHER
Ik had nog nooit gehoord van de in 1969 geboren Lonesome Dave Fisher,
van 1987 tot 2018 woonachtig in Austin doch tegenwoordig opererend vanuit
Colorado, maar zo eenzaam zal hij niet zijn: aan deze in Dale Watson's
Ameripolitan Studio opgenomen CD, luidens Fisher's website zijn tweede,
werkten maar liefst 11 muzikanten mee waarvan ik enkel contrabassist
Kevin Smith van High Noon ken, drummer Mike Buck en gitarist Don Leady
van The Leroi Brothers, gitarist Jack Montesinos van The Tailgators
en pianoveteraan Earl Poole Ball die nog met iedereen van Buck Owens
over The Byrds tot Johnny Cash speelde. Wat zeg ik: hij was 20 jaar
lang Cash's vaste pianoman. Fisher speelt daarenboven ook nog eens zelf
akoestische, elektrische en baritongitaar, zij het - deze mop begint
een baard te krijgen - niet tegelijkertijd. |
WHEN
THE CLOCK CHIMES TWELVE Verrek,
dit verscheen samen met twee kerst CD’s dus ging ik er van uit
dat dit een nieuwjaars- dan wel kerstalbum was. Helaas, Atomicat heeft
mij bij mijn pietje: als de klok 12 slaat is het gewoon middernacht
en geen nieuwjaar! Het concept van When The Clock Chimes Twelve is dan
ook partymuziek in alle mogelijke rock 'n' roll genres en de dans wordt
ingezet met de zalige zwarte duetjiver Real Gone Party van Ruth &
Al en de voor 1952 bijzonder wilde sax rhythm 'n' blues Last Call For
Alcohol van Hot Lips Page. When My Baby Passes By van Glenn Bland &
the Rhythm Kings is geweldige rockabilly en Take A Ride van Red Smiley
& the Vel-Tones featuring Clint West is ondanks die country namen
rock 'n' roll zo recht voor de raap als een peer op uw muil. Op een
gezellig feest doen een handvol crazy covers het altijd goed: Paul Rich's
Rock-A-Hula Baby, een door sax aangedreven La Bamba Bossa Nova door
drummer Sandy Nelson, Minnie The Moocher als sfeervolle rocker door
Barry Martin, een goede female Fever door Maureen Evans en de orkest
cover van Tequila door Stan Kenton. Nog meer hilariteit volgt met The
Goofers en hun instrumentale doedelzakrock instrumental Scotch On The
Rocks, en gezonde gekte is The Rivingtons' grommende antwoord op hun
eigen Papa Oom Mow Mow getiteld Mama Oom Mow Mow. Voor de goede orde
staan tussen de 28 tracks een paar bonafide classics zoals Ain't Got
A Thing van Sonny Burgess en Hit The Road Jack van Ray Charles dat toch
een tikkeltje te snel klinkt, of hoor ik het fout? Het lijkt of er tegenwoordig
geen CD meer uitkomt of er staan een paar zwarte early sixties nummers
op en dat is hier niet anders met Etta James' W-O-M-A-N, het Drifters-achtige
gesmoezel van Arthur Alexander's Barry Mann & Cynthia Weil compositie
Where Have You Been (All My Life) dat werd gecoverd door Gene Vincent,
en nog meer Drifters stijl met ex-Drifter Ben E. King die de emancipatierollen
omdraait in Will You Love Me Tomorrow. Een ontdekking is misschien Little
Willie John's soulvolle original I'm Shakin', gecoverd door The Blasters.
Een dronken feest is pas geslaagd als het eindigt in een striptease
- en dan liefst van een dame - maar de sax instrumental Strip Tease
Swing van Big Jay McNeely is ondanks de titel meer detective jazz als
Vegas Grind. Voor de rest lijkt samensteller Mark Armstrong's idee inderdaad
te zijn geweest zoveel mogelijk genres op de CD te proppen want we worden
naast dit alles nog getrakteerd op New Orleans klanken (Rich Woman van
Li'l Millet & his Creoles, terwijl Demon Lover, de B-kant van Bob
& Lucille's bekendere Eeny Meeny Miney Moe, dan weer in een King
Creole Crawfish sfeertje baadt), gemene bluesrock (het gezongen Ain't
That Lovin' You Baby van Link Wray), happy go lucky sixties Carl Perkins
met Honey 'Cause I Love You So, surf met een rammelende Misirlou (de
hier niet zo levendige Lively Ones), uptempo swamp rock (Dale Hawkins'
Baby Baby), sixties garage fratrock (Hand Clappin' Time van Gino with
Johnny Greek) en zelfs Las Vegas big band swing met Open Up The Doghouse
(Two Cats Are Comin' In) van lounge lizards Dean Martin & Nat King
Cole). |
5 december 2019
CD Recensie
HONKY
TONK MEN
Honky Tonk Men Stefan Witteman (zang, akoestische gitaar), Bert Boot
(gitaar), Nico Druijf (contrabas, Oldtime Stringband), Hans Snitselaar
(drums, El Rio Trio, High Five Four, Haystack Hi-Tones) en Roland van
Beveren (pedal steel, Tim Knol, Blue Moon Boys, bluegrass band The Tennessee
Studs én een paar Sesamstraat soundtracks!) komen geografisch
uit Amsterdam, Wijde Wormer en Hoorn en muzikaal uit verschillende hoek
maar delen een gezamelijke liefde voor muziek uit het diepe hart van
Amerika. Begin dit jaar sloten ze zichzelf op in een oud arbeidershuisje
in de kop van Friesland en het resultaat daarvan is deze 6-track EP-CD
die opent met een aardige memphisbilly cover van Sonny Georges's Hillbilly
Train met twangy Telecaster solo én een pedal steel gitaar solo.
Ook Ronnie Dawson's Tired Of Traveling valt in dat rollende subgenre,
maar Honky Tonk Men hebben zoals goede gokkers meer azen in hun mouw,
bijvoorbeeld een rustige versie van de klassieker Honky Tonk Song, origineel
van Mel Tillis, gecoverd door Webb Pierce maar wellicht bekender in
de versie van BR5-49. Dale Watson's Run Away is dan weer meer country
geïnspireerd en Johnny Paycheck's Jukebox Charlie is honky tonk
country, en samen zijn dat vijf sympathieke covers. Aan eigen nummers
wordt volop getimmerd en eentje vond alvast zijn weg naar deze mini-CD,
One More Phonecall dat zich situeert in de Byrds-achtige countryrock.
Maar is het nu rock 'n' roll? Country? Americana? Honky tonk? Aan u
de keuze hoe je't wil noemen, maar dat het goed is staat als een paal
boven water. Stefan Witteman zingt alsof ie een aardappel in zijn mond
heeft waarmee we bedoelen dat ie een leuk Amerikaans hillbilly accent
heeft, muzikaal zit alles keurig netjes in elkaar, en het mooie is dat
ze al die subgenre'tjes niet strikt aflijnen maar door elkaar mengen,
dat gebeurt met contrabas en twangy gitaar en die daar doorheen zwevende
pedal steel, en dat het geheel ondanks uptempo songs toch rustig wordt
gebracht, een verademing in deze tijden waarin alles altijd maar sneller
en luider moet. Zeker de moeite om eens te gaan kijken en luisteren,
wat niet moeilijk mag zijn aangezien ze regelmatig spelen. De release
party vindt plaats op donderdag 12 december in de Harmonie in Edam waar
Shandon Sahm (zoon van) een paar liedjes komt meezingen. |
SPECIAL
4-SONG DEE-JAY EDITION/ |
28 november 2019
CD Recensie
TWENTY
FIGHT YEARS/ EDDY & THE BACKFIRES |
THE
TWELVE ROCKIN' DAYS OF CHRISTMAS Atomicat
is niet de blanke tegenhanger van Koko Mojo maar een allround rock 'n'
roll label dat zowel blanke als zwarte muziekjes serveert, wat betekent
dat zwarte doo wop (A Cool Cool Christmas van The Sabers) hier hand
in hand danst met white rock (Rockin' Santa Claus van The Moods) en
straight forward rock 'n' roll (Sleighbell Rock van Chuck Blevins, Santa
Claus Rock 'n' Roll van Kathy & Jimmy Zee, Rockin' Santa Claus van
The Martells), maar even vrolijk met vocal harmony big band swing (Reindeer
Rock van The Sportsmen), zalige countryboogie (Santa Bring My Baby Back
van Bev Munro & the Rhythm Rascals) en - thematisch slechts zijdelings
aan kerst gelinkt - teen rock met Connie Francis' I'm Gonna Be Warm
This Winter. Gebruikelijke kerstmannen zijn de geweldige instrumental
Twistin' Bells van Santo & Johnny, de primitivobilly Rock 'n' Roll
Christmas van Cordell Jackson en de hillbilly boogie Reindeer Boogie
van Hank Snow, de man die als geen ander door zijn neus zingen tot kunst
verhief. Toch is het niet al goud, wierook en mirre wat blinkt: Here
Comes Santa Claus van vaste kerstgast Bobby "Jingle Bells Rock"
Helms is pure country evenwel zo plat als de truffelpuree van mijn opoe
zaliger, god hebbe haar ziel. Nieuw voor mij doch helaas héél
oud (1948) is Christmas Date Boogie van de normaliter meestal heel machtige
Big Joe Turner. Een beetje valsspelen vind ik dat hier twee tracks opstaan
die we ook horen op de gelijktijdig op zusterlabel Koko Mojo verschenen
CD Blink Before Christmas, namelijk Mr. Santa's Boogie van The Marshalls
en Santa Claus is Coming van Hank Ballard & the Midnighters. Toegegeven,
niet iedereen zal beide CD’s aanschaffen, maar wel héél
merkwaardig is dat de helft van de 30 tracks op deze kerst-CD niets
met kerstmis te maken hebben zoals daar zijn nog meer doo-wop met Let's
Party Awhile (Donald Woods & the Vel-Aires), nog meer zoveel mogelijk
potten en pannen rakende white rock met Drummer Boy Rock (Gene Watson
& the Rockets), big band bop met Rock Mr. Piper (Billy Sproud &
the Rock 'n' Roll Six), rhythm 'n' blues boogie met de Johnny Otis productie
Court Room Blues (Darby Hicks & Lem Tally) en de dreigende bijna-Link
Wray gitaar instrumental Wild Bird (The Jive-A-Tones). Niks mis met
die nummers, zeker niet als het rock 'n' roll betreft van het kaliber
Little Turtle Dove (Otis Williams & his Charms), Bobby Day's The
Bluebird The Buzzard And The Oriole antwoord op zijn eigen Rockin' Robin,
een jiver als Three Little Chickens (The Four Tunes) of uptempo boppin'
hillbilly als Milk Bucket Boogie (Reece Shipley & the Rainbow Valley
Boys), maar waarom? Nou, het antwoord van samensteller DJ Mark Armstrong
luidt dat hij zich liet inspireren door het bij ons nauwelijks bekende
Amerikaanse kerstliedje The Twelve Days of Christmas en de daarin opgenomen
giften, plus voor de goede orde nog enkele party nummers. Als je zijn
uitleg leest klopt het maar het blijft mijns inziens vergezocht. Nou
ja, de meeste songs zijn goed, al is de softe Johnny & the Hurricanes
cover Rockin' Goose (Steve Stannard) maar een mager beestje dat eerder
geinig dan goed is. |
BLINK
BEFORE CHRISTMAS Rhythm
Bomb (D) onderafdeling Koko Mojo is momenteel hofleverancier inzake
zwarte verzamelaars allerhande en een kerst-CD mocht niet ontbreken
in het gamma. Dat betekent voor mij een hele stapel nieuwe kerstmuziekjes
want ondanks de aanwezigheid van verschillende bekende artiesten staan
hier op de 30 tracks slechts zes vaste gasten aan de goedgevulde en
van veel drank voorziene feestdis: Darlene Love's White Christmas van
Phil Spector’s kerst-LP, Charles Brown's Please Come Home For
Christmas, de scattende Louis Armstrong's 'Zat You Santa Claus, The
Marcels' maffe doo-wop Merry Twist-Mas en beide kantjes van Buchanan
& Goodman's na al die jaren nog steeds hilarische knip- en plakwerk
Santa And The Satellite. De meerderheid van de nummers is zwarte rock
'n' roll in alle soorten en maten zoals James "Sugar Boy"
Crawford's hele leuke uptempo New Orleans boogie versie van de ultieme
kerstklassieker White Christmas, Santa Claus Boogie van The Voices,
Santa Claus Is Coming van Hank Ballard & the Midnighters, New Year's
Resolution van Roy Milton, Mr. Santa's Boogie van The Marshall Brothers
en Mambo Santa Mambo van de even calypso als mambo klinkende Enchanters.
Christmas (Comes But Once A Year) is goeie zwarte piano rock 'n' roll
met jinglebells die late fifties en daarmee moderner klinkt dan we gewend
zijn van Amos Milburn, Cowboy Santa Claus van Bill Lacey is boogie woogie,
en This Time Last Christmas van Detroit Junior is swamprock, ook al
komt het dan wellicht uit Detroit. Mr. Santa Claus van Nathaniel Mayer,
Christmasville USA van Jimmy Charles, Holiday Baby van Fat Daddy en
Drive Slow van Johnny Flamingo zijn geslaagde zwarte early sixties nummers,
en een nog onontgonnen kerstbron is de vocal harmony gospel, zie en
hoor No Room At The Inn van The Fairfield Four en When Was Jesus Born
van Marion Williams. Er bestaan ook komische kerstplaatjes zoals de
zwarte crooner jive Five Pound Box Of Money van Pearl Bailey en de spoken
word comedy sketches Santa's Secret van Johnny & Slam, Rock 'n'
Roll Santa Claus van Babs Gonzales en de op jazzy piano leunende Blink
Before Cristmas van Phil Moore. Hepcat of beatnik? Aan u de keuze! Santa
Claus Came Home Drunk van Clyde Lasley is sleazy blues die past bij
de titel en niet slecht is: dit had van Andre Williams kunnen zijn.
Ook Merry Christmas Darling van Fenton Robinson en Christmas Time Part
2 van nochtans Jimmy McCracklin hellen over naar de blues, net als BB
King's Christmas Celebration en Freddy King's I Hear Jingle Bells, maar
van die laatste twee hadden we niet anders verwacht. Ondanks die paar
blues(achtige) nummers is deze CD uitermate geschikt als soundtrack
bij het aansnijden van de gevulde kalkoen. Voor mij nog een porto graag!
Info: www.koko-mojo.com
(Frantic
Franky) |
YULESVILLE! Ik
ben niet het soort mens dat één dag na Halloween het huis
begint om te bouwen tot een schrijn ter meerdere eer en glorie van de
kerstman (eerst moet sinterklaas de deur uit), maar kerstplaatjes, ho
ho ho maar, daarvan krijg ik nooit genoeg. Bear Family (D) bedient me
op mijn wenken: niet alleen is er van de vorig jaar verschenen CD Have
Yourself A Swingin' Little Christmas een samenvatting uit op kerstgroen
LP-vinyl maar er is ook een gloednieuwe Bear Family kerst verzamelaar
met "33 rockin' rollin' christmas blasters for the cool season",
al is die omschrijving misschien ietsje overdreven want zoals de meeste
CD’s in Bear Family's Seasons reeks bevat de CD een amalgaam aan
stijlen. Twijfel echter niet: het hoofdgerecht aan de feestdis is wel
degelijk rock 'n' roll met Barry & the Highlights (Xmas Bell Rock),
The Uniques (Rock'n Rudolph), The Four Imperials (Santa's Got A Coupe
De Ville), Tommy Lee & the Orbits die in Jingle Rock de slee vervangen
door een souped up model A, beide kantjes van Cordell Jackson's primitivobilly
single Be Boppers' Christmas/ Rock 'n' Rol Christmas, de gitaar-/saxinstro
Winter Wonderland van Allan & the Flames, geflipte zwarte rock 'n'
roll (Cool Cool Xmas van Bobbie & - jawel! - Boobie), teen rock
(All I Want for Christmas Is A Steady Eddie van Barbara Mann) en bluesbop
(Happy New Year van Lightnin' Hopkins). Kerstklassiekers zijn Sleigh
bell Rock (Three Aces & A Joker - die Joker, pseudoniem voor Harold
"Hal" Schneider, werd recent herontdekt en trad in 2019 op
op Viva Las Vegas), White Christmas van Clyde McPhatter & the Drifters
en de steel gitaar attack Twistin' Bells van Santo & Johnny, uitschieters
zijn The Melodeers die Rudolph The Red Nosed Reindeer onherkenbaar verdoo-woppen
en Patti Page die ik alleen ken van vooral mierzoete ballades doch hier
met Boogie Woogie Santa Claus een blanke big band boogie interpretatie
van rhyhtm 'n' blues swing neerzet. Te gek zijn een paar rock 'n' roll
nummers gezongen door kleine kindjes als Little Joey Farr (beide kantjes
van zijn kerstsingle (I Want A Big White) Cadillac For Christmas / Rock
'n' Roll Santa) en Augie Rios (het tweetalig Spaans-Engels Dónde
Está Santa Claus, tot in het extreem doorgetrokken door Little
Joey in Comin' Down The Chimney, bizarre novelty met een huilende baby
en roepende ouders tot zo te horen de kerstman van het dak dondert!
Little Joey (niet dezelfde als die Little Joey Farr) was trouwens een
pseudoniem voor Sonny Bono, later de mannelijke helft van Sonny &
Cher, die geheel in kerststijl om het leven kwam toen hij op 5 januari
1998 al skiënd tegen een boom knalde! Titeltrack Yulesville is
gesproken bebop beat (beatnik jazz poëzie, niet beatmuziek) op
detective jazz en een genre geheel op zichzelf vormen The Four Seasons:
hun I Saw Mama Kissing Santa Claus klinkt exact zoals u het zich inbeeldt.
Zoals gezegd staan er ook een aantal nummers op deze CD die zich verder
verwijderen van de rock 'n' roll en aanverwanten: |
6 november 2019
DVD Recensie
PLAY
THE EVERLY BROTHERS/ THE WIENERS The
Wieners kennen hun klassiekers: met ruim 120 optredens per jaar toveren
zij op eenvoudig verzoek een eerbetoon aan Buddy Holly, Johnny Cash,
Ricky Nelson dan wel The Everly Brothers uit de hoge hoed, en hoe verrekte
goed ze die rock 'n' roll pioniers kunnen naspelen kan u nabeluisteren
op hun respectieve CD'tjes. Tot juni 2020 is hun Everly Brothers tribute
nog zo'n 40 keer te zien in de Nederlandse theaters en niet alleen in
de theaters maar ook in uw luie zetel, want na de CD Bird Dogs brengen
The Wieners voor het eerst ook een DVD uit van een van hun eerbetonen.
De op 6 januari 2018 in Theater De Hofnar in Valkenswaard gefilmde DVD
The Wieners Play The Everly Brothers bevat met 12 nummers een samenvatting
van de succesvolle theatershow, doch verwacht u daarbij niet aan een
flitsende alle pannen van het dak swingende live registratie genre Brian
Setzer Orchestra Rocks Japan, want wat hier telt is de soberheid en
het intieme van een luisterconcert. Het optreden lijkt mij gefilmd met
een viertal vaste camerastandpunten en twee cameralui die zich per liedje
op een andere positie opstelden, het beeld is niet echt 8K Ultra Full
HD haarscherp en de hand held shots wiebelen wat, maar de montage is
dankzij in- en uitzoomen en extra close ups zo creatief dat dit enkel
opvalt aan een vakidioot zoals ik die daar speciaal op zit te letten.
|
CD Recensies
ROCKS/
BILLY LEE RILEY
Wie Bear Family's Rocks reeks verzamelt zit op rozen: er verschenen
in deze serie al meer dan 60 CD’s van zowel blanke als zwarte
artiesten alsmede zowel de allergrootste hitmakers als doo-wop groepen
als bluesrockers als instrumentalisten als rockabillies als voorlopers
en ga zo maar door. |
ROCKS/
LINK WRAY
Gitaargod Link Wray een subtiel meestergitarist noemen is overdreven:
de man moest het vooral van het powerakkoord hebben en staat dan ook
bekend om zijn innovaties inzake luide muziek - lees: hij ging luider
dan de concurrentie. Ook zijn duistere doch deels functionele imago
sloot daarbij aan: indianenbloed in de aderen, het agressieve van zijn
enige hit Rumble (zijn carrière was misschien heel anders verlopen
als dat nummer een vriendelijkere titel had gehad), die ondoorgrondelijke
zonnebril die hij eigenlijk ook maar droeg omdat de zon pijn deed aan
zijn ogen, die leren jekker die hij eigenlijk ook maar droeg om geen
verkoudheid op te lopen (hij was een long verloren aan tuberculose).
Minder bekend: misschien speelde Wray wel zo luid omdat hij sinds kindsbeen
af na een aanval van de mazelen deels doof was! Van Link Wray zijn véél
CD’s in omloop en daar zijn niet veel slechte bij, al is het een
kluwen van alternatieve versies en heropnames. |
23 oktober 2019
TELL
IT TO ME: We
kruipen in onze teletijdmachine: de zogenaamde Bristol Sessions uit
1927 in Bristol, Tennessee zullen niet onbekend zijn voor wie vertrouwd
is met de ontstaansgeschiedenis van de countrymuziek, want de zoektocht
naar nieuw talent door de Victor Talking Machine Company onder leiding
van producer Ralph Peer leverde Jimmie Rodgers en The Carter Family
op die van onschatbare waarde bleken in de evolutie van de country en
een lijn uitzetten die rechtstreeks naar Johnny Cash leidde. Minder
bekend is dat Peer een jaar later een vervolg breidde aan deze America's
Got Talent avant la lettre die niet dezelfde oogst opleverde en dat
er vòòr Peer en in het kielzog van Peers initiële
succes nog andere gelijkaardige talentenjachten plaats vonden: Okeh
Records deed het al in 1925 en er volgden tot 1937 nog vijf andere platenmaatschappijen
waaronder Columbia Records dat in oktober 1928 en oktober 1929 opnames
maakte in Johnson City, Tennessee waarvan 100 kantjes werden uitgebracht.
Voor alle duidelijkheid: dit alles gebeurde niet uit muziekhistorische
overwegingen om de opgenomen muziek voor uitsterven te behoeden maar
was louter commercieel. De bedoeling was amateurtalent aan te boren,
goedkoop platen te maken en vooral om die platen te verkopen, want de
78 toeren plaat, destijds het summum van high fidelity, boomde in de
tweede helft van de jaren '20, al zou dat niet lang duren. De laatste
dag van deze opnames, 24 oktober 1929, was namelijk de eerste dag dat
de beurzen in elkaar stortten en toen in 1930 de Grote Depressie toesloeg
was de platenmarkt om zeep. Daardoor is het ironisch dat deze opnames
90 jaar later worden heruitgebracht niet zozeer om platen te verkopen
en winst te maken maar juist omwille van hun enorme muziekhistorische
belang. |
AUTUMN
LEAVES: 29 GEMS FOR THE GOLDEN SEASON OF INDIAN SUMMER De
herfst, het seizoen van de overgang: we zitten er weer volop in. Een
pot gemberthee staat te trekken, heimwee naar de voorbije zomer(liefdes),
de melancholie om het vallend blad, de kleurenpracht in de natuur, nat
en koud, genieten van die laatste onverwachte nazomerdagen, een stevige
wandeling in het bos na een stevige storm gevolgd door een stevige kop
oxo. Ja, in onze jeugd hebben wij menig gedicht over de herfst geschreven,
en wij niet alleen: in de tijd toen het mensdom zich nog in groep rond
de radio schaarde en er stapels liedjes dienden geschreven om aan de
vraag te voldoen werden er inderdaad stapels liedjes over de herfst
geschreven. Stilistisch gaat deze CD in Bear Family's Season's Greetings
reeks erg breed, thematisch behandelt ie liedjes over de regen, de oogst
(Cotton Picker door Eddie Cochran) en kalkoenen omdat de Amerikaanse
feestdag thanksgiving nu eenmaal in de herfst valt, al dient er ook
weer niet overdreven: de instrumentale western swing Brownie's Stomp
van Milton Brown & his Musical Brownies uit 1934 rangschikken onder
"herfst" omdat de herfst hét seizoen zou zijn om brownies
te bakken noemen wij aan de baard trekken. Dat de CD een hoog easy listening
gehalte heeft mag in de gegeven omstandigheden geen verwondering wekken
en tussen de 29 tracks staat dan ook veel highschool pop, teen pop en
vocale harmony hoogstandjes zoals Waiting For Fall (Tab Hunter), See
You In September (The Tempos), The Wayward Wind (Bobby Comstock), de
John Leyton budget cover Wild Wind (Don Duke alias Dick Jordan), Rain
Rain Go Away (Bobby Vinton) en Kickin' Up The Leaves (Mark Wynter).
Als teen pop artiesten groot worden worden ze vaak crooners en ook aan
hen geen gebrek hier met Dinah Washington (September In The Rain) en
de orkesten van Bobby Christian (Autumn In New York) en Les Brown (Apple
Valley), én met artiesten die wij doorgaans met rock 'n' roll
associëren doch hier volledig de crooner kaart trekken zoals Etta
James (Stormy Weather) en The Coasters in 100% Platters modus in Autumn
Leaves. Trage big band swing wordt opgediend door de jazztrompet van
Harry James (Melancholy Rhapsody) en tot de easy tune behoort het onweerstaanbare
thema van Come September, een film uit 1961 met Rock Hudson, Gina Lollobrigida
en Bobby Darin, door "Bobby Darin & his Orchestra", eigenlijk
het orkest van Bob Mersey met voor de film Bobby Darin als dirigent,
niet als zanger want het nummer is volledig instrumentaal. Van easy
listening (Chet Atkins' mysterieuze rustige gitaarinstrumental Windy
And Warm in de LP versie) tot schmaltz is slechts een kleine stap voor
de mensheid en tot die schmaltz behoren het cult pianistenduo Ferrante
& Teicher met In The Rain. De melancholieke, zeg maar luie sax instrumental
September Song van The Viscounts (die van Harlem Nocturne) baadt in
een vreemd sfeertje door het orgeltje, Irma Thomas' originele It's Raining
uit 1962 werd in 1981 de hitparade ingezongen door Shakin' Stevens,
en dé rock 'n' roll klapper hier is de Bo Diddley beat sax instrumental
Storm Warning in de lange versie van de in juni jongstleden overleden
Dr. John die in 1959 Mac Rebennack heette. Nog meer rock 'n' roll is
de instrumentale sax honker Turkey Gobbler van Nino Tempo. Zoals reeds
gezegd en typerend voor deze serie is dat de CD erg breed gaat, wat
betekent dat u ook recht hebt op zowel bluegrass (het uptempo instrumentale
Shuckin' The Corn van Lester Flatt & Earl Scruggs), pré-war
country blues (What's The Matter With The Mill van Memphis Minnie &
Kansas Joe McCoy uit 1930), woest om zich heen slaande rhythm 'n' blues
swing (Turkey Hop Part 2 door Lionel Hampton) als novelty komedie (Moe
Zart's Turkey Trot, een honky tonk bewerking van Mozart's Rondo Alla
Turca uit 1783 door ex-Spike Jones frontman Red Ingle). |
Vinyl Recensies
DISCOVERING
CARL PERKINS - EASTVIEW, TENNESSEE 1952-53/ CARL PERKINS Door
Bear Family (D) gepromoot als dé ontdekking van het jaar: vier
onuitgebrachte nummers van Carl Perkins opgenomen in 1952 en 1953 (tenminste,
zo wordt gespeculeerd: het is niet bekend wanneer de nummers werden
opgenomen en het zou evengoed begin 1951 kunnen zijn) door ene Stanton
Littlejohn, een amateur die vanaf 1947 zo'n 10 jaar lang met tweedehands
opnameapparatuur liefhebberde en gratis acetates in één
exemplaar opnam. Het straffe: twee van die vier kantjes zijn rock 'n'
roll nummers, Good Rockin' Tonight en Drinking Wine Spo-Dee-O-Dee. Waarom
dit belangrijk is? Nogal wiedes: dit is minstens twee jaar vòòr
Perkins in 1954 tekende bij Sun Records, tot drie jaar vòòr
Perkins' stalgenoot Elvis Presley Good Rockin' Tonight opnam bij Sun
en tot drie jaar vòòr Johnny Burnette de definitieve rockabillyversie
van Drinking Wine Spo-Dee-O-Dee opnam. Over dit alles kan je blijven
discussiëren maar de enige manier om te oordelen is beluisteren,
dus op de pick-up ermee! |
TELSTAR
- THE LONELY BULL/ THE VENTURES
Van The Ventures kun je platen blíjven kopen en wij kochten ze
vroeger met stapels tegelijk op de vlooienmarkt tot we er écht
genoeg hadden en teveel met slechte covers, zowel in de betekenis van
platenhoezen als gecoverde nummers. De in 1958 opgerichte instrumentale
groep was in 1962 al zo populair dat hun platen ook in Japan werden
uitgebracht (er werd in het na de tweede wereldoorlog door de Amerikanen
bezette Japan heel veel rock 'n' roll uitgebracht) en dit is de heruitgave
van een in 1962 in deze vorm alleen in Japan verschenen 10-inch - in
Amerika, Canada, Australië en de ook door de Amerikanen bezette
Filipijnen stonden deze 10 nummers in 1962-1963 aangevuld met twee extra
nummers op de negende Ventures-LP getiteld The Ventures Play Telstar/
The Lonely Bull. Zoals gebruikelijk bij The Ventures bevat de plaat
enkel covers van hits van andere artiesten, te beginnen met Telstar
dat begint met wat raketgeluiden zou moeten voorstellen doch eerder
klinkt als vuurpijlen op oudjaar. Opvallend voor een gitaargroep is
dat in Telstar niet de gitaar centraal staat maar het orgeltje, net
zoals bij The Tornados wier origineel niet wordt verbeterd. Twee andere
nummers met orgel zijn Last Night van The Mar-Keys met saxofoon en Red
River Rock waarin de saxofoon werd vervangen door gitaar. Opvallend
is de cover van Herb Alpert's doorbraak single The Lonely Bull die je
met zijn olé olé geroep en trompetten gerust mag omschrijven
als Alpert's tijuana brass stijl met extra twang gitaar. Nog meer mexicana
horen we in Mexico van Bob Moore (dat in 1962 trouwens ook op de debuut-LP
van Herb Alpert & the Tijunana Brass stond), een Mexicaans wijsje
op twee tegen elkaar opspelende akoestische gitaren. Meer typische gitaarnummers
zijn Apache dat het Shadows arrangement aanvult met een tweede leadgitaar
die extra opvullende licks achter de melodie speelt en geluidseffecten
die wellicht afgeschoten indianenpijlen moeten voorstellen, en de geinige
pizzicato gitaarinstrumental Percolator (origineel van Billy Joe &
the Checkmates). Tequila, op zich een sax nummer, blijft overeind op
gitaar omdat de basisstructuur ook bij The Champs de gitaarakkoorden
waren. Het arrangement van The Ventures blijft vrij trouw aan het origineel
maar maakt dat arrangement onopvallend ingewikkelder en klinkt daardoor
weer net ietsje anders en uiteraard zonder sax. Let There Be Drums van
Sandy Nelson zijn slechts een paar rifjes op gitaar en met Mel Taylor
achter de drums kan je niet in de fout gaan. Al deze covers klinken
toch wat softer dan de originele versies en sommige hebben (ongewild?)
een hoog frolic diner en/ of easy tune (Calcutta) gehalte. Wie een plaat
vol Walk Don't Run's verwacht blijft dan ook op zijn honger, al maken
de twee bonustracks uit 1961 veel goed: Wailin', origineel van The Wailers
uit 1959, is een supersnelle gitaar boogie die meer klinkt als de West-Europese
gitaarbands begin jaren '60, en ook Guitar Twist (voor zover ik weet
een Ventures original gepend door Tommy Allsup en Dick Glasser) is een
pure gitaarinstrumental, een uptempo bluesy workout maar zeker géén
twist. Anno 2019 bestaan The Ventures nog steeds (zij het zonder één
enkel origineel groepslid in de gelederen) en zijn ze nog steeds razend
populair in Japan! Dit is een gelimiteerde uitgave van 500 stuks op
rood vinyl. |
THE
BEST OF/ LITTLE RICHARD
Waarom zou ik dit kopen als ik deze 10 nummers al in het lang en het
breed heb op diverse LP’s en CD’s? |
25 september 2019
CD Recensies
24 SONGS/ NATE GIBSON & THE STARS OF STARDAY Bear Family, BCD 17588
Starday Records is in ons wereldje vooral bekend vanwege de populaire
Starday rockabilly (Groovey Joe Poovey! Sonny Fisher! Glenn Barber!
Hal Harris! En vele anderen!) maar was veel meer dan dat, namelijk niet
meer of minder dan het belangrijkste Texaanse label in de jaren ’50
en ’60: van 1952 tot 1968 bracht Starday zo'n 3000 country-, bluegrass-,
gospel en truckersingles uit. Op Starday verschenen de eerste opnames
van latere wereldsterren als George Jones, Willie Nelson en Roger Miller,
het diende als vangnet voor door de majors geloosde artiesten als Stringbean,
Cowboy Copas, Johnny Bond en Red Sovine, én het was leverancier
van zogenaamde custom persingen: als je een plaatje wou uitbrengen en
je had wat centen dan perste Starday jouw singles zonder vragen te stellen.
Het label vond zijn ambassadeur in rockabilly muzikant Nathan Gibson
(een man met een PhD in muziek etnologie die opnam onder eigen naam,
met Deke Dickerson en Sean Mencher van High Noon en in Finland met The
Barnshakers en The Hi-Fly Rangers) die in 2011 het boek The Starday
Story: The House That Country Music Built schreef en zoveel mogelijk
Starday artiesten opspoorde die nu allemaal tussen de 75 en de 95 jaar
oud zijn. Met een aantal van hen maakte Gibson nieuwe opnames die hij
zelf uitbracht op dubbel-LP op zwart én op rood vinyl (bij de
rode versie krijg je een gehandtekende foto van een Starday artiest
bij. Helaas kost het verzenden naar Europa alleen al 38 dollar). Op
zoek naar een firma die dit kon persen op CD mét een boekje van
54 pagina’s erbij informeerde hij bij Bear Family waar zij hun
dikke CD-uitgaves lieten drukken en de Duitse re-issue reus was zo onder
de indruk van het project dat ze prompt aanboden dit zelf uit te brengen.
Het resultaat is inderdaad knap: 24 nieuwe tracks van 14 Starday artiesten
(en dan zijn er nog een vijftiental andere nog actieve Starday artiesten
die niét meedoen), vooral countryartiesten maar ook rockabillies
Sleepy LaBeef en Rudy "Tutti" Grayzell die allemaal oude Starday
nummers van zichzelf heropnamen in duet met Nate Gibson, begeleid door
een band onder leiding van Marty Stuart met daarin goed volk als Dave
Roe (ex-Johnny Cash) op elektrische bas, Kevin Smith van High Noon op
contrabas, Bobby Trimble op drums, Carl Sonny Leyland op piano en Bobby
Horton op steel gitaar, dus muzikaal zit dit helemaal snor. |
33
YEARS STAGE BY STAGE/ JOHN LEWIS |
BLACK
HALLOWEEN
Daar komt halloween en daar komen de halloween CD’s! De jaren
'50 tot begin '60 waren hoogdagen voor all things horror: de oude griezelfilms
uit de jaren '30 en '40 kwamen op het bijzonder populaire nieuwe medium
televisie, al dan niet gepresenteerd door zelf als griezel verklede
horror hosts, er waren tijdschriften over die films (Famous Monsters
Of Filmland!), er waren horrorstrips (Tales From The Crypt! The Vault
Of Horror! The Haunt Of Fear!) en in de drive-ins liepen massas nieuwe
griezel- en science fiction films. Kortom: er was een markt, en dus
werden er ook plaatjes over monsters gemaakt. Die plaatjes worden sindsdien
met de regelmaat van een fout lopende klok heruitgebracht op verzamel
LP’s en CD’s en als ze niet op die verzamelaars staan vindt
je ze wel op YouTube. |
18 september 2019
IT'S
HER/ MEL PEEKABOO |
HOT
BOP/ MANNY JR & THE CYCLONES Na
twee CD’s in eigen beheer is dit de tweede CD op El Toro van dit
Canadese kwartet met de niet zo vaak voorkomende combinatie van vader
Manny Sr op akoestische ritmegitaar en zoon Manny Jr als zanger en leadgitarist,
voor de goede orde aangevuld met contrabas en drums. Hun Rockabilly
Girl CD uit 2013 vonden wij klinken als een slecht gemixte demo, deze
opvolger heeft een heel wat professioneler geluid en Ludovic Manny zingt
ook veel beter, zij het soms nog steeds bibberend. Laat u stijlsgewijs
niet beetnemen door de tekening op het hoesje: Manny Jr & the Cyclones
staan in Canada geboekstaafd als all round rock 'n' roll band (ze hebben
met dezelfde bezetting zelfs een surf en sixties rock 'n 'roll band
genaamd The Typhoons) en bewijzen dat op deze CD die opent met de gitaarinstrumental
Cavalier Seul die zelf begint met een surfintro maar na 15 seconden
die surf vermengt met cowboyklanken op banjo wat een leuk uptempo twangy
wijsje vormt. Kampvuursurf! De hoofdbrok is fifties styled rockabilly
met veel echo en twangy gitaar (Back In A Heartache, titeltrack Hot
Bop die er op staat in een Engelse én een Franse versie, Oh Baby
Yeah, You're So True, Dirty Rat), maar de CD biedt ook ruimte voor rockabilly
met steel gitaar (Choo Choo Train), rock 'n' roll met gastsax (You Knock
Me Out), rechtdoor café rock 'n' roll (Manny You Can't Jive met
sax en op piano de niet onbekende Israel Proulx, ook te gast op de piano
boogie You Don't Love Me), en nog meer uptempo kampvuurmuziek met Tennessee
en het instrumentale Manny's Rag, beide met gast banjo. Alle 14 nummers
zijn zelfgeschreven. |
WOW - THE WOMEN OF WILD In
april 2019 vond in Turnhout de eerste Europese Wild Records showcase
plaats en te dier gelegenheid verscheen de CD The WILDest Weekender
met 23 tracks van de 23 bands die toen optraden in de krappe tijdspanne
van twee dagen. |
4 september 2019
JUMPIN'
& HUMPIN'/ RvB
Dit is minstens het vierde album van RvB wat staat voor Ruki’v
Bryuki, een vijfkoppige band uit Kiev, Oekraïne met een bezetting
van twee gitaren, contrabas, drums en sax. De stijl is zwarte rock 'n'
roll en rhythm 'n' blues jive met alles erop en eraan dat de dag van
heden onder die noemers valt te rocken, ouderwets gezellige vaak medium
tempo fifties grooves gebracht met de nodige soul en een early sixties
vibe, een wild om zich heen toeterende sax, rhythm 'n' blues gitaren,
strolls en een diepe doo-wop stem à la Coasters. Referenties:
Mike Sanchez (maar dan uiteraard zonder piano), Barrence Whitfield,
Nico Duportal, The Stargazers. Er staat ook een nummer op gezongen in
wat ik denk dat Oekraïens is, de twister Mr. Vecher! RvB is al
bezig sinds 2007 en dit is voorbeeldig gespeeld en evenredig voorbeeldig
gezongen dansvloerwerk helemaal op maat van de Rhythm Riot crowd. De
CD werd voor driekwart opgenomen en voor de volle 100 % gemasterd bij
Black Shack in Calw (D) dus de sound zit ook helemaal snor. You Don't
Care en Drum Beat verschenen op de El Toro vinyl single ET-15.120. Info:
www.eltororecords.com
en www.rukivbryuki.bandcamp.com
(Frantic
Franky) |
MEAN
OLD MAN/ HOT CLOVER CLUB
Hot Clover Club is een Spaanse band uit Sevilla die in 2014 al eens
een CD uitbracht in eigen beheer getiteld Broken Wings, toen nog als
drumloos trio. Nu zijn ze een kwartet waarvan wij één
muzikant kennen, drummer Jesús López, om de eenvoudige
reden dat die momenteel lijkt te drummen bij álle Spaanse én
Portugese bands! Hot Clover Club speelt in traditionele viermansbezetting
van zang/akoestische ritmegitaar, leadgitaar, contrabas en drums en
de CD opent met uptempo cowboy hoempapa maar dat ene nummer zet je helemaal
op het verkeerde been. De stijl van Hot Clover Club neigt namelijk meer
naar de neo: scherpe, vinnige rockabilly met een hint van Restless in
de manier van zingen van de hoge stem van frontman Ismael Lojo, in de
refreinen soms versterkt door een tweede stem. Toch wordt het melodieuze
nergens uit het oog verloren, zoals in de cover van Bobby Helms' Tennessee
Rock 'n' Roll. Ook mooi: hun uptempo rockabilly cover van Hank Williams'
I'm So Lonesome I Could Cry. Andere covers om hun stijl te situeren
tussen de 12 songs op deze CD zijn Buddy Holly's Love Me, Jimmy Wages'
Madman en Don Woody's Barking Up The Wrong Tree. Het eigen nummer daarvóór
is getiteld Mr Don maar heeft niets met Don Woody te maken. Tussen de
eigen nummers staat er voorts eentje dat ze cadeau kregen van Rusti
Steel, Shopping Around. Aangename ontdekking! Info: www.eltororecords.com
en www.facebook.com/HotCloverClub
(Frantic
Franky) |
30 augustus 2019
RETROGRADE/
BAMBOOZLE
Dit is het finale luik in Bamboozle's onfeilbare plan tot werelddominantie:
na drie vinyl-/ CD-singles sinds 2016 deelt de Britse band opgericht
door zangeres-contrabassiste Serena Sykes (een dame van vele talenten:
ze was ook producer van dit album) en Keytones gitarist Jim Knowler
nadat The Keytones er een definitief einde aan hadden gebreid, de finale
klap uit met hun debuutalbum dat acht originals en twee covers bevat.
Zes van die tien nummers (Heebie Jeebies, Mayhem, Daddy's Girl, The
Lowdown, Ice Cold Beer en Just Like You) stonden al op die singles,
maar we mogen er van uit gaan dat niet iedereen die allemaal zal hebben,
ook al omdat de band ondanks prestaties op onder meer Vlissingen Vintage,
Feel The 50's Venlo en V8 Brothers Village (B) nog niet echt supervaak
bij ons heeft opgetreden. Sinds pedalsteelgitarist Dave Kirk de band
verliet in 2018 is Bamboozle actief als trio met op drums Les Curtis,
bekend van Darrel Higham & the Enforcers en Bob & the Bearcats,
wat zorgt voor een wat hardere edge. Dat neemt niet weg dat Bamboozle
lekkere jazzy licks uit de gitaar schudt (Five Past Ten, Heebie Jeebies)
en tovert met backing vocals (Daddy's Girl), een swingende rock 'n'
roll stijl die wij ons graag laten welgevallen. Onweerstaanbaar zijn
de drie door Knowler gezongen nummers, Just Like You, het relaxte Ice
Cold Beer en de jive classic in spé The Lowdown. Wat ruiger zijn
Rockin' Man en Toxic Nightmare, hedendaagse bijna moderne rock 'n' roll
met een vette knipoog naar Imelda May, verwijzing die ze zelf in de
hand werken door May's Mayhem te coveren. Ook hun versie van het bekende
Fever had zo door Imelda May gebracht kunnen worden. Die Imelda May-achtige
nummers hebben echter niet de big label big studio productie van Imelda
May, wat ons tot de essentie van Bamboozle brengt: ze gaan back to basics
en klinken zoals Imelda May klonk in haar beste rock 'n' roll dagen
maar nu niét meer klinkt. Het gat achtergelaten nadat Imelda
May besloot het te gaan wagen als rockzangeres heeft Bamboozle met andere
woorden mooi dichtgestuct. Voor de slechte verstaanders en de mensen
van kwade wil: dit is bedoeld als compliment! Ook uit op vinyl (RIGHT339V)
(500 stuks), en samen met dit album komt Heebie Jeebies dat vorig jaar
al verscheen als CD-single én vinylsingle opnieuw uit als 1 track
CD-single (RIGHT344D). Info www.bamboozlehq.co.uk
(Frantic Franky) |
MY
FOREIGN LOVE/ JAKE CALYPSO & HIS RED HOT Hervé
Loison (F) brengt ze sneller uit dan wij ze kunnen recenseren: wij hebben
amper de recentste Jake Calypso beluisterd of er is al een nieuwe Hot
Chickens-CD uit en voor december staat reeds een nieuwe Jake Calypso
vinyl single geprogrammeerd. Hot Chickens vierden in augustus hun 20ste
verjaardag, met Jake Calypso is Loison ook al 10 jaar op trot en dit
moet het zesde of zevende Jake Calypso album zijn, best mogelijk dat
we er in al die drukte eentje gemist hebben. Jake Calypso live mag dan
nog steeds uitermate aanstekelijke georkestreerde rock 'n' roll chaos
zijn (u kan daar zelf getuige van zijn op zaterdag 16 november als hij
optreedt in de Cruise Inn in Amsterdam), op geluidsdrager heeft de jodelende
waanzin van My Baby Rocks, Call Me Baby en When The Pretty Girl Bop
in die 10 jaar plaats geruimd voor de persoonlijkheid van Hervé
Loison zelf, en het feit dat Loison álle rock 'n' roll en blues
gerelateerde muziekjes goed vindt vertaalt zich steeds meer op de Jake
Calypso albums die onderling stilistisch erg verschillen. Deze My Foreign
Love (met op de hoes de échte Calypso, Jake Calypso's kleindochter),
in goede banen geleid door zijn vaste begeleiders Christophe Gillet
(gitaar) en Thierry Sellier (drums) met op bas Ben D. Driver van The
Hoodoo Tones (die inderdaad contrabas speelde toen wij Jake Calypso
de laatste keer zagen in juli), situeert zich muzikaal vooral in de
begin jaren '60 pophoek waar The Crickets post Buddy Holly en Bobby
Fuller zich thuis voelden (You're My Wonderful Love, I Gotta Know, de
mambo-ënde titeltrack My Foreign Love), met uitstapjes naar meer
zwart gerichte early sixtiespop (Addiction Baby), een onbeschaamde popballade
(Chessboard Of Love), Hawaiiaanse klanken (Comeback To Me met El Lega
(E) op lap steel), akoestische werkmansliederen en folkblues gospel
(Fairy Tale, opener Don't Miss The Train Man), tot zelfs seventies glamrock
met gast sax (When I Was 15), een dikke Stax-/ Motown-blazerssectie
op het evenzeer naar popmuziek lonkende Gimme Your Love, en de meer
rock gerichte afsluiter The Queen Of The Road. Dit is een rustig Jake
Calypso album, maar wel een goéd rustig Jake Calypso album. Let
ook op het CD-boekje met de songteksten als stripverhaal. Eveneens uit
op LP op wit vinyl (RPRLP11) Info: www.jakecalypso.com
en www.rockparadise.fr
(Frantic Franky) |
ANOTHER
BANANA SPLIT PLEASE
't Is weer voorbij, die mooie zomer, die zomer die begon zowat in mei...
Nou, klimaatopwarming of geen klimaatopwarming, veel zomer hebben we
nog niet gehad en hij is voorbij voor je het weet. Gezellig hoor, openluchtfestivals
met een dikke trui aan en een paraplu in de hand. 't Zijn geen zomers
meer als vroeger, zo zeg ik u! Nou, vroeger toen zomers nog wel echte
zomers waren maakten ze er zelfs liedjes over en had je heuse zomerhits,
et voilà, daar volgt Bear Family (D) zijn eigen footprints in
the sand met een opvolger voor de vorig jaar in hun Season's Greetings
serie verschenen zomer-CD Banana Split For My Baby, en dan vinden wij
als nerds het toch jammer dat ze exact hetzelfde hoesje hebben gebruikt
in plaats van een gelijkaardig zodat je een echte reeks krijgt. Soit,
't is de inhoud die telt, in casu 33 tracks uit het tijdsgewricht 1938-1962,
en die inhoud bevat opvallend veel teenrock en -pop, niet meteen rock
'n' roll genres waar uw dienaar een zonnesteek van krijgt maar ik ben
niet te beroerd om in alle eerlijkheid toe te geven dat er weinig rommel
zit tussen Summer Job van Brian Hyland, het Cliff Richard-achtige Here
Comes Summer van Jerry Keller, Dark Dark Sunglasses van The Kittens
(die backings zongen op Oh Carol van Neil Sedaka), Soda Pop Pop van
Vince Eager (Keeping Cool With Lemonade van Nick Noble, Banana Split
van The McGuire Sisters en Summer Night van The Chimes. Ook het op Short
Shorts leest gestoelde She Takes Sun Baths van Sammy Salvo is objectief
beluisterd teen rock maar vinden wij subjectief een hele goeie uptempo
stroll, en zelfs Blue Skies van opnieuw The McGuire Sisters zou je teen
rock kunnen noemen. (Theme From) A Summer Place van Joanie Sommers hoort
echter eerder thuis bij de easy listening crooners, net zoals het instrumentale
Sea Nymph van Les Baxter meer easy listening orkestmuziek als exotica
is. |
Vinyl Recensies
SEE
YOU LATER ALLIGATOR/
Kijk, dit vind ik nu geweldig. Niet zozeer de muziek (al is en blijft
die fantastisch) want die hebben we allemaal al in het lang en het breed
in verschillende formaten, maar wel de verpakking: de natuurgetrouwe
heruitgave van een in 1957 in Brazilië verschenen Decca 10-inch.
Schitterend toch: See You Later Alligator e outros sucessos com Bill
Haley, o rei do rock 'n' roll, e seus Cometas, in alta fidelidade! De
liedjes zelf zijn stuk voor stuk niet stuk te krijgen rock 'n' roll
klassiekers, al staat Rock Around The Clock er niét op, wél
See You Later Alligator, R-O-C-K en het instrumentale Rudy's Rock met
saxofonist Rudy Pompilli in de hoofdrol do filme Ao Balanço Das
Horas (zo heette Rock Around The Clock in het land van de springende
koffiebonen), Rip It Up do filme Musica Alucinante oftewel Don't Knock
The Rock, en The Saints Rock 'n' Roll. Net iets minder bekend zijn Teenager's
Mother, het minder snelle maar daarom niet minder goede The Paper Boy,
en de tragere wat meer bluesy instrumental Blue Comet Blues gedragen
door gitarist Franny Beecher. Omdat de acht tracks van de originele
10-inch toch wat weinig werden bevonden bevat deze re-issue twee extra
tracks uit 1956 wat het totaal op tien brengt: Two Hound Dogs dat op
één lijn staat met het beste van bompa Bill, net als Hide
And Seek, even straf doch gezongen door steelgitarist Billy Williamson,
de enige Comet die ooit lead mocht zingen op Haley's Decca opnames.
Gelimiteerd op 1000 exemplaren, zijnde 500 op zwart vinyl en 500 op
rood vinyl maar die rode zijn bij Bear Family al allemaal de deur uit.
Het leven is aan de rappen! |
YOU'RE
BARKING UP THE WRONG TREE/ God,
wat hebben wij hier in de jaren '80 op gebopt alsof ons leven er van
af hing, of in ieder geval toch op de twee nummers op de A-kant van
deze 4-track vinyl-EP, de meezinger You're Barking Up The Wrong Tree
met zijn waf waf woef woef, en Bird Dog (uiteraard niet die van The
Everly Brothers), net als You're Barking Up The Wrong Tree voorzien
van een onweerstaanbare gimmick, in casu dat fluiten op die vingers.
Beide nummers die in 1957 Woody's debuutsingle op Decca Records vormden
werden vanaf de tweede helft van de jaren '70 terecht rockabillyklassiekers
wegens allebei gebaseerd op hetzelfde zalig boppende stramien: een stop-start
structuur, lijzige macho zang, pianosolo’s, een geprononceerde
beat en stevige gitaarsolo’s (Grady Martin!), rockabilly op dezelfde
eenzame hoogte als een Johnny Burnette. |
FAIRLANE
ROCK/ HAYDEN THOMPSON
Hayden Thompson is de laatste nog actieve Sun artiest (volgend jaar
april staat ie op zijn 82ste op Viva Las Vegas) en vroeger werd nogal
eens gezegd dat ie nooit heeft kunnen verkroppen dat Elvis het gemaakt
had en hij niet. Daar zal hij 42 jaar na de dood van Elvis wel anders
over piepen! Thompson bracht welgeteld één single uit
op Sun sublabel Phillips, Love My Baby uit 1956 (geflopt want Raunchy
van Bill Justis werd net een hit dus daar ging alle promotie naar toe),
maar zijn complete (destijds dus onuitgebrachte) Sun output is goed
voor in totaal zo'n negen titels. Die zijn allemáál goed,
ook de trage shuffles, maar op deze EP werd geopteerd voor de bekendste
uptempo nummers. Fairlane Rock en Mama Mama Mama zijn Sun rockabilly
op zijn allerbest, gebaseerd op kinderrijmpjes maar handelend over auto’s,
kledij, vrouwen en rock 'n' roll zelf: ongecontroleerd testosteron,
wilde gitaren en een chaotisch geluid - beter wordt het eenvoudigweg
niet. Het wat mysterieus oosters klinkend Rockabilly Gal, het enige
nummer op Sun Records met het woord "rockabilly" in de titel,
over Elvis en dan vooral over de invloed van "a certain rockabilly
singer, just a hillbilly singer at the start" op Thompson's rockabilly
gal, is het ultieme bewijs dat medium tempo rockabilly óók
fantastisch kan zijn, en Love My Baby dat met die geweldige piano-akkoorden
van Jerry Lee Lewis thuis hoort op elke Sun best of horen we hier in
een alternatieve versie. Er bestaan van dat nummer twee nauwelijks van
elkaar verschillende alternatieve versies waarvan het grootste verschil
met de officiële versie er in bestaat dat de alternatieve meer
klikken en de piano meer naar achter in de mix zit. Nou, moest u nog
niks van Hayden Thompson hebben dan is de boodschap duidelijk. Kopen,
die handel! |
RIVERSIDE
JUMP/ JACKIE LEE COCHRAN
De in 1998 op 64-jarige leeftijd in zijn slaap overleden Jackie Lee
Cochran behoort samen met Ray Campi, Mac Curtis en Johnny Carroll tot
de grote vier van Rollin' Rock Records, vier fifties artiesten wier
carrière gerevitaliseerd werd door nieuwe opnames op dat kleine
labeltje van godbetert een naar Hollywood geëmigreerde Italiaanse
jood die zo enthousiast was over rock 'n' roll dat hij een eenmanskruistocht
begon tot meerdere eer en glorie van zijn dierbare muziek. De grote
vier kwamen regelmatig naar Europa maar je kon ze op vakantie in Amerika
ook gewoon ginder gaan bekijken, en zo zal ik nooit vergeten dat ik
op een mooie avond belande op Cochran's wekelijkse optreden in zijn
stamkroeg in Los Angeles waar hij pophits coverde voor een publiek van
ongeïnteresseerde studenten. De man stráálde toen
we tijdens de pauze een praatje gingen maken en tijdens de tweede set
waarin hij speciaal voor ons zijn fifties nummers vertolkte werden we
vanop het podium uitgebreid voorgesteld als zijn friends from Europa,
en we kregen er nog een CD bovenop. Om u maar te zeggen: u zal van mij
geen onvertogen woord horen over Jack The Cat. |
CATAPILLAR/
RAY CAMPI
Met deze heruitgave hebt u in één klap op één
EP de eerste twee singles van rockabillyheld Ray Campi. De eerste, Catapillar/
Play It Cool, opgenomen in 1956, is klikkende rockabilly met veel akoestische
gitaar, vingergeknip en scattende zang, opgenomen in triobezetting met
akoestische gitaar, leadgitaar en contrabas, zonder drums. |
YOU'RE
MY BIG BABY NOW/ ROY MOSS
Met Roy Moss zitten we helemaal in de great unknown heroes en deze vinyl-EP
bevat zijn twee Mercury singles, opgenomen tijdens één
sessie eind 1955. Moss kwam uit de country en was een protégé
van Jimmie Skinner die twee van deze vier songs schreef. You're My Big
Baby Now is rockabilly met weerhaakjes opgenomen in een echotank met
een vlotte leadgitaar, luide akoestische ritmegitaar, wild slappende
contrabas en vooral met één gelaarsd been nog in de modder
van de boerderij. De schitterende uptempo bopper You Nearly Lose Your
Mind, een opgefokte cover van een countrynummer van Ernest Tubb, is
wanhopiger maar meer country gericht zonder de rockabilly feel te verliezen.
You Don't Know My Mind is melodieuzer doch eigenlijk uptempo hillbilly
maar uitgevoerd op een rockabillyritme. De solo grijpt terug naar country
maar de contrabas is opnieuw voor die tijd straf slappend. Corinne Corinna
is het bekende Big Joe Turner nummer (al is het veel ouder dan Big Joe
Turner) gebracht als boppin' hillbilly, een uitstekende versie als je
't mij vraagt (maar niemand vraagt mij ooit wat) wegens bijvoorbeeld
sneller dan de rockabillyversie van Johnny Carroll. Moss zou in 1958
nog welgeteld één rock 'n' roll single maken en dan loopt
het spoor dood: hij was nog een tijdje countryzanger alvorens vee te
gaan kweken. In 1975 verscheen nog één countrysingle,
in 1994 de Eagle (D) CD Rockin' Roy Moss met nieuwe opnames, en sindsdien:
niks, nada, rien, nothing. Is er eigenlijk iemand die weet of Moss nog
leeft? If so, gelieve hem dan te vertellen dat dit vier fantastische
rockabilly tracks zijn. Info: www.eltororecords.com
(Frantic
Franky)
|
22 augustus 2019
CD Recensies
69
AUTOMOBILE/ SUPERSONICS |
ROCKS/
NARVEL FELTS
Narvel Felts geniet de merkwaardige eer een Sun recording artist maar
geen Sun artiest te zijn: hij nam in 1957 10 nummers op voor Sun Records
die toen echter niet zijn uitgebracht, ten onrechte want het broeierige
Did You Tell Me (You Don't Care) moet zeker niet onderdoen voor wat
Sun wél uitbracht. Daarnaast hebben wij het altijd geinig gevonden
dat wij in het pré-CD tijdperk twee LP’s van hem hadden:
de Bear Family LP A Teen’s Way met een fantastische rockabillyhoes
en Rocket Ride Stroll waarop de oudere en zwaardere jaren '70 Narvel
Felts stoer de camera in kijkt. Wat daar zo geinig aan is? Dat de plaat
met de domste hoes de beste was! Ja, zoiets vinden wij nu grappig, zie.
We hebben Felts een aantal keer live gezien en zingen kan hij, dat zal
niemand ontkennen, en zijn Radio Rockabillies LP’s met live-opnames
uit de jaren ’50 zijn zeker niet slecht. Ze werden door Richard
Weize Archives in 2017 heruitgebracht op CD, maar de definitieve Narvel
Felts carrière-omspannende compilatie ontbrak nog, al was Did
You Tell Me op Bear Family uit 1997 ook een hele goeie verzamelaar.
Tot nu, want Narvel The Marvel krijgt nu de Rocks behandeling: zijn
beste uptempo materiaal netjes op één CD, en dat met opnames
van 1956 tot 2002. De oudste opnames dateren van nog vòòr
Felts' eerste professionele opnames en komen uit die Radio Rockabillies
huis-, tuin- en keuken opnames, in 1956 opgenomen om te worden uitgezonden
op de radio, opnames die voor het eerst op LP uitkwamen in 1988 en in
1997 op CD verschenen. De vijf rockabilly nummers die voor deze Rocks
werden geselecteerd zijn Maybellene, Go Go Go, een rammelend Blue Suede
Shoes, Mystery Train en Woman Love, hier voor het merendeel zodanig
geknipt dat het net studio-opnames lijken, ook al omdat de hifi-kwaliteit
verbazingwekkend is. Van zijn 10 Sun titels (die allemaal op die Did
You Tell Me stonden), opgenomen tijdens twee sessies in 1957, staan
er hier drie op: Did You Tell Me en de sax rockers Lonely River (origineel
van Gene Autry uit 1941) en My Babe. De trage nummers A Fool In Paradise,
Your Touch en A Teen's Way staan hier niet op, van de prima rocker Cry
Baby Cry, Foolish Thoughts (met steel!), de mamborocker Kiss-A-Me Baby
en de sleazy stroller Lonesome Feeling staan hier wel de Mercury heropnames
op, eveneens uit 1957 en in een betere productie. Vanaf dan zou Felts
elke jaar een paar singles uitbrengen en van die output staat hier een
sterke selectie op: het mooie Vada Lou met The Jordanaires en Millie
Kirkham op backing vocals, de fantastische sax instrumental Rocket Ride
in de uptempo versie (de vertraagde versie die uitkwam als Rocket Ride
Stroll staat hier niet op), het muzikaal naar Ritchie Valens refererende
Cutie Baby en beschaafde rock 'n' roll van het Ricky Nelson type (Cindy
Lou). Zijn enige bescheiden hitje uit die dagen, zijn cover uit 1959
van het zwarte Honey Love van Clyde McPhatter & the Drifters) staat
hier overigens niét op! Tegelijk hoor je dat Felts vlotjes slalomde
doorheen de evolutie van de rock 'n' roll en zijn singles de muzikale
trends reflecteren: al vanaf 1959 krijgen we voorsmaakjes van wat later
zou volgen met teenrock (Lover Boy, Little Miss Blue), geslaagde tienerdramatiek
(Genavee, Mr. Pawnshop Broker), zelfs Italiaans cariété
(Tony), en brave early sixties hoempapa rock 'n' roll met de Charlie
Feathers cover Tongue Tied Jill, de Carl Perkins cover Your True Love
en de Joe Clay cover Get On The Right Track Baby, met tussendoor nog
een prima horror-rocker uit 1964 als Night Creature. Uit midden jaren
'60 dateert pop met mondharmonica (Sweet Sweet Loving) en swamprock
(Dee-Dee), van 1966 springen we met Chased By The Dawn naar countryfunk
uit 1972. Felts' definitieve doorbraak in 1973 als countryzanger slaat
de CD over omdat hij op eenvoudige aanvraag zijn voordeel deed met zijn
rockabillyverleden via revival-rock 'n' roll uit 1989 (het bekende Pink
And Black Days) en echte rockabillly met vier Rollin' Rock tracks uit
1998 toen Ronny Weiser audiëntie hield in Las Vegas, een bewijs
van wat je in die dagen kon bereiken als je een fifties artiest in de
studio opsloot met een energieke rockabillyband in zijn nek. De CD sluit
af in 2002 met de losse single Baby Let's Play House. |
DOOMSDAY
ROCK: THE BRITS ARE ROCKING VOLUME 1/ TOMMY STEELE |
DESTINATION
MOON Op
21 juli 1969 was het exact 50 jaar geleden dat Neil Armstrong als eerste
mens voet op de maan zette, het eindresultaat van de race into space
die meer dan tien jaar tevoren begon toen de Russen de eerste Sputnik
satelliet de ruimte inschoten. De space race hield de mensen ten zeerste
bezig en eind '50 begin '60 werden er dan ook massa’s plaatjes
uitgebracht gelinkt aan dat thema. Er zijn in de loop der jaren verschillende
space-rock 'n' roll compilaties verschenen maar deze Destination Moon
gaat een stapje verder door ook enkele niet-rock 'n' roll tracks op
te nemen. |
11 juli 2019
CRUISIN’
AROUND/ Wij
hadden nog nooit van Alex Valenzi gehoord maar op de CD wordt hij door
Levi Dexter omschreven als “de grootste erfgenaam van Jerry Lee
in Brazilië en de beste band van Zuid-Amerika". In hoeverre
dat Dexter’s eerlijke mening is dan wel Valenzi’s promomap
weten we niet maar hij blijkt bezig sinds begin jaren ’90 en trad
onder meer op in Amerika (Viva Las Vegas, Green Bay), Italië (de
Summer Jamboree in Senigallia), Spanje en Frankrijk, nam op met James
Burton en Kenny Lovelace, en speelde op Jerry Lee Lewis’ 70ste
verjaardag. Zo staat het in elk geval in die promomap. Daarmee weet
u gelijk dat Valenzi een pianoman is, maar zijn vierde CD is toch geen
piano-CD: de 88 toetsen vormen de basis maar zijn zeker niet het hoofdinstrument
dat alle aandacht naar zich toe wil trekken. De basisopstelling is immers
die van een kwartet maar er komen een hoop gastmuzikanten langs waaronder
sax. |
TWO
SILHOUETTES/ DEL SHANNON
In 2017 kwam Del Shannon opnieuw op onze radar met zijn Richard Weize
Archives LP Greatest Hits And Finest Performances, en nu is er deze
uitstekende Bear Family CD. Nu vindt u als hardcore rockabilly Del Shannon’s
klassieker Runaway uit 1961 (op deze CD in de minder bekende alternatieve
stereo versie) mogelijk geen rock ‘n’ roll maar in dat geval
zijn wij niet langer vrienden want Runaway is en blijft een parel van
een popsong met ondanks de zwaar op de hand liggende tekst erg relaxte
zang met die overslaande falsetto stem die tot de hemel reikte (een
hemel die Del Shannon zelf niet heeft bereikt omdat hij in 1990 op 55-jarige
leeftijd uit het leven stapte), die gelaagde opbouw en dat Telstar-achtige
orgeltje dat hier logischerwijs op wel meer nummers opduikt en geen
orgel was maar een musitron, een voorloper van de synthesizer uitgevonden
en bespeeld door Del Shannon’s toetsenist en Runaway co-auteur
Max Crook. In Del Shannon’s muziek zit teen rock en wat doo-wop,
gelijke delen Dion en The Four Seasons, veel meisjeskoortjes, een flink
stuk wall of sound, een royaal deel zwarte early sixties op de drempel
van de soul, en vooral veel pathos. Keep Searchin’, Hats Off To
Larry, Little Town Flirt en het jodelende Swiss Maid kent u misschien
nog, maar zo staat deze CD dus boordevol en bovendien gaat ie maar tot
1965 dus er staat geen rotzooi op: zelfs de sixties nummers als Ginny
In The Mirror en Move It On Over (niet de Hank Williams song) zijn te
pruimen. Del Shannon’s stijl paste perfect bij de Bruce Channel
cover Hey Baby, de sobere Roy Orbison cover Dream Baby, de noot voor
noot kopie van Dion's Runaround Sue, bij het Beach Boys-achtige Mary
Jane en zelfs bij een Beatles nummer als From Me To You, de allereerste
Amerikaanse Beatles cover. Zijn I Go To Pieces dat hier niét
op staat werd in 1965 trouwens een Amerikaanse hit voor het Britse duo
Peter & Gordon. The Wamboo bevat jungle bongo’s van “way
down deep in the Belgian Congo” en His Latest Flame is Del Shannon’s
originele versie notabene op een Bo Diddley beat opgenomen minder dan
een week vòòr Elvis het opnam! Opvallendste nummers die
buiten het stramien vallen zijn drie uitstekende door Del Shannon geschreven
instrumentals opgenomen in 1963 met Shannon zelf op ritmegitaar die
pas in 2004 boven water kwamen op de Bear Family (BCD15925) Del Shannon
8 CD-box Home And Away: The Complete Recordings 1960-1970 waaruit de
33 Big Top, Berlee en Amy tracks op deze CD gedistilleerd werden: Torture
is een horror surfgitaar instro met veel geluidseffecten die klinkt
als Link Way gekopieerd door een grote platenfirma, Froggy is naargelang
uw persoonlijke smaak voos, dom dan wel geinig, en Nothin' is een machtige
bijna garage surf-achtige instrumental met zware gitaar, orgel en sax.
Wij die Del Shannon eerlijk gezegd enigszins uit het oor verloren waren
zijn door deze CD overtuigde fans geworden en eisen eerherstel! De CD
gaat vergezeld van alweer zo'n fantastisch Bear Family CD-boekje (36
pagina’s) met het hele Del Shannon verhaal, interviews met muzikanten
die nog met hem hebben samengewerkt, foto’s, full colour hoesjes
(onder meer een Nederlands Favorieten Expres hoesje van Runaway uit
1965) en een sessionografie. Info:
www.bear-family.com
(Frantic
Franky) |