Je
recente release (muziek, boek of wat dan ook) gerecenseerd op onze website?
Stuur deze dan naar de hoofdredactie! |
18 september 2024
Vinyl Recensies
THE
WAY WE JIVED/ EMMA MATTUCCI Na
haar full album debuut Mind And Heart (CJROCD729) uit 2021 is hier
een vinyl single met twee nieuwe songs van Emma Mattucci die niet
op die CD/LP stonden, beide geschreven door papa en dochter Mattucci,
want Emma is voor wie het nog niet zou weten de dochter van Mario
Mattucci, gitarist van en brein achter The Be-Bop's, vanaf begin jaren
'80 pakweg 35 jaar lang een van de sterkhouders van de Belgische rockabilly.
Dat album werd volledig ingespeeld door Mario, maar deze single is
opgenomen met Emma's vaste band met naast Mario op gitaar Gaby El
Greco op contrabas en Pascal Lunari op drums, eveneens scene veteranen
met de nodige jaren op de rock 'n' roll teller, wat echter niet verhindert
dat deze single nog steeds net als dat album een behaaglijk knus huis-
tuin- en keukengevoel uitdraagt. Following
up on her 2021 full album debut Mind And Heart (CJROCD729) Emma Mattucci
presents a vinyl 45 with two new songs that were not on that CD/LP,
both written by the Mattucci father and daughter team, for - in case
you still wouldn't know - young Emma is the daughter of Mario Mattucci,
guitarist of and mastermind behind The Be-Bop's, for roughly 35 years
one of the strongholds of Belgian rockabilly, starting out in the
early 1980s. On the album all the instruments were played by Mario,
but this 45 was recorded with Emma's regular backing band consisting
of Mario on guitar, Gaby El Greco on double bass and Pascal Lunari
on drums, also scene veterans with more miles on the rock 'n' roll
odometer than they care to remember, while still managing to make
this 45 a cozy affair just like the album. |
THE
CAEZARS/ THE CAEZARS
Wanneer
speelden The Caezars, het Britse kwartet met gitarist Danny Dawkins,
de zoon van de betreurde Paul Owen Dawkins van The Rough Diamonds,
hun eerste gig? 2009? Als ik het me correct herinner gingen ze in
2016 uit elkaar, en nu zijn ze terug: op 13 april speelden AJ Denning
(zang), Danny Dawkins (gitaar), Steve Neller (contrabas) en Mikey
Harling (drums) na enkele try outs hun eerste grote comeback concert
in Portsmouth, en een dag eerder verscheen een nagelnieuw album. 't
Is te zeggen: het album werd vorig jaar opgenomen, maar heel wat van
de twaalf songs zijn heropnames, want Dirty Robber, Six Feet In The
Ground, Shakedown, You Can Love Me en Madman stonden in 2010 al op
hun titelloze Wild Records debuut, Heartache Overload (dat Paul Owen
in 1996 uitbracht op zijn Paul O & his Big Guitar EP Stop That
Bloody Racket) stond in 2012 op de mini Worth The Attention, en Even
The Graveyard's Dead was in 2015 een vinyl single. Misschien heb ik
er nog gemist want in elk geval speelden ze ook Lovin' Up A Storm
vroeger al, wat maakt dat minder dan de helft van de songs op de nieuwe
plaat echt nieuw zijn. Dit gezegd zijnde klinken de nieuwe versies
anders, want het hele album, op dit ogenblik enkel te koop op vinyl
en via streaming, klinkt anders. Hun debuut op Wild Records klonk
erg, euh, Wild Records, Welcome To The Mainstream uit 2013 op Part
Records, het album waarop ze plots een quintet waren, was pure rock,
en deze nieuwe plaat klinkt volledig garage, met slechts een paar
nummers die meer aanleunen bij de rock 'n' roll zoals Six Feet In
The Ground, Madman, Shakedown, You Can't Love Me en het rustigere,
beat-achtige Dance To Keep From Crying.
When
was the debut gig of The Caezars, the British quartet featuring guitarist
Danny Dawkins, son of the much missed Paul Owen Dawkins of The Rough
Diamonds? 2009? If I remember correctly they broke up in 2016, and
now they're back: after a couple of try outs AJ Denning (vocals),
Danny Dawkins (guitar), Steve Neller (double bass) and Mikey Harling
(drums) played their first big comeback concert on April 13 in Portsmouth,
and one day before they released a brand new album. Kinda: it was
recorded last year, but several of the twelve songs are re-recordings
as Dirty Robber, Six Feet In The Ground, Shakedown, You Can Love Me
and Madman were already on their self-titled Wild Records debut in
2010, Heartache Overload (which Paul Owen released in 1996 on his
Paul O & his Big Guitar EP Stop That Bloody Racket) was in 2012
on the mini Worth The Attention, and Even The Graveyard's Dead was
a vinyl 45 in 2015. I might have missed some others because at least
Lovin' Up A Storm they played before, so less than half of the songs
on the new record are really new. That being said the new versions
sound different, for the entire album, currently only available on
vinyl and via streaming, sounds different. Their debut on Wild Records
sounded very, er, Wild Records, 2013's Welcome To The Mainstream on
Part Records, the album on which they were suddenly a quintet, was
rock, and the new album sounds completely garage, with only a few
songs leaning more towards rock 'n' roll like Six Feet In The Ground,
Madman, Shakedown, You Can't Love Me and the calmer, beat-like Dance
To Keep From Crying. |
4 september 2024
CD Recensies
SCHOOL HOUSE ROCK VOL. 2: SCHOOL IS OUT In maart verscheen de Bear Family (BCD17668) CD School House Rock Vol. I: School Is In, en nu in augustus verscheen opvolger School Is Out. Ik zou het net omgekeerd gedaan hebben, hahaha! De school is gedaan betekent vakantie, wat me terug katapulteert naar de tijd dat voor mij de schoolvakantie begon, ik mijn boekentas in de hoek van de gang katapulteerde en die daar liet liggen roesten tot ik er in september een rotte appel in vond. Om maar te zeggen dat een handvol van de 32 hier verzamelde songs over de vakantie en alle daarbij horende geneugtes gaan. Thematisch evolueert de CD dan ook van de White Lightning-achtige jiver School's Out (Bill James & the Hex-O-Tones die klinken als de gemene neefjes van The Everly Brothers inclusief op Charlie Brown leest gestoelde gesproken intermezzi) en School Is Out (een party meezinger van Gary US Bonds in helaas ondermaatse geluidskwaliteit) tot Connie Francis' Vacation (perfecte pop maar wat een drive!), Merle Kilgore's luie Teenager's Holiday (het werd dan ook gepend door Dave Bartholomew voor Imperial in New Orleans, en Bartholomew had ook een vinger in de pap bij Smiley Lewis' rockend School Days Are Back Again met priemende rhythm 'n' blues gitaar van Justin Adams) en Vacation Time (Chuck Berry, in de jaren '50 de chroniqueur van het leven des teenagers, in een sentimentele bui maar eigenlijk klinkt ie gewoon als een sleazy Nat King Cole). Je zou voor minder de High School Blues krijgen, geen blues maar een ferme jiver van Mack Vickery ook weer inclusief op Charlie Brown leest gestoelde gesproken intermezzi. Helaas komt aan alle mooie dingen een eind en dus is het veel te vlug de Back To School Blues (Dale Hawkins niet in het moeras maar in uptempo stroll modus) en Vacation's Over (Faron Young met een plechtige country ballade die in deze context klinkt als een tang op een varken). Niet dat ik iets tegen ballades heb want John D. Loudermilk's betoverend mooie Goin' Away To School mag er best wezen en Walkin' Home From School van Gene Vincent & the Blue Caps anno 1958 is en blijft magisch. In elke klas zat vroeger wel een nozem en zo klinken Bucky & the Premieres (Summer School) en Reggie Perkins (High School Caesar). Lou Josie's Vacation's Over is een enthousiaste rocker en School Day Blues van Pierre Maheu een onverbiddelijke stroller. Adam Faith doet een redelijke gooi naar Jerry Lee Lewis' High School Confidential (toch zonde van de achtergrondkoortjes), de Bob Cort Skiffle Group (GB) speelt Chuck Berry's School Day (Ring Ring Goes The Bell) als skiffle, en het bekendste nummer en terecht een rock 'n 'roll klassieker is Charlie Brown van The Coasters. Minder bekend maar even grappig is het antwoord Charlie Brown Got Expelled van Joe Tex, dezelfde Joe Tex die later furore maakte als soulzanger. De CD bevat ook teen doo-wop (Ding Dong School Is Out van The Hollywood Playboys) en dito rock (Working After School van Gary & Billy), de blueskant van de rock 'n' roll (School Boy Blues van Bobby Mitchell & the Toppers) en early sixties sounds als After School van Hank Ballard & the Midnighters (geen twist), alsmede compleet bizarre stuff als het tamelijk vals gezongen Rockin' After School van "the talented" dertienjarige Miss Georgia (Scharfenberg), op het singlehoesje omschreven als "a new different approach to rock 'n' roll" met een rock 'n' roll song waarvan ik me niet kan voorstellen dat componist Dave Dudley er in 1960 erg trots op moet geweest zijn. Leuke collectie van 32 pretentieloze oldies! Info: www.bear-family.com (Frantic Franky) In March Bear Family released the (BCD17668) School House Rock Vol. I: School Is In, and now in August its successor School Is Out came out. I would have done it the other way round, hahaha! School is finished and that means summer recess, which catapults me back to the time when for me the school holidays began, I'd catapult my school bag in the corner of the room and left it there to rust until I found a rotten apple in it in September. Just to say that a handful of the 32 songs collected here are about the summer holidays and all the pleasures that go with them. Therefor the CD evolves thematically from the White Lightning-styled jiver School's Out (Bill James & the Hex-O-Tones sounding like The Everly Brothers‘ mean little nephews including spoken interludes based on Charlie Brown) and School Is Out (a Gary US Bonds party sing-along unfortunately in below par sound quality) to Connie Francis’ Vacation (perfect pop but what a drive! ), Merle Kilgore's lazy Teenager's Holiday (after all it was penned by Dave Bartholomew for Imperial in New Orleans - Bartholomew also had a hand in Smiley Lewis‘ rockin' School Days Are Back Again with piercing rhythm 'n' blues guitar courtesy of Justin Adams) and Vacation Time (Chuck Berry, the 1950s' chronicler of the teenage life, in a sentimental mood but in reality sounding like a sleazy Nat King Cole). You'd get the High School Blues for less, not blues but a great jiver from Mack Vickery again including spoken interludes Charlie Brown style. Alas, all good things must come to an end and way too soon it's the Back To School Blues (Dale Hawkins not in the swamps but in uptempo stroll mode) and Vacation's Over (Faron Young with a solemn country ballad that sounds out of place in this context). Not that I have anything against ballads: John D. Loudermilk's mesmerisingly beautiful Goin‘ Away To School is quite nice and Walkin’ Home From School by Gene Vincent & the Blue Caps anno 1958 is and remains magical. In those days there used to be a hoodlum in every class and that's how Bucky & the Premieres (Summer School) and Reggie Perkins (High School Caesar) sound. Lou Josie's Vacation's Over is an enthusiastic rocker and Pierre Maheu's School Day Blues a merciless stroller. Adam Faith gives Jerry Lee Lewis' High School Confidential a decent try (shame about the backing vocals though), the Bob Cort Skiffle Group (GB) plays Chuck Berry's School Day (Ring Ring Goes The Bell) as skiffle, and the best known song and rightfully a rock 'n' roll classic is Charlie Brown by The Coasters. Less well known but as funny is Joe Tex's answer Charlie Brown Got Expelled, the same Joe Tex who later did well as a soul singer. The CD also features teen doo-wop (The Hollywood Playboys' Ding Dong School Is Out) and ditto rock (Gary & Billy's Working After School), the blues side of rock ‘n’ roll (Bobby Mitchell & the Toppers' School Boy Blues) and early sixties sounds like Hank Ballard & the Midnighters' After School (not a twist tune) as well as totally bizarre stuff like Rockin‘ After School sung [sic] rather out of key by “the talented” thirteen year old Miss Georgia (Scharfenberg), described on the paper sleeve as “a new different approach to rock 'n' roll" with a rock 'n' roll song that I can't imagine composer Dave Dudley being very proud of in 1960. Nice collection of 32 unpretentious oldies but goodies! Info: www.bear-family.com (Frantic Franky) |
121
YEARS OF THE FORD CAR
Na de in 2022 verschenen CD 120 Years of the Cadillac Car (ACCD117)
brengt Atomicat nu een vergelijkbare CD uit over de Ford, opgehangen
aan 16 juni 1903, de datum waarop Henry Ford de Ford Motor Company
oprichtte en zijn eerste Model A bouwde. Net als op 120 Years of the
Cadillac Car ging samensteller Mark Armstrong breder dan alleen maar
nummers met "Ford" in de titel, want er staan tussen de
30 songs ook een aantal nummers waarin niet de titel maar de tekst
verwijst naar de Ford of die op een andere manier een link met Ford
hebben. En zo waren er véél songs, want Henry Ford's
uitvinding was een betaalbare kar die vanaf eind jaren '40 door de
tieners druk verbouwd werd tot hot rods "with twin pipes and
a Columbia butt. For you folks who don't dig the jive, that's two
carburetors and an overdrive". Heel veel songs hier handelen
dan ook over Model A's (Model A Ford Blues, geen blues maar boppende
hillbilly van Lefty Nicks & his Southern Drifters), Model T's
(Rosco Gordon's gezapige T Model Boogie) en hot rods in het algemeen,
zoals de energieke jumper Roll Hot Rod Roll van Oscar McLollie &
his Honeyjumpers en het duistere Hot Rod Baby van Rocky Davis &
the Sky Rockets.
This
theme CD dedicated to the Ford car follows in the tracks of the 2022
CD 120 Years of the Cadillac Car (ACCD117) and celebrates the 121st
anniversary of June 16, 1903, the date when Henry Ford founded the
Ford Motor Company and built his first Model A. Just like on 120 Years
Of The Cadillac Car compiler Mark Armstrong went broader than just
songs with the word "Ford" in the title, as the 30 songs
feature a number of songs of which not the title but the lyrics refer
to the Ford or which otherwise have a link with the Ford car. A lot
of songs did, because Henry Ford's invention was an affordable car
for teenagers who from the late 1940s onwards started rebuilding them
into hot rods "with twin pipes and a Columbia butt. For you folks
who don't dig the jive, that's two carburetors and an overdrive".
A lot of the songs here therefore deal with Model A's (Model A Ford
Blues, not blues but boppin' hillbilly courtesy of Lefty Nicks &
his Southern Drifters), Model T's (Rosco Gordon's relaxed T Model
Boogie) and hot rods in general, such as Oscar McLollie & his
Honeyjumpers' energetic jumper Roll Hot Rod Roll and Rocky Davis &
the Sky Rockets' dark Hot Rod Baby. |
SURF
BEAT
Vlug
vlug, voor de zomer helemáál voorbij is, want surf staat
voor mij synoniem met zon, zee en zand. Deze CD werd samengesteld
door 's werelds grootste surf kenner, John Blair, die niet alleen
een paar encyclopedieën over surf muziek volschreef maar het
genre ook van binnen en van buiten kent als leadgitarist van Jon &
the Nightriders sinds eind jaren '70 - waar is de tijd dat ze nog
speelden op de Rockhouse meeting in Eindhoven! We hebben ooit het
genoegen gehad Blair te mogen interviewen en geloof me vrij, hij kent
zo ongeveer een miljoen keer meer van surf dan ik en was dan ook de
geknipte persoon om de tracklist samen te stellen én alle bands
kort voor te stellen in het 30 pagina’s tellend full colour
booklet. De CD staat voor 33 instrumentals met staccato ritmegitaren
en glissando blubberende leadgitaren, rondspatterende reverb en eeuwige
echo, percussieve ritmes, donderende drums en af en toe een toeterende
saxofoon of een magisch orgeltje. Let's
hurry up before summer is completely over, as for me surf is synonymous
with sun, sea and sand. The CD was compiled by the world's greatest
expert on surf music, John Blair, who not only wrote a couple of encyclopaedias
on the subject but also knows the genre inside out as lead guitarist
of Jon & the Nightriders since the late 70s. We once had the pleasure
of interviewing Blair and believe me, he knows about a million times
more about surf than I do so he was perfectly placed to put together
the track list here as well as briefly introduce all the bands in
the 30 page full colour CD booklet. The CD features 33 instrumentals
with staccato rhythm guitars and glissando blubbery lead guitars,
resonating reverb and eternal echo, percussive rhythms, thundering
drums and the occasional honking saxophone or magical organ. |
BLACK
PEARLS VOL. 7: OH WHAT A WONDERFUL TIME Uit de 28 tracks op Black Pearls deel 7 blijkt opnieuw dat de rock 'n' roll bronnen nog lang niet opgedroogd zijn, tenzij u alle ooit verschenen rock 'n' roll compilaties allemaal bezit, want het is onvermijdelijk dat een deel van het materiaal op dit soort compilaties al eerder is heruitgebracht. Ze kunnen immers geen nieuwe oude rock 'n' roll opnames blìjven uitvinden. Jimmy McCracklin kennen we van The Slop maar hier horen we zijn gitaar/sax/piano instrumental The Swinging Thing die zo hard kraakt dat de gitaar helemaal vervormd klinkt. De slop passeert in de figuur van ouwe rukker Ervin Rucker met Done Done The Slop. Otis Blackwell kennen we als de songschrijver van kanonnen als Don't Be Cruel, All Shook Up, Return To Sender, Great Balls Of Fire en Fever. Zelf nam hij ook op tijd en stond een plaatje op zoals de uiteraard zelfgeschreven zwarte rocker Oh What A Wonderful Time hier in exotische New Orleans sfeer die er zeker mag wezen. Op al dit soort CD’s staat wel een nummertje waar Johnny Otis een vinger in de pap te brokken had en dat is hier de mede door Otis geschreven percussieve rocker Boom Diddy Wa Wa van Marie Adams, één van de Three Tons Of Joy, uiteraard begeleid door de band van Johnny Otis. Otis begeleidt ook Big Mama Thornton in de medium tempo stop-starter My Man Called Me met een venijnige gitaarhook en doo-woppende backings. Een even belangrijke muzikale spilfiguur was in die dagen Ike Turner die de muzikale muur bouwde die van Jackie Brenston's Rocket 88 in 1951 een kandidaat maakte voor de eretitel van allereerste echte rock 'n' roll plaat. Rocket 88 staat hier niet op, wel Gonna Wait For My Chance dat beide artiesten in 1957 opnieuw verenigde met als resultaat een gemene rhythm 'n' blues gitaarrocker begeleid door Ike Turner's Kings Of Rhythm. Eddie Banks zingt in het door een andere Turner, Titus Turner, geschreven Sugar Diabetes dat zijn lief zo zoet is dat ie er suikerziekte van krijgt, maar het leverde wel een knap, wat exotisch nummer op met vocale ondersteuning van een doo-wop groep genaamd The Five Dreamers. Johnny Guitar Watson kennen we als blues en funk artiest, maar zijn vroege opname The Bear is een prima doo-wop rocker. Hank Ballard & the Midnighters doen in Don't Change Your Pretty Ways hun gebruikelijke ding waar wij niet genoeg van krijgen, The Lamplighters doo-woppen er in Bo Peep uptempo op los onder leiding van Thurston Harris, er zijn stroll tempos met Emmett Davis (You Changed My Night Into Day) en Earl Curry (I Want Your Loving), en Party Time van The Ray-O-Vacs is een venijnige rhythm 'n' blues rocker die met extra toegevoegde achtergrondvocalen en handclaps werd heruitgebracht onder de naam van leadzanger Bill Walker. U kent Party Time misschien van de cover door Ronnie Dawson die er een handje van weg had uitstekende obscure songs opnieuw onder de aandacht te brengen, maar deze CD bevat de originele opname. Jess One More Time van Madman Jones lijkt qua melodie heel erg op de traditionele folksong Midnight Special in een cha cha cha setting. Moolah Moolah van Etta Jones klauwt terug naar de rhythm 'n' blues swing jive roots van de zwarte rock 'n' roll, bij Neal Johnson (True To You Baby) en Little Willie John (Don't Play With Love) komt de vroege soul om het hoekje piepen. In veel nummers zit een rhythm 'n' blues gitaar maar die stoort nergens, en al helemaal niet als ze moet opboksen tegen stevig saxofoonwerk zoals bij Big Bob Dougherty in Why. Echt àlle nummers hier individueel aanhalen heeft weinig zin (ik heb ze sowieso bijna allemaal al genoemd), maar het belangrijkste is dat de door ex-Kokomo Kings gitarist Ronni Boysen samengestelde CD voldoende echte rock 'n' roll bevat, en meer hoeft dat niet te zijn om onze goedkeuring weg te dragen. Info: www.vintagerockinroots.com (Frantic Franky)
The 28 tracks on Black Pearls # 7 are further evidence that the rock 'n' roll sources are far from dried up, unless you already own every rock 'n' roll compilation ever released, as it's unavoidable that part of the tracks on this type of compilations have been re-issued before. They cannot keep on inventing new old rock 'n' roll recordings. Jimmy McCracklin is famous for The Slop but here we hear his guitar/sax/piano instrumental The Swinging Thing which is so scratchy that the guitar sounds completely distorted. There's slop in the form of Ervin Rucker with Done Done The Slop. Otis Blackwell is famous for having composed big 'uns like Don't Be Cruel, All Shook Up, Return To Sender, Great Balls Of Fire and Fever. He also made a couple of records himself like the obviously self-written black rocker Oh What A Wonderful Time here in an exotic New Orleans atmosphere - definitely worth checking out. On every CD like this there is at least one song where Johnny Otis had a finger in the pie and here it's the percussive rocker Boom Diddy Wa Wa co-written by Otis and performed by Marie Adams, one of the Three Tons Of Joy, naturally accompanied by Johnny Otis' band. Otis also accompanies Big Mama Thornton in the medium tempo stop-starter My Man Called Me with a vicious guitar hook and doo-wopping backings. An equally important musical bigshot in those days was Ike Turner who built the musical wall that made Jackie Brenston's Rocket 88 in 1951 a candidate for the honorary title of first real rock 'n' roll record ever. Rocket 88 is not on here but Gonna Wait For My Chance which reunited both artists in 1957 is, resulting in a mean rhythm 'n' blues guitar rocker supported by Ike Turner's Kings Of Rhythm. Eddie Banks sings in Sugar Diabetes (written by another Turner, Titus Turner) that his girl is so sweet she gives him diabetes, but it did result in a great and somewhat exotic song with vocal support from a doo-wop group called The Five Dreamers. Johnny Guitar Watson made the big time as a blues and funk performer but his early recording The Bear is a fine doo-wop rocker. Hank Ballard & the Midnighters' Don't Change Your Pretty Ways doesn't change their usual style of which we can't get enough of, The Lamplighters led by Thurston Harris doo-wop it up uptempo in Bo Peep, there are stroll tempos with Emmett Davis (You Changed My Night Into Day) and Earl Curry (I Want Your Loving), and The Ray-O-Vacs' Party Time is a mean rhythm 'n' blues rocker afterwards re-released with additional back up singers and hand claps under lead singer Bill Walker's name. This CD contains the original version of the song you may know from Ronnie Dawson who was darn good at reviving excellent obscure songs. The melody of Madman Jones' Jess One More Time is very akin to the traditional folk song Midnight Special played as a cha cha cha. Etta Jones' Moolah Moolah claws back to black rock 'n' roll's rhythm 'n' blues swing jive roots, while there's early soul lurking in the Neal Johnson (True To You Baby) and Little Willie John (Don't Play With Love) tracks. Many a tune here features rhythm 'n' blues guitar but it never becomes obnoxious, especially not when the guitar competes with some solid saxophone blowing as in Big Bob Dougherty's Why. To mention each and every track would make little sense (I already mentioned most of them anyway), for the important thing is that the CD compiled by former Kokomo Kings guitarist Ronni Boysen contains enough real rock 'n' roll, and that's all that's needed to get our full approval. Info: www.vintagerockinroots.com (Frantic Franky) |
28 augustus2024
Vinyl Recensies
TALKING
OFF THE WALL/ EDDIE BOND
Bear
Family (D) bracht recent de 35 track CD Eddie Bond Rocks (BCD17726)
uit, maar je kan het beste van Bond, de rockin' daddy from Ding Dong,
Tennessee dankzij Bear Family ook opnieuw kopen op vinyl met deze
10 inch waarop uiteraard al zijn sprankelende krakers staan: de galmende
en van de in ware rockabilly traditie midscheeps van een "wèèèèèèllll"
voorziene stop-starter Rockin' Daddy uit 1956 die wegens de solo op
steel desondanks nog steeds met één been in de hillbilly
staat, nog meer steel op de countrybilly Talking Off The Wall inclusief
solo op honky tonk piano waaruit Bond zijn rockabilly distilleerde,
en het verschroeiende en nog meer echoënd medium tempo Boppin'
Bonnie. Het al even medium tempo Flip Flop Mama en Baby Baby Baby
(What Am I Gonna Do) zijn twee andere archetypische voorbeelden van
rockabilly in zijn puurste en meest intense vorm, wat nog niets is
in vergelijking met het maniakale Slip Slip Slippin' In. We noemden
al de countrymuziek waar Bond zich op baseerde, maar zoals elke rechtgeaarde
rockabilly eigende Bond zich ook zwarte muziek toe, getuige zijn rockabilly
cover van Ray Charles' I Got A Woman, opvallend genoeg opgenomen vòòr
Elvis! De plaat bevat veertien nummers en we werken het lijstje af
met de originele, iets snellere origineel onuitgebrachte Broke My
Guitar (Boo Bop Da Caa Caa) in 1958 opgenomen voor Sun Records, met
de sax rocker This Old Heart Of Mine uit 1958 eveneens opgenomen bij
maar onuitgebracht gebleven op Sun Records, The Monkey And The Baboon
uit 1964, het gezellig voortschommelende Here Comes The Train uit
1965 (eerder een boemeltje dan een HSL), de Memphisbilly van Look
Like A Monkey uit 1967, de countryrock van Running Drunk uit 1968
(opgenomen in de Sam Phillips Studio gelegen Madison Avenue 639 in
Memphis) en Juke Joint Johnny uit 1969 want rock 'n' roll en country
waren voor Eddie Bond één pot nat, of het nu de jaren
'50, '60 of '70 waren. En okee, da's dan niet allemaal hardcore rockabilly
als Slip Slip Slippin' In en er zit zelfs country tussen, maar het
is allemaal gezellig en dan zijn wij als doorwinterde Eddie Bond fans
(we zagen hem voor het eerst in 1992 in De Ouwe Toren in Waalwijk)
meer dan tevreden. Bear
Family recently released the 35 track (BCD17726) Eddie Bond Rocks,
but thanks to the German re-issue label you can also buy the best
of Bond, the rockin' daddy from Ding Dong, Tennessee back again on
vinyl with this 10 inch featuring all his sparkling classics: the
echoey and halfway through in true rockabilly tradition going "wèèèèèèèlllll"
1956 stop-starter Rockin‘ Daddy which nevertheless due to the
solo on steel guitar still has one foot in hillbilly music, even more
steel on the countrybilly from which Bond distilled his rockabilly
Talking Off The Wall including a honky tonk piano solo, and the scorching
and even more echoey medium tempo Boppin’ Bonnie. The equally
medium tempo Flip Flop Mama and Baby Baby Baby (What Am I Gonna Do)
are two other archetypal examples of rockabilly in its purest and
most intense form, and these don't even come close to the maniacal
Slip Slip Slippin' In. We already mentioned the country music that
was the foundation of Eddie Bond's music, but like a true rockabilly
he was also inspired by black music, as witnessed by his rockabilly
cover of Ray Charles' I Got A Woman, remarkably enough recorded before
Elvis' version! The album contains fourteen songs and we finish the
list with his first and slightly faster originally unreleased version
of Broke My Guitar (Boo Bop Da Caa Caa) recorded in 1958 for Sun Records,
with the 1958 sax rocker This Old Heart Of Mine also recorded at but
unreleased on Sun Records, 1964's The Monkey And The Baboon, the merrily
rockin' Here Comes The Train from 1965 (more of a local stopping train
rather than an HSR), the Memphisbilly stylings of 1967's Look Like
A Monkey, the 1968 country rock of Running Drunk recorded at the Sam
Phillips Studio located 639 Madison Avenue in Memphis, and 1969's
Juke Joint Johnny - for Eddie Bond rock ‘n’ roll and country
were one and the same whether fifties, sixties or seventies. I agree
not all of this is hardcore rockabilly like Slip Slip Slippin' In
and there's even country music mixed in between, but all of it is
quite entertaining and as seasoned Eddie Bond fans (we first saw him
in 1992 in Holland) we are more than satisfied. |
HOT
AND COLD/ MARVIN RAINWATER Ik
heb de in 2013 op 88-jarige leeftijd overleden Marvin Rainwater nooit
live gezien, al had ik wel de kans, maar die Hemsby heb ik gemist.
Zou hij alles van deze 10 inch toen gespeeld hebben, het primitieve
Hot And Cold (gecoverd door The Blue Cats) op kop? Zelden een steelgitaar
zo wild horen klinken! De twaalf nummers op deze 10 inch zijn niet
al zijn verschroeiendste (Boo Hoo staat er niét op), maar ze
bieden wel een mooi overzicht van de variëteit, de kwaliteit
en de individualiteit waar hij voor stond: sax jivers (I Dig You Baby,
het bop bop bopitty bop Dance Me Daddy), primitieve boppers (Mr. Blues,
gecoverd door Restless), beschaafde verhalende uptempo countrybilly
(Hard Luck Blues), Johnny Cash-abilly (It Wasn't Enough, My Brand
Of Blues), rechtdoor rockers (Love Me Baby, A Need For Love) en een
kruising tussen uptempo country en teen rock (Baby Don't Go, That's
When I'll Stop Loving You). Dat zijn voor het merendeel melodieuze
nummers (het western Nothin' Needs Nothin') die vaak een twangy gitaar
bezigen, waarin humor alomtegenwoordig is, en allemaal gezongen met
Rainwater's nasale doch veelzijdige en indien vereist hoog uithalende
baritonstem die steevast goedlachs klinkt.
Marvin
Rainwater passed away in 2013 at the age of 88. I never saw him in
concert, even though I had the chance, but I missed that Hemsby. Did
he play everything that's on this 10 inch in those shows, most importantly
the primitive Hot And Cold (covered by The Blue Cats? I rarely heard
a steel guitar sound so wild! The twelve songs on this 10 inch are
not all his scorchers (Boo Hoo is absent), but they do offer a good
overview of the variety, quality and individuality Rainwater stood
for: there's sax jivers (I Dig You Baby, the bop bop bopitty bop Dance
Me Daddy), primitive boppers (Mr. Blues, covered by Restless), streamlined
narrative uptempo countrybilly (Hard Luck Blues), Johnny Cash-abilly
(It Wasn't Enough, My Brand Of Blues), straight forward rockers (Love
Me Baby, A Need For Love) and a cross between uptempo country and
teen rock (Baby Don't Go, That's When I'll Stop Loving You). They're
for the most part melodic (the western Nothin‘ Needs Nothin’),
often featuring twangy guitar, with lots of humour, and all of 'em
sung with Rainwater's nasal yet versatile and when required high pitched
cheerful baritone voice. |
21 augustus
FLYING
HIGH WITH/ VINCE MALOY
Onder
het motto "elke onbekende rockabilly moet en zal gedocumenteerd
worden" brengt Bear Family met deze 45 toeren 10 inch vinyl de
complete output van Vince Maloy uit: vijf singles op vijf verschillende
labels verschenen tussen 1957 en 1959, plus zijn zesde en laatste
single uit 1968, maar die klinkt als rechtdoor gitaarrock 'n' roll
met basgitaar anno 1963, en we bedoelen wel degelijk rock 'n' roll,
vrienden, geen beatrock. De B-kant daarvan, I Don't Know Why, is de
enige smet op zijn korte rock 'n' roll carrière wegens een
platte middelmatige countryballade. Je hoort het er niet aan, maar
die single werd gek genoeg geproduced door Link en Doug Wray en opgenomen
in hun Three Track Shack studio in Accokeek, Maryland, zeg maar een
bandopnemer in hun tuinhuis.
Under the motto "every unknown rockabilly should and will be
documented", this Bear Family 45 RPM 10 inch vinyl collects the
complete output of Vince Maloy, which consisted of five 45s on five
different labels released between 1957 and 1959, plus his last 45
from 1968, but that one sounds like straight ahead guitar rock ‘n’
roll with electric bass recorded in 1963, and we do mean 1963 rock
‘n’ roll, friends, not 1963 beat rock. Its flip, I Don't
Know Why, is the only blemish on his short rock ‘n’ roll
career as it's a flat sounding mediocre country ballad. You can't
tell by listening to it, but that 45 was strangely enough produced
by Link and Doug Wray and recorded at their Three Track Shack studio
in Accokeek, Maryland, basicly a garden shed with a tape recorder.
|
CD Recensies
STINGY/
JIMMIE DOLAN
De
eerste The California Acetates And More uitgave waarvoor het overkoepelende
Rockstar Records gebruikt maakt van de pakweg 300 onuitgebrachte acetaat
opnames die ze recent overkochten van ex-Bear Family opperhoofd Richard
Weize is een mooie 3 CD box geworden, een 8 panel digipack met in
totaal 94 tracks waarvan er maar liefst 30 onuitgebracht zijn, vergezeld
van een booklet van 12 pagina’s van de hand van samensteller
Mark Armstrong met een Jimmie Dolan biografie en info betreffende
de opnamesessies. Ramblin' Jimmie Dolan die ik ken van zijn 31 track
Bear Family (BCD 16192) AH Juke Box Boogie uit 2000, was een countryzanger
die net als zoveel andere countryzangers in de jaren '50 op de rockabilly
trein sprong teneinde - het ene vervoermiddel is het andere niet -
niet uit de boot te vallen. Zijn proto-rockabilly getinte opnames
als de Arkie Shibley cover Hot Rod Race, het Smoke Smoke Smoke That
Cigarette-achtige Juke Box Boogie met zelfs een contrabas solo (een
andere Smoke Smoke Smoke That Cigarette pastiche is Nicotine Fits),
Hot Rod Mama, Playin' Dominoes And Shootin' Dice en Lost Love Blues
dat Dolan inblikte vòòr schrijver Lefty Frizell) staan
uiteraard allemaal op deze driedubbelaar, en check zeker ook zijn
Have I Told You Lately That I Love You, zijn western swing uitvoering
van Black Denim Trousers And Motorcycle Boots van The Cheers en zijn
cover van Moon Mullican's hit I'll Sail My Ship Alone uit 1950, in
1958 weer gecoverd door Jerry Lee Lewis als B-kant van It Hurts Me
So op Sun 312. The
first The California Acetates And More for which parent company Rockstar
Records made use of the 300 or so unreleased acetate recordings they
recently bought from former Bear Family papa bear Richard Weize is
a fine 3 CD box set, an 8 panel digipack with a total of 94 tracks
of which no less than 30 are unreleased, accompanied by a 12 page
booklet written by compiler Mark Armstrong with a Jimmie Dolan biography
and info regarding the recording sessions. Ramblin' Jimmie Dolan,
who I know from his 31 track Bear Family (BCD 16192) AH Juke Box Boogie
from 2000, was a country singer who like many other country singers
jumped on the rockabilly wagon in the 1950s. All of his proto-rockabilly
tinged recordings like the Arkie Shibley cover Hot Rod Race, the Smoke
Smoke Smoke Smoke That Cigarette styled Juke Box Boogie with even
a double bass solo (another Smoke Smoke Smoke That Cigarette pastiche
is Nicotine Fits), Hot Rod Mama, Playin‘ Dominoes And Shootin’
Dice, and Lost Love Blues which Dolan recorded even before its writer
Lefty Frizell are of course on this triple album, and be sure to check
out his Have I Told You Lately That I Love You, his western swing
rendition of The Cheers' Black Denim Trousers And Motorcycle Boots
and his cover of Moon Mullican's 1950 hit I'll Sail My Ship Alone,
covered again in 1958 by Jerry Lee Lewis as the flip of Sun 312, It
Hurts Me So. |
24 juli 2024
STROLL-A-RAMA
VOL 4 Atomicat
Records pikt de draad van enkele reeksen opnieuw op en Stroll-A-Rama
Volume 4 bevat nummers in de stijl van Jackie Wilson (Baby Workout
van Leroy Jones) en een handjevol onbekende covers: meidengroep Reataz
with the Satellites die Daddy Cool van The Rays doen (u kent het nog
van de Britse revivalgroep Darts uit 1977), een clean gezongen doch
rockende big band versie van Kansas City door Eddie Howell en een
sterke Sick & Tired door Elton Anderson. Mama Your Daughter Plays
It Cool van Little "Mr. Blues" George Terry is - u had het
al gemerkt aan de titel - een bewerking van Mama He Treats Your Daughter
Mean. Daarnaast bevat de CD opvallend veel invloed van rhythm 'n'
blues (de gitaar in Don Downing's Have You Seen My Baby) in vooral
bluesrockers als Steppin' High van Little Luther, I'm Tired Waitin'
Baby van Lightnin' Slim, I'm Checkin' Up van Tender Slim, Irma Lee
van Guitar Shorty (allemaal bluesnamen, nietwaar?), Who Coulda' Told
You (They Lied) van Lloyd Price, That Cat van The Straitjackets, Strollie
Bun van The Blonde Bomber die dus niét Ronnie Dawson is en
Hey Mr. Warden van Danny Cobb dat exact hetzelfde nummer is als The
Last Meal van Hurricane Harry, bluesrockers die meestal gepaard gaan
met rauwe vocalen, gemene gitaren en sappige sax. Over bluesrock gesproken:
I Just Can't Wait van Skip Robinson & his Imperials is Green Onions
met een tekst erover. Roadhouse Rock van Arbis Hanyel werd gecoverd
door Ronnie Dawson, The Big Bad Train is een gewèldige sixties
instrumental door jazz trompettist Lee Castle en het orkest van Jimmy
Dorsey dat hij overnam na Dorsey's overlijden in 1957, en Driftin'
van Terry Lee & the Poor Boys is een standaard instrumentale gitaar
boogie. De strikte genre grenzen vervagen op deze CD want sommige
van deze dertig door vaste samensteller Mark Armstrong uitgekozen
"lady pleasing rock 'n' roll , rockabilly, rhythm 'n' blues and
blues stroll rockers” (met de nadruk zoals gezegd op bluesrock)
uit 1953-1963 (twee derde daarvan zijn van 1960 of later) zijn multi-interpreteerbaar:
naar mijn bescheiden mening is Little Esther's Please Don't Send Me
(Cause I Got Nowhere To Go) te traag om te strollen en kan je op Jimmy
Sedlar's Doc Pomus & Mort Shuman compositie Little Ellie Jean
evengoed beschaafd jiven, heb ik van horen zeggen want zelf kan ik
geen twee voeten voor elkaar zetten zonder mijn pint te laten vallen.
Zoals Armstrong zelf zegt: "one person's stroll is another one's
jive, and what is important is that you enjoy the music", wat
ik absoluut doe.
Atomicat Records
picks up the thread of some of their series again and Stroll-A-Rama
Volume 4 contains songs in the style of Jackie Wilson (Baby Workout
by Leroy Jones) and a handful of unknown covers: girl group Reataz
with the Satellites do The Rays' Daddy Cool (you remember it from
British revival group Darts' 1977 version), Eddie Howell's clean cut
yet rockin' big band version of Kansas City and a strong Sick &
Tired courtesy of Elton Anderson. Little ‘Mr Blues’ George
Terry's Mama Your Daughter Plays It Cool is - you guessed it from
the title - a variaton on Mama He Treats Your Daughter Mean. The CD
further contains a lot of influence from rhythm ‘n’ blues
(the guitar playing in Don Downing's Have You Seen My Baby) especially
in blues rockers like Steppin‘ High by Little Luther, I'm Tired
Waitin’ Baby by Lightnin‘ Slim, I'm Checkin’ Up
by Tender Slim, Irma Lee by Guitar Shorty (all of these being blues
names, right? ), Who Coulda' Told You (They Lied) by Lloyd Price,
That Cat by The Straitjackets, Strollie Bun by The Blonde Bomber who
is not Ronnie Dawson and Hey Mr. Warden by Danny Cobb which is the
exact same song as The Last Meal by Hurricane Harry, all of these
blues rockers usually employing raw vocals, mean guitars and juicy
sax. Speaking of blues rock: I Just Can't Wait by Skip Robinson &
his Imperials is Green Onions with lyrics added. Arbis Hanyel's Roadhouse
Rock was covered by Ronnie Dawson, The Big Bad Train is a fantastic
sixties instrumental by jazz trumpeter Lee Castle & the Jimmy
Dorsey Orchestra which Castle took over after Dorsey's death in 1957,
and Terry Lee & the Poor Boys' Driftin' is a standard instrumental
guitar boogie. The CD blends the strict genre boundaries as some of
the thirty "lady pleasing rock 'n' roll , rockabilly, rhythm
'n' blues and blues stroll rockers" (with the emphasis as mentioned
on blues rock) from 1953-1963 (two-thirds of which are from 1960 and
later) selected by compiler Mark Armstrong are multi-interpretable:
IMHO Little Esther's Please Don't Send Me (Cause I Got Nowhere To
Go) is too slow to stroll and you can dance a civilized jive to Jimmy
Sedlar's Doc Pomus & Mort Shuman composition Little Ellie Jean,
or so I've been told as e can't put one foot in front of the other
rithout dropping my glass of beer. Like Mark Armstrong says: "one
person's stroll is another one's jive, and what's important is to
enjoy the music", which I do for sure. |
THE
JUKE BOX MAN: ATOMICAT ROCKERS ISSUE 06 Atomicat pikt de draad van enkele reeksen opnieuw op, onder meer via Volume 6 van de Atomicat Rockers, goed voor 28 atomische rock 'n' roll plaatjes uit zowel blanke als zwarte hoek. De Starday single Blues Around My Door van Cecil Bowman & the Arrows is een straf voorbeeld van country bop gone rockabilly: de zang is puur country, een steel gitaar glijdt door alles heen en neemt zelfs een stuk solo voor zijn rekening, maar de drummer klopt een eind weg en een elektrisch geladen leadgitaar speelt rockabilly licks. De versie van Rocky Road Blues door Cliff Davis & his Kentucky Play Boys draagt dezelfde stempel: de band klinkt alsof ze eigenlijk normaliter bluegrass spelen maar rockt er flink op los ondanks de solo’s van steel en fiddle en dankzij de gedreven zang en het drumwerk. Boppen maar, want zo horen wij ze graag - van hieruit is het immers slechts één hinkstapsprong verwijderd van de orkaankracht van Be-Bop Battlin' Ball van Eddie Gaines & the Rockin' Five en van Alvis Wayne's go cat go rockabilly geweld van Sleep Rock-A-Roll Rock-A-Baby gekenmerkt door een primitieve sound, een echo van hier tot in de Alpen en - jawel - toch weer een steel gitaar. Meer gestroomlijnd maar even rockend zijn Sky Johnson (If My Love Had Wings), Frankie Dee with the Carter Rays (Shake It Up Baby), Chuck Sims (Little Pigeon), Jeff Daniels alias Luke McDaniel (Foxy Dan), Tom Tall & his Tom Cats (Mary Jo, de ommezijde van Stack Of Records) en Steve Alaimo & the Red Coats' stroller Home By Eleven. Jimmie & the Night Hoppers kopiëren Duane Eddy inclusief sax en rebel yells in Cruising, en The Blazers coveren Book Of Love van The Monotones - altijd interessant om een bekend nummer in een andere versie te horen, op voorwaarde dat die versie goed is zoals hier het geval. Mel Tillis was in de jaren '70 een gevierd countryzanger maar ook hij begon zijn carrière met rock 'n' roll: Juke Box Man uit 1957, een van Tillis' eerste singles, is big label rockabilly (twangy gitaar, rockende gitaarsolo, backing vocals, medium tempo) maar wel degelijk country gezongen en voorzien van honky tonk piano. Een andere oude bekende is Kenny Rogers, dé Kenny Rogers van Ruby Don't Take Your Love To Town, Reuben James, Coward Of The County en Lucille (uiteraard niet het Little Richard nummer), van de popduetten met Dolly Parton uit de jaren '80 en van het psychedelische doch geniale Just Dropped in (To See What Condition My Condition Was In) uit 1967. De countryzanger met de witte baard had in de jaren '50 een kuif en zijn We'll Always Have Each Other was is 1958 een gedreven rocker. Carl McVoy, een neef van Jerry Lee Lewis, kennen we van Sun Records maar zijn saxrocker Little John's Gone verscheen in 1958 met een vergelijkbaar geluid op Hi Records, een ander label gevestigd in Memphis. Het moet niet onderdoen voor zijn Sun opnames! Met songs als Da Doo Ron Ron, Then He Kissed Me, Be My Baby, Chapel Of Love en Leader Of The Pack heeft componist Jeff Barry een paar van de mooiste songs uit de popgeschiedenis op zijn conto, maar dat maakte hem niet te beroerd om ook zelf plaatjes op te nemen. Hip Couple, in 1959 de B-kant van zijn debuutsingle, is een sympathiek novelty nummer dat wel degelijk rockt, met bovendien - hoeft het gezegd - een intelligente tekst. Jan & Arnie waren Jan Berry pré-Jan & Dean en Arnie Ginsburg (Dean Torrence deed toen zijn legerdienst) en het nummer Bonnie Lou, de ommezijde van Gas Money, hier is helemaal in de stijl van hun bekendere Jennie Lee en Baby Talk. Nog bekende namen zijn Chubby Checker wiens Schooldays Oh Schooldays eerder een rocker dan een twister is, en Otis Williams & the Charms met de novelty doo-wopper Don't Wake Up The Kids inclusief versneld smurfenstemmetje. Een primitievere zwarte doo-wopper is Hoppin' Boppin' And Rockin' van Bill Perry with the Bel-Aires. Orkestleider Lucky Millinder maakte zijn eerste opnames reeds eind de jaren' 30 en was in de jaren '50 al op zijn retour. In 1955 stopte hij met optreden, wat hem er niet van weerhield dat jaar alsnog te proberen zijn wagonnetje aan de rock 'n' roll trein te haken met de beschaafde swingjiver Goody Good Love met zang van ene Bubber Johnson. Jiven kan u ook op het zwarte Can't Find My Sadie van The Checkers. Mijn favoriet blijft evenwel de gezellige New Orleans jiver Shirley van John Fred & the Playboys aangevuld door een deel van de band van Fats Domino die net daarvoor op dezelfde dag in 1958 Whole Lotta Lovin' hadden opgenomen. Bijna tien jaar later zouden John Fred & the Playboys internationaal scoren met de sixties pophit Judy In Disguise (With Glasses) en bijna 25 jaar later scoorde Shakin' Stevens (GB) internationaal met zijn cover van Shirley. Evenmin te versmaden is de gitaarversie van Whole Lotta Shakin' Going On door The Centurys. Joey Micheals' Sixteen Cats, geschreven maar nooit opgenomen door Bill Haley, begint met dezelfde dubbele drumslag als Rock Around The Clock maar is een springerige bopper met een prominente gitaar en een vloeiende steel. Alle nummers komen uit 1954-1963 en 24 daarvan komen uit 1955-1959, dus wat jaartallen betreft zit alles even snor als een fikse knevel. Belangrijker: er zit geen enkel ondermaats nummer tussen. Als dat niet mooi is! Info: www.vintagerockinroots.com (Frantic Franky)
Atomicat Records picks up the thread of some of their series again and here's the sixth instalment of Atomicat Rockers, another 28 both white and black atomic powered rock 'n' roll tunes. Cecil Bowman & the Arrows' Starday 45 Blues Around My Door is a hard hitting example of country bop gone rockabilly: the vocals are pure country, a steel guitar slides through the entire proceedings and even takes care of part of a solo, while the drummer knocks it out of the park and an electrically charged lead guitar plays rockabilly licks. Cliff Davis & his Kentucky Play Boys' version of Rocky Road Blues bears the same mark: the band sounds as if they are more used to playing bluegrass but rock hard despite the steel and fiddle solo’s and thanks to the driving vocals and drumming. Let's bop, cos that's how we like 'em - after all these are only a hop, skip and jump away from the hurricane force of Eddie Gaines & the Rockin' Five's Be-Bop Battlin' Ball and from Alvis Wayne's violent go cat go rockabilly Sleep Rock-A-Roll Rock-A-Baby characterised by a primitive sound, an echo from here all the way to the ALP’s and - yes indeed - again steel guitar. More streamlined but equally rockin' are Sky Johnson (If My Love Had Wings), Frankie Dee with the Carter Rays (Shake It Up Baby), Chuck Sims (Little Pigeon), Jeff Daniels aka Luke McDaniel (Foxy Dan), Tom Tall & his Tom Cats (Mary Jo, the flip side of Stack Of Records) and Steve Alaimo & the Red Coats' stroller Home By Eleven. Jimmie & the Night Hoppers copy Duane Eddy including sax and rebel yells in Cruising, and The Blazers cover The Monotones' Book Of Love - it's always interesting to hear a popular song in a different version, provided that version is good as is the case here. Mel Tillis was a famous country singer in the seventies but he too started his career with rock 'n' roll: 1957's Juke Box Man, one of his first 45s, is big label rockabilly (twangy guitar, a rockin' guitar solo, backing vocals, medium tempo) but sung decidedly country sung and featuring honky tonk piano. Another big name is Kenny Rogers, THE Kenny Rogers of Ruby Don't Take Your Love To Town, Reuben James, Coward Of The County and Lucille (obviously not the Little Richard song), of the 1980s pop duets with Dolly Parton and of the 1967 psychedelic yet genius Just Dropped In (To See What Condition My Condition Was In). The country singer with the white beard had a quiff back in the fifties and in 1958 his We'll Always Have Each Other was a solid rocker. We know Carl McVoy, a cousin of Jerry Lee Lewis, from Sun Records but his sax rocker Little John's Gone appeared in 1958 with a similar sound on Hi Records, another label based in Memphis. It most certainly is not inferior to his Sun recordings! With songs like Da Doo Ron Ron, Then He Kissed Me, Be My Baby, Chapel Of Love and Leader Of The Pack under his belt composer Jeff Barry can lay claim to having written some of the finest songs in pop history, and he even had a go at recording himself. Hip Couple, in 1959 the B-side of his debut 45, is a sympathetic novelty song which does rock and has - does it need to be said - intelligent lyrics. Jan & Arnie were Jan Berry pré-Jan & Dean and Arnie Ginsburg (Dean Torrence was fulfilling his military service at the time) and the song Bonnie Lou here, the flip of Gas Money, is in the style of their better known Jennie Lee and Baby Talk. Other familiar names include Chubby Checker whose Schooldays Oh Schooldays is more a rocker than a twister, and Otis Williams & the Charms with the novelty doo-wop Don't Wake Up The Kids including an accelerated chipmunk voice. Primitive black doo-wop is Bill Perry with the Bel-Aires' Hoppin' Boppin' And Rockin'. Orchestra leader Lucky Millinder made his first recordings as early as the late 1930s and was already on the wane in the 1950s. He stopped performing in 1955, which did not stop him from trying to hitch his wagon to the rock 'n' roll train that year with the civilised swing jiver Goody Good Love with vocals by one Bubber Johnson. You can also jive to The Checkers' black Can't Find My Sadie. My favourite track remains however the cosy New Orleans jiver Shirley by John Fred & the Playboys complemented with part of Fats Domino's band who just happened to have recorded Whole Lotta Lovin' on the same day in 1958. Almost a decade later John Fred & the Playboys would score internationally with the sixties pop hit Judy In Disguise (With Glasses) and almost 25 years later Shakin' Stevens (GB) scored internationally with his cover version of Shirley. Not to be missed is the guitar version of Whole Lotta Shakin' Going On by The Centurys. Joey Micheals' Sixteen Cats, written but never recorded by Bill Haley, starts with the same double drum beat as Rock Around The Clock but is a bouncy bopper with prominent guitar and fluent steel guitar. All the songs are from 1954-1963 and 24 of them are from 1955-1959, so as far as the recording dates go this is prime stuff. More importantly: there is not a single dud among them! Info: www.vintagerockinroots.com (Frantic Franky) |
17 juli 2024
HI-STRUNG
R & B VOLUME 1: ROCK HOUSE
Lang
geleden dat er nog een nieuwe Koko Mojo Records reeks was... zeker
een week of twee! Dit is de eerste van wat minstens vijf Hi-Strung
R & B CD’s gaan worden, allemaal gevuld met 28 door Mark
Armstrong geselecteerde zwarte rock 'n' roll tracks want Koko Mojo
catert voor de liefhebbers van de zwarte arm van onze muziek. De R
'n' B uit de titel moet in elk geval op Volume 1 wel degelijk begrepen
worden als R 'n' R: "zwarte rockers met een jive of stroll tempo
op hun best, rhythm 'n' blues rockers en doo-wop movers" staat
ergens te lezen op de achterflap. Dat moeten we controleren... Long time since
Koko Mojo Records unveiled a new series... at least a week or two!
This is the first of what will be at least five Hi Strung R &
B CD’s, filled to the brim by Mark Armstrong with 28 black rock
'n' roll tracks since Koko Mojo caters to fans of the black side of
our music. Yet the R 'n' B from the title, at least on Volume 1, should
be interpreted as R 'n' R: "rousing rhythm 'n' blues rockers
with the emphasis on jive dancing and added stroll tempos" it
says somewhere on the back cover. Let's check it out... |
BLUES
MEETS DOO-WOP VOL. 4
Het vierde deeltje in deze reeks over blues met doo-wop zang en op de blues gebaseerde doo-wop opent sterk met een verrassing: blueskoning BB King niet met een blues maar met een swamp pop ballade, en bovendien nog een goeie, Please Accept My Love met pure doo-wop backing vocals van The Vocal Chords. Er staan nog meer bekende bluesnamen op - logisch natuurlijk - zoals die andere blues king, Albert King, met het popcorn Have You Told It Like It Was, Jimmy Reed met de medium tempo rechtdoor bluesrocker Close Together met mondharmonica die je ook een trage stroll zou kunnen noemen, en Memphis Slim met de soulvolle trage blues Mother Earth waarin ik met de beste wil van de wereld geen koortje hoor. Een andere grote mijnheer, figuurlijk én letterlijk, was Willie Dixon, contrabassist, producer, songschrijver en duivel doet al bij Chess Records. Hier is hij leadzanger op het inderdaad bluesy doch uptempo doo-wop nummer 29 Ways met vocale ruggensteun van de bekende doo-wop groep The Moonglows die ook op Chess zaten. Een liedje dat u wellicht kent omdat The Stray Cats het in 1981 coverden op hun tweede gelijknamige LP is Gonna Ball. Setzer en co namen het in die dagen niet zo nauw met de auteursrechten en op die plaat stond tussen de aanhalingstekens achter de songtitel "anoniem", maar op Blues Meets Doo-wop Vol. 4 hoor je de originele versie uit 1956 getiteld Let's Have A Ball, een wilde doo-wop rocker van The Wheels, groep met in de zangrangen Tarheel Slim die het nummer niet alleen schreef maar er naar ik aanneem ook gitaar op speelt. Blues Stay Away From Me is door veel artiesten zowel zwart als blank opgenomen, maar ik heb het klaaglied nooit beschouwd als een echte blues. De versie van Otis Williams & the Charms, zo te horen door alle Charms samen unisono gezongen, behoudt het slepende en voegt er een bluesy gitaarsolo aan toe. Een ander bekend nummer wegens opgenomen door iederéén is Linda Lu. Het nummer werd in 1959 geschreven en origineel opgenomen door Ray Sharpe, maar van alle coverversies werd hier geopteerd voor Sharpe's eigen heropname (The New) Linda Lu, ik dacht uit 1962, exact hetzelfde nummer maar op een meer geprononceerd marsritme en met een vrouwenkoortje erachter. Daarstraks had ik het al over swamp pop, en een populaire swamp pop groep was in die dagen Cookie & the Cupcakes. Hun nummer op deze CD, Close Up The Back Door, is echter geen swamp pop maar een harde uptempo stroll vergelijkbaar met maar gitaargewijs nog wilder dan Hank Ballard & the Midnighters die op hun beurt op de CD staan met een nummer in hun typerende stijl, I'm Crying Mercy Mercy. Meer blues getinte songs, vaak geaccentueerd door de piano maar nog steeds met doo-wop backings, zijn No Money No Luck Blues van The Continentals, Hey Baby van Camille & the Creations, de ballade I Don’t Care van Pee Wee Crayton met The El Dorados, het wat ragtime-achtige I Have News For You van Rockin’ Bradley, Front Page Blues van The Solotones en Found Me A Sugar Daddy van The Nic Nacs. Blueszang in een stroll hoor ik in Congratulations Honey van Baby Washington, en in Thrill Me Baby van Henry Pierce & his Five Notes hoor je de plechtige gospel roots die vruchten droegen in zowel doo-wop als blues. Pure doo-wop daarentegen, zij het qua zang reeds de jaren '60 aankondigend, is Woke Up This Morning van The Del Vikings. Tot de doo-wop reken ik voorts probleemloos Move Me Baby van Jimmy Witherspoon met The Lamplighters, In The Morning Time van The Clovers en het acapella Bottle Up And Go van The Enchanters met Caraïbische percussie, terwijl songs als I Cried Like A Baby van Henry Strogin en I Lost My Love van Dorothy Prince eerder resorteren onder de vroege soul. Een nummer als Sweet Thing van The Rams kan je dan weer perfect als pure rock 'n' roll beschouwen, maar de CD eindigt met Eyesight To The Blind van opnieuw Tarheel Slim nu als lid van The Larks, een pure gospelblues op akoestische gitaar... maar met vocal harmony backings! Het minste wat je van deze CD kan zeggen is dat ie interessant is, maar hou er rekening mee dat er heel wat trage nummers op staan. Info: www.vintagerockinroots.com (Frantic Franky)
Part 4 in this series featuring blues with doo-wop vocals and blues
based doo-wop opens strongly with a surprise: blues king BB King not
with a blues but with a swamp pop ballad, and a very good one too,
Please Accept My Love with pure doo-woppin’ backing vocals by
The Vocal Chords. There are more famous blues names here - obviously
- like the other blues king, Albert King, with the popcorn Have You
Told It Like It Was, Jimmy Reed with the medium tempo straightforward
blues rocker Close Together with harmonica which could also be called
a slow stroll, and Memphis Slim with the soulful slow blues Mother
Earth in which no matter how well I listen Ican’t hear any backing
vocals. Another great gentleman, figuratively speakingas well as literally,
was Willie Dixon, double bass player, producer, songwriter and the
guy who did everything else too at Chess Records. Here he is the lead
singer on the indeed bluesy yet uptempo doo-wop song 29 Ways with
vocal backing from the well known doo-wop group The Moonglows who
were also on Chess. A song you probably know because The Stray Cats
covered it in 1981 as the title track of their second LP is Gonna
Ball. In those days Setzer & co didn’t quite pay attention
to who wrote what and on that LP Gonna Ball said "anonymous"
in the brackets after the song title, but on Blues Meets Doo-wop Vol.
4 you hear the original 1956 version titled Let's Have A Ball, a wild
doo-wop rocker by The Wheels, a group featuring Tarheel Slim in the
vocal ranks who not only wrote the song but presumably also played
guitar on it. Blues Stay Away From Me has been recorded by many artists
both black and white, but I have never considered the lament a true
blues song. The version by Otis Williams & the Charms, heard here
sung in unison by all the Charms together, retains the slow tempo
and adds a bluesy guitar solo. Another well known song because it
was recorded by literally everybody is Linda Lu. Written in 1959 and
originally recorded by Ray Sharpe, out of all the cover versions Koko
Mojo opted for Sharpe's own re-recording (The New) Linda Lu, I think
from 1962, exactly the same song but with a more pronounced marching
rhythm and with a female chorus behind it. Earlier I mentioned swamp
pop, and a popular swamp pop group in those days was Cookie &
the Cupcakes. Their song on this CD however, Close Up The Back Door,
is not swamp pop but a hard uptempo stroll similar to but guitar-wise
even wilder than Hank Ballard & the Midnighters who are on the
CD as well with a song in their typical style, I'm Crying Mercy Mercy.
More blues styled songs, often accentuated by the piano but still
with doo-wop backings, are The Continentals’ No Money No Luck
Blues, Camille & the Creations’ Hey Baby, the ballad I Don't
Care by Pee Wee Crayton with The El Dorados, Rockin’ Bradley’s
somewhat ragtime-like I Have News For You, The Solotones’ Front
Page Blues and The Nic Nacs’ Found Me A Sugar Daddy. In Baby
Washington’s Congratulations Honey I hear a stroll with blues
vocals, and in Henry Pierce & his Five Notes’ Thrill Me
Baby you can hear the solemn gospel roots that bore fruit in both
doo-wop and blues. Authentic doo-wop on the other hand, albeit already
heralding the 1960s in terms of vocal styling, is Woke Up This Morning
by The Del Vikings. There’s more doo-wop with Jimmy Witherspoon
with The Lamplighters (Move Me Baby), The Clovers (In The Morning
Time) and The Enchanters (the acapella Bottle Up And Go with Caribbean
percussion), while songs like Henry Strogin's I Cried Like A Baby
and Dorothy Prince's I Lost My Love lean towards early soul. And while
a song like The Rams’ Sweet Thing could be considered 100 %
rock 'n' roll, the CD ends with Eyesight To The Blind by once again
Tarheel Slim, this time as a member of The Larks, a pure gospel blues
on acoustic guitar... but with vocal harmony backings! The least you
can say of this CD is that it is interesting, but do keep in mind
that it contains a lot of slow songs. |
10 juli 2024
IDA
RED LIKES THE BOOGIE/ BOB WILLS
Een
van de intussen al 45 Bear Family CD’s die verschenen onder
de noemer Gonna Shake This Shack Tonight was gewijd aan Billy Jack
Wills (Cadillac In Model A, BCD17644), nu is zijn grote broer aan
de beurt, de grote Bob Wills, de vioolspeler die leerde entertainen
in medicine shows en zwartgeschminkte minstrel shows, de grootste
ster aan het firmament van de western swing werd en terecht de titel
van king van de western swing mag opeisen na een carrière zich
40 jaar lang uitstrekte van begin jaren '30 tot zijn dood in 1975.
Daarna nam zanger Leon Rausch de groep over tot 1986, en zelfs anno
2024 bestaat er nog een officiële groep genaamd Bob Wills' Texas
Playboys Under The Direction Of Jason Roberts die in zijn jonge jaren
nog heeft samengewerkt met voormalige Playboys als Rausch, Johnny
Gimble en Herb Remington. One
of the 45 different CDs Bear Family released under the Gonna Shake
This Shack Tonight banner spotlighted Billy Jack Wills (Cadillac In
Model A, BCD17644), now it's time for his big brother, the great Bob
Wills, the fiddler who learned how to entertain the crowds in medicine
shows and blackface minstrel shows, became the biggest star in the
western swing firmament and can rightly lay claim to the title of
king of western swing after a 40 year career from the early 1930s
until his death in 1975. After that lead singer Leon Rausch took over
the band until 1986, and even today in 2024 there is still an official
group performing called Bob Wills' Texas Playboys Under The Direction
Of Jason Roberts - when he was younger Roberts had already worked
with former Playboys like Rausch, Johnny Gimble and Herb Remington.
|
DIDDY
BOPPERS/ LILLIAN BRIGGS
Vorig
jaar verscheen op Rhythm Bomb Records sublabel Tipitina (TLP 33003)
de 10 track 10 inch vinyl Follow The Leader van Lillian Briggs die
opviel in het rijtje rock 'n' roll zangeressen omdat ze trombone speelde,
niet bepaald het rockendste instrument ooit, maar het geeft wel aan
welk soort rock 'n' roll ze maakte, namelijk big band rock 'n' roll
waarop het goed jiven is. Nu brengt Bear Family een 32 track CD 1955-1961
uit van haar, en het is bij mijn weten nog maar de tweede keer dat
haar werk gecompileerd wordt op CD - de eerste keer was zo'n tien
jaar geleden op de Jasmine (CDJAS282) I Want You To Be My Baby. Die
CD had 33 tracks, en dan weet u dat de twee CD’s elkaar voor
een groot stuk gaan overlappen, maar goed, hoevelen onder u hebben
die CD? HIj is trouwens nog steeds te koop op de website van Jasmine,
want Jasmine brandt 'em gewoon op CD-R als u er eentje bestelt. Laat
u niet afschrikken door die term "big band rock 'n' roll",
want dan ga je een stukje fantastische muziek missen: dit is mee van
de swingendste muziek gemaakt in de jaren '50. Ik denk aan haar enige
hit, I Want You To Be My Baby (ook gezongen door Georgia Gibbs, het
origineel is van Louis Jordan en u kent het misschien nog van De Gigantjes
uit 1987), en aan Follow The Leader, That's The Only Way To Live en
het stop-startende Can't Stop, nummers waarop een groot orkest 'm
van jetje geeft onder leiding van Briggs stem die klinkt alsof ze
een flink brutaaltje was. Come Here met Jailhouse Rock intro is een
perfecte stroll, Diddy Boppers strollt uptempo, Hooray For The Rock
en de tongbreker I zijn opnieuw een prachtig huwelijk tussen rock
'n' roll en jive, en het bekende Hey Bab Ba Re Bop bevat niet alleen
een swingende solo op trombone maar ook groovy orgel dat opnieuw opduikt
in If There's A Man In The House.
Last
year Rhythm Bomb Records sublabel Tipitina released the 10 track 10
inch vinyl (TLP 33003) Follow The Leader by Lillian Briggs who stood
out in the ranks of female rock 'n' roll singers because she played
the trombone, not exactly the rockinest instrument ever, but it does
indicate the type of rock 'n' roll she was making, which was big band
rock 'n' roll perfectly suited for jiving. Now Bear Family releases
a 32 track 1955-1961 CD of Lillian Briggs, to my knowledge only the
second time her work has been compiled on CD - the first time was
some ten years ago on the Jasmine CDJAS282 I Want You To Be My Baby.
That CD contained 33 tracks so they're bound to overlap to a large
extent, but then again, how many of you have that CD? It's still available
on the Jasmine website, probably because Jasmine simply burns it onto
a CD-R if you order it. Don't be put off by the term "big band
rock 'n' roll" because you'd miss out on some fantastic music:
this is some of the swingingest music recorded in the 1950s, just
listen to her only hit, I Want You To Be My Baby (also sung by Georgia
Gibbs, while the original is from Louis Jordan), and to Follow The
Leader, That's The Only Way To Live and the stop-starter Can't Stop,
songs on which a big orchestra jumps like mad, led by Briggs whose
voice indicates she must have been quite a sassy lassie. Come Here
with its Jailhouse Rock intro is a perfect stroll, Diddy Boppers strolls
uptempo, Hooray For The Rock and the tongue twister I are again a
wonderful marriage of rock 'n' roll and jive, and the well known Hey
Bab Ba Re Bop contains not only a swinging solo on trombone but also
a groovy organ which reappears in If There's A Man In The House. |
4 juli 2024
RHYTHM
& BLUES HELL RAISERS VOLUME TWO: JAIL BIRD Vonden wij de eerste Rhythm & Blues Hell Raisers (Quiet Whiskey, Koko Mojo KM-CD-177) goed? Ja, antwoorden wij volmondig, en zeker voor een CD met "rhythm & blues" in de titel. Het betreft immers niet zozeer rhythm 'n' blues, niet bepaald ons favoriete genre, maar zwarte rock 'n' roll, en daar zijn we als de kippen bij. Laat dus deze nieuwe lading van 30 tracks maar komen want ze gaan opnieuw over alcohol, drugs, alle uitspattingen welke daarmee gepaard gaan (sex!) en alle ellende die eruit voorkomt zoals de bajes en problemen met de autoriteiten. Met andere woorden: Women And Whiskey, zoals Wilbert Harrison ze bezingt in het gelijknamige song. Het resultaat: Scorched zoals de niet te stuiten Varetta Dillard over haar no good lover. Tja, How Wild Can A Woman Be? Harold "Thunderbird" Ward vraagt het zich eveneens af, maar het antwoord blijft samen met de Bermuda Driehoek, de piramides en buitenaards leven een van de grote raadselen van de mensheid. Om met de deur in de kroeg te vallen: Volume 2 balanceert veel minder op het slappe koord tussen de pré-rock 'n' roll rhythm 'n' blues en wat uiteindelijk zwarte rock 'n' roll zou worden maar gaat volop voor de rock en de roll, en dat horen wij graag! De CD opent gelijk met een goeie uptempo stop-start stroll, I Ain't Guilty van The Crawford Brothers, er is een ronkende Fats Domino (You Done Me Wrong), en Bobby Mitchell leunt in No No No muzikaal heel sterk aan bij de Fat Man, wat evenzeer geldt voor Smiley Lewis (Down The Road) en Sonny Knight (Jail Bird). De rockende klanken rocken onverbiddelijk voort met Richard Berry's Riot In Cell Block N° 9 kopie The Big Break, Whose Hat Is That van Roy Brown, Don’t Shake Those Hips At Me van Bobby Smith, Who Slammed The Door van Little Caesar, I Sat And Cried van Jimmy Nelson, Talk About A Party van Boogaloo & his Gallant Crew, You Played On My Piano van Big John Greer & Dolores Brown, Your Wires Have Been Tapped van Pig Meat Markham, Big Legged Woman van Jimmy Williams en The Last Meal van Hurricane Harry, uiteraard allemaal met veel getoeter op saxofoons en gebonk op de piano, en vaak gebaseerd op swingende rhythm 'n' blues jive zoals Rampaging Mama van Blow-Top Lynn & his House Rockers, I Got Your Water On van Ivory Joe Hunter en I Ain't Gonna Let You In van Annie Laurie & Paul Gayten. De meeste songs dateren van 1950 tot 1961 met uitstapjes naar 1934 (het semi-akoestische geneuzel op zigeunerswing Junk Man van The Spirits Of Rhythm), 1940 (Cab Calloway met de foxtrot Papa's In Bed With His Britches On) en 1947 (de jivende meerstemmige samenzang van The Aristo-Kats' Jack You're Dead en van The Three Bits Of Rhythm die de alcohol afzweren om voortaan enkel nog frisdrank te drinken in Root Beer Sizzle Sazzle Sizzle). De invloed van die vocal harmony hoor je bijna tien jaar later terug in I'm Gonna Run It Down van The “5” Royales, een song die met het andere been verankerd is in hun gospel verleden. Muzikaal zijn er uitstapjes naar een meer rhythm 'n' blues getinte song als My Baby Done Me Wrong van Kid Guitar Thompson & the Scooters, doo-wop (Pass The Gin van The Meadow Larks) en piano boogie woogie (Hadda Brooks met de instrumentale Hip Shakin' Boogie), maar de meeste nummers zijn uiteraard een mengvorm van al die verschillende stijlen. Met Volume 1 was zeker niets mis maar Volume 2 is beter, en daarmee zeer zeker een aanrader voor de fans van zwarte muziek. Info: www.vintagerockinroots.com (Frantic Franky)
Did we like the first Rhythm & Blues Hell Raisers (Quiet Whiskey, Koko Mojo KM-CD-177)? Yes we did, we answer wholeheartedly, most certainly for a CD with "rhythm & blues" in the title. In the end it wasn't so much rhythm 'n' blues, not exactly our favourite genre, but black rock 'n' roll, in which case there's no stopping us. So make way for a second batch of 30 tracks about alcohol, drugs, all the excesses that go with it (sex!) and all the misery that comes with it, such as jail time and problems with the law. In other words: Women And Whiskey, as sung by Wilbert Harrison. The result: Scorched like the unstoppable Varetta Dillard about her no good lover. After all, How Wild Can A Woman Be? Harold "Thunderbird" Ward ponders the same question, but the answer, along with the Bermuda Triangle, the pyramids and extraterrestrial life, remains one of mankind's greatest enigmas. To kick down the pub door: Volume 2 to a much lesser extent walks the tightrope between pré-rock 'n' roll rhythm 'n' blues and what would eventually become black rock 'n' roll, instead going full steam ahead with the rock and the roll, just the way we like it! The CD goes off to a great start with a good uptempo stop-start stroll, I Ain't Guilty by The Crawford Brothers, Fats Domino kicks some serious ass in You Done Me Wrong, and Bobby Mitchell leans musically very much towards the Fat Man in No No No No, and the same can be said about Smiley Lewis (Down The Road) and Sonny Knight (Jail Bird). The rockin' sounds rock on relentlessly with Richard Berry's Riot In Cell Block N° 9 copy The Big Break, Roy Brown's Whose Hat Is That, Bobby Smith's Don't Shake Those Hips At Me, Little Caesar's Who Slammed The Door, Jimmy Nelson's I Sat And Cried, Boogaloo & his Gallant Crew's Talk About A Party, Big John Greer & Dolores Brown's You Played On My Piano, Pig Meat Markham's Your Wires Have Been Tapped, Jimmy Williams' Big Legged Woman and Hurricane Harry's The Last Meal, all of 'em obviously with a lotta honking saxophones and banging pianos, and often based on swinging rhythm 'n' blues jive such as Blow-Top Lynn & his House Rockers' Rampaging Mama, Ivory Joe Hunter's I Got Your Water On and Annie Laurie & Paul Gayten's I Ain't Gonna Let You In. Most of the songs are from 1950 to 1961 with forays into 1934 (The Spirits Of Rhythm' semi-acoustic humming to gypsy swing Junk Man), 1940 (Cab Calloway with the foxtrot Daddy's In Bed With His Britches On) and 1947 (the jiving polyphonic harmony of The Aristo-Kats' Jack You're Dead and of The Three Bits Of Rhythm renouncing alcohol in order to from now on only drink soft drinks in Root Beer Sizzle Sazzle Sizzle). You can hear the influence of this style of vocal harmony almost a decade later in The "5" Royales' I'm Gonna Run It Down, a song anchored with the other leg in their gospel past. Musically there are forays into a more rhythm 'n' blues-tinged song like Kid Guitar Thompson & the Scooters' My Baby Done Me Wrong, doo-wop (Pass The Gin by The Meadow Larks) and piano boogie woogie (Hadda Brooks with the instrumental Hip Shakin' Boogie), but most of the songs are of course a hybrid of all those different styles. There was nothing wrong with Volume 1 but Volume 2 is better, which makes it highly recommendable for fans of black music. Info: www.vintagerockinroots.com (Frantic Franky) |
BLACK
PEARLS VOL. 5: LET'S ROCK AND ROLL Let’s rock 'n' roll! Dat laten wij ons geen twee keer zeggen! De CD trapt af met de titeltrack, de medium tempo mondharmonica stroll van Shy Guy Douglas in Excello Records stijl die in recentere tijden werd gecoverd door The Seatsniffers (B, ik hoor hun kenmerkende sound ook terug in Raise Some San van Jay Nelson & his Jumpers hier), het startschot voor 28 inkzwarte tracks die focussen op zwarte rock 'n' roll als Kansas City Dog van Little Cameron en Oooh Wee Pretty Baby van Joe Hudson & his Rockin' Dukes met Lester Robertson op leadzang, jivers als het op Hound Dog lijkende What's The Matter Baby van The Royal Demons gezongen in de stijl van Clyde McPhatter, het op Please Don't Leave Me en The Fat Man lijkende Wow Wow van Willie Egan, Deacon Dan Tucker van de vooral van trage nummers bekende Jesse Belvin en Sadie Green van Big T. Tyler, en gestoorde New Orleans chaos als Hey Hey Baby van Eugene Isom & his Van-Glorians featuring William French en Rock 'n' Roll Baby van Mercy Baby. Er staan heel wat screamers en shouters op de CD zoals H-Bomb Ferguson (No Sackie Sack), ex-Willows leadzanger Tony Middleton (Lover), McKinley Mitchell (Lazy Dizzy Daisy, een zusje van Dizzy Miss Lizzy waarin de zanger van Rock Everybody Rock op de mambo tour gaat) en The Blue Dots met in het nummer Saturday Night Fish Fry op lead de in een gospel mood verkerende Grover Mitchell die zo hoog zingt dat ie klinkt als een big fat mama. Big fat mamas staan er ook op: Big Mama Thornton bijvoorbeeld die klinkt als een man in Don't Talk Back, een nummer dat verdacht veel lijkt op Don't Let Go van Roy Hamilton (beide nummers kwamen uit in 1958, dus de vraag rest wie eerst was), en Little Miss Jessie Smith die van 1961 tot 1965 deel uitmaakte van de populairste bezetting van The Ikettes. Haar My Baby Has Gone is helemaal gebaseerd op Ike & Tina Turner met op gitaar Benny Smith, de plaatselijke Ike Turner van St Louis. Peg Leg Woman van Willie King lijkt dan weer heel sterk op Rocket 88 van Jackie Brenston & his Delta Cats, in werkelijkheid Ike Turner & his Kings of Rhythm. Peg Leg Woman is een nummer van de hand van Ike Turner, die ook zou hebben meegeschreven aan Rocket 88, al staat zijn naam daar niet tussen de haakjes, en op beide opnames wordt de begeleiding verzorgd door Ike Turner. Marvin & Johnny zijn vooral bekend van doo-wop ballades als Cherry Pie, maar hun Ain't That Right hier is een wild Bo Diddley ritme! Een andere invloedrijke figuur in de zwarte rock 'n' roll was Little Richard en zijn manier van zingen horen we terug in de vocals van Willie West's A Man Like Me, hetzelfde nummer als Baby van Little Richard. De grootste verrassing is They Just Rocking And Rolling van V & BB, de originele versie van het nummer waarmee decennia later Ronnie Dawson een clubhit scoorde. Ook straf is hoe rockend een nummer als I'm A Good Rockin' Baby van Ray Snead uit 1951 reeds is! De CD sluit af met een muur van gitaardistortie die door Philip Walker, de gitarist op Clifton Chenier's Specialty opnames, werd uitgebracht als Louisiana Walk. Een paar tracks hebben een stevige rhythm 'n' blues gitaar in de rangen die evenwel nergens storend werkt. Sterker: ik vind zo goed als alle wilde en wacky tracks hier fantastisch, en dit is voor mij dan ook het beste deeltje in deze reeks tot nu toe, wat je merkt aan het aantal uitroeptekens in deze recensie. Nummers als New Hound Dog door Frank Motley & the Motley Crew met "zang" van Curly Bridges door Frank Motley & the Motley Crew met "zang" van Curly Bridges, eigenlijk gewoon een steeds sneller rockende trompetversie van Hound Dog waar Motley zijn eigen naam onder zette, moet je horen om te geloven! Of om het anders te zeggen: volume 5 bevat minder mondharmonica, meer saxofoon en dus meer rock 'n' roll. Rock 'n' roll met rhythm 'n' blues gitaar, dat spreekt. Samensteller Ronni Boysen, ex-gitarist van The Kokomo Kings (S), zou ondertussen al aan tiende Black Pearls werken. Info: www.vintagerockinroots.com (Frantic Franky) You don't have to tell me twice to rock 'n' roll, so let's go! The CD kicks off with the title track, Shy Guy Douglas' Excello Records style medium tempo harmonica stroll that was covered in more recent times by The Seatsniffers (B, their typical sound can also be traced back to Jay Nelson & his Jumpers' Raise Some San here), the first of 28 tracks focusing on black rock 'n' roll from the likes of Little Cameron (Kansas City Dog) and Joe Hudson & his Rockin' Dukes (Oooh Wee Pretty Baby with Lester Robertson on lead vocals), jivers like The Royal Demons' Hound Dog inspired What's The Matter Baby sung in the style of Clyde McPhatter, Willie Egan's Please Don't Leave Me and The Fat Man inspired Wow Wow, Deacon Dan Tucker by Jesse Belvin who's mostly known for slow songs, and Big T. Tyler's Sadie Green, peppered with deranged New Orleans chaos like Eugene Isom & his Van-Glorians featuring William French's Hey Hey Baby and Mercy Baby's Rock 'n' Roll Baby. The CD features a lot of screamers and shouters, for example H-Bomb Ferguson (No Sackie Sack), former Willows leadsinger Tony Middleton (Lover), McKinley Mitchell (Dizzy Miss Lizzy's sister Lazy Dizzy Daisy in which the Rock Everybody Rock singer goes mambo) and The Blue Dots whose Saturday Night Fish Fry is led by the gospel voice of Grover Mitchell who sings so high he sounds like a big fat mama. There's a couple of those included as well, for example Big Mama Thornton who sounds like a man in Don't Talk Back, a song suspiciously similar to Roy Hamilton's Don't Let Go (both songs were released in 1958, so the question remains who was first), and Little Miss Jessie Smith who was part of The Ikettes' most popular line-up from 1961 to 1965. Her My Baby Has Gone is clearly based upon Ike & Tina Turner and features Benny Smith, St. Louis' answer to Ike Turner, on guitar. Willie King's Peg Leg Woman on the other hand sounds a lot like Rocket 88 from Jackie Brenston & his Delta Cats, in reality Ike Turner & his Kings of Rhythm. Peg Leg Woman was written by Ike Turner who was involved in composing Rocket 88, even though his name is not in between the brackets, and on both recordings the accompaniment is provided by a band led by Ike Turner. Marvin & Johnny are best known for doo-wop ballads like Cherry Pie, but their Ain't That Right here sports a wild Bo Diddley rhythm! Another key figure in black rock 'n' roll was Little Richard and his style of singing can be heard in the vocals of Willie West's A Man Like Me, the same song as Little Richard's Baby. The biggest surprise is They Just Rocking And Rolling by V & BB, the original version of the song which became a club hit for Ronnie Dawson decades later, and it strikes me how hard rockin' a 1951 song like Ray Snead's I'm A Good Rockin' Baby already is! The CD finished with a wall of guitar distortion released as Louisiana Walk by Philip Walker who played guitar on Clifton Chenier's Specialty recordings. A few tracks are characterized by a prominent rhythm 'n' blues guitar which however nowhere distracts from the rockin' going on. In fact IMHO pretty much nearly all the wild and wacky tracks here are fantastic, so as far as I'm concerned this is the best volume in this series so far, which you can tell by the number of exclamation marks in this review. Songs like New Hound Dog by Frank Motley & the Motley Crew with "vocals" by Curly Bridges (basicly an increasingly faster rockin' trumpet version of Hound Dog under which Motley put his own name, have to be heard to be believed! In other words: volume 5 has less harmonica, more sax and therefor more rock 'n' roll. Rock 'n' roll with rhythm 'n' blues guitar, that is. Apparently compiler Ronni Boysen, former guitar player of The Kokomo Kings (S), is already preparing the tenth volume of Black Pearls.Info: www.vintagerockinroots.com (Frantic Franky) |