(reclame)

 

Mis je een verslag van een rock 'n' roll optreden of evenement? Maak er zelf een! Iedereen mag namelijk zijn of haar bijdrage leveren aan deze rubriek. De enige voorwaarden die we stellen is dat het een recente gebeurtenis betreft, dat het uiteraard aangenaam is om te lezen, dat je wat zelf gemaakte foto's meestuurt én het artikel voorziet van je echte naam. Mail naar


2011


TURNHOUT ROOTS NIGHT 3

Turnhout, 20 november 2011

Verslag: Frantic Franky/ Foto’s: www.eyeshootphotographs.be

JD McPherson’s Signs & Signifiers was voor velen dé CD van 2010, en deze zomer was hij bij ons onder meer te zien op Zwarte Cross, Sjock (B) en Peer (B). Ik heb ‘em toen gemist maar kreeg vandaag een herkansing tijdens zijn tweede Europese toer die zich met negen data in Spanje (onder meer op de Ubangi Stomp) beperkte tot de Rhythm Riot (GB) en slechts één concert in de Benelux. Volgend jaar staat ie op Viva Las Vegas, gisteren nog op de Rhythm Riot, vanavond in Turnhout!



Als je twee uitstekende Belgische bands op de affiche hebt, wie moet dan openen? Een moeilijke beslissing, maar ik veronderstel dat werd geopteerd voor de band die nog geen CD uit heeft, Lawen Stark & the Slide Boppers (met Mario Mattucci van The Be-Bop’s op gitaar en Guy De Caluwé van de ex-Hometown Gamblers op contrabas intussen zo’n beetje een all star band), gisteren trouwens ook op de Rhythm Riot, en met succes naar ze trots vertelden. Het geluid stond verrassend stil, maar dat stoorde me niet. Integendeel: gecombineerd met de professionele podiumbelichting gaf dat het effect van een intiem clubconcert waarin de band geheel tot zijn recht kwam. Ik hoorde hier en daar kritiek dat de leadgitaar te stil stond, voor mij was ze in elk geval waar ik stond (helemaal vooraan natuurlijk) luid genoeg. Ze begonnen heel rustig met Tomorrow Night en een aantal melodieuze rockabillynummers met Carl Mann-achtige gitaar, bijvoorbeeld hun versie van Your Cheating Heart. Ook mooi: de countryrock van I Hear You Talking van Faron Young. Naast covers als Please Don’t Leave Me en Rock Crazy Baby ook veel eigen songs als You Like My Loving (pure Sun) en de bopper I’ve Got Devils, die naar ik hoop allemaal op hun in 2012 op Drunkabilly Records te verschijnen debuut zullen staan. Als afsluiter kreeg Guy de micro ter zijner beschikking voor Fly Away van The Hometown Gamblers, bis werd Blue Swinging Mama.


Lawen Stark & the Slide Boppers net voor ze organisator Peter Van Der Flaes op de barbecue leggen...

Moonshine Reunion heeft onrechtstreeks een link met JD McPherson, en die link is Jimmy Sutton: Moonshine Reunion nam hun tweede CD op in Chicago in Sutton’s Hi-Style studio met hetzelfde team dat op dezelfde locatie die geweldige JD McPherson CD opnam, namelijk Jimmy Sutton zelf en engineer Alex Hall. Beide heren maakten vandaag deel uit van McPherson’s begeleidingsband, en vandaar dat Alex Hall for old times sake bij Moonshine twee nummertjes kwam meespelen op piano in Tired Of Drivin’ en I’m Desperate. De melodieuze countryrockabilly van Moonshine Reunion swingde als vanouds vanaf aftrapper Grip On Reality over de rock ‘n’ roll van I’m On Fire (Jerry Lee Lewis) en King Fool (u allicht bekend van The Planet Rockers maar dus echt recht uit de fifties, extra pinten als u weet door wie) tot de twang van The Race Is On en One Woman Man. Ook gehoord: Boogie Time, Playing With Fire, Highway 23, Dirty Old Town, Ruby (Don’t Take Your Love To Town), Wanderin’ Foot en Talk About The Blues. Het mooie is dat Moonshine zich niet vastpint op wat ze altijd deden maar blijft evolueren, enerzijds door de terugkomst van akoestisch ritmegitarist Kris Wouters die waar nodig ook een tweede stem voorziet, anderzijds door de uitbreiding van het instrumentarium naar elektrische mandoline (Jorge Fortunato die zijn steel even aan de kant zet) en ukelele (Wan De Brabander legt de elektrische gitaar opzij). Gaat dat zien, gaat dat horen en geniet.


Moonshine Reunion zet 'm op!

Waarna het tijd was voor de man waarvoor we allemaal waren gekomen, JD McPherson, die zelf de leadgitaar speelde, vanavond begeleid door drie mensen die mee die geweldige CD maakten: Jimmy Sutton op contrabas, Alex Hall op drums, en Jonathan Doyle op saxofoon. Bovendien hadden ze een extra pianist bij, een Nederlander nota bene, Bas “Basie” Janssen, die deze zomer al meespeelde met McPherson in Nederland en België. Gisteren op de Rhythm Riot was er een andere pianist, dat hele Spaanse luik werd zònder gedaan, en ik kan me simpelweg niet voorstellen hoé, want Basie’s bijdrage aan het geluid van McPherson was zeker niet opdringerig maar niettemin essentieel! Dat gezegd zijnde slaagde de band er niet in de gelaagdheid van de CD live te dupliceren. Het geluid was directer, hoe veel wah wah McPherson ook door zijn gitaarversterker joeg, met als resultaat dat de songs helemaal anders klonken, en ook al passeerde de hele CD, sommige nummers waren onherkenbaar. Niettemin was dit een mooie combinatie van zwarte rock ‘n’ roll shouters en gevoelige ingetogen soulsongs. Een paar nummers kende ik niet, qua covers noteerde ik Farmer John van Don & Dewey en als bis Carol van Chuck Berry. Noblesse oblige: ook Jimmy Sutton mocht een nummertje zingen. Samengevat : JD McPherson klonk anders. Niet slechter, ook niet beter, maar anders. In elk geval goed genoeg om volgende keer opnieuw te gaan kijken.


Frantic Franky blijft in de eerste plaats fan, en bij deze scoort ie de officiële handdruk en de handtekening van
JD McPherson (links) en Jimmy Sutton (rechts)

naar boven


ROCKABILLY SWAMP

De Mortel, 26-28 augustus 2011

Verslag & Foto's: Frantic Franky



Eerste editie van de Rockabilly Swamp, een afsplitsing van de Rockabilly Roundup die slechts luttele weken na de Roundup plaats vond op exact dezelfde locatie, kampeerboerderij Fleuren, naam die ik persoonlijk nogal lullig vind klinken omdat geen haar in mijn vetkuif eraan denkt om van mijn leven ooit te gaan kamperen op een boerderij. Deze boerderie zonder beesten is echter bijzonder geschikt voor dit soort evenement: een hal voor de optredens met achterin een toog (je verliest geen noot muziek door bier te bestellen), een weide om te kamperen of je caravannetje te zetten, plaats genoeg voor oude auto’s, en je zit buiten de bebouwde kom dus geen last van de buren. Op de Roundup zijn we niet geraakt, op de Swamp alleen op vrijdag wegens andere verplichtingen op zaterdag. Jammer, want nu heb ik Rudy La Crioux (GB) nog steeds niet gezien. De vrijdag was met drie bands evenwel op zich best al de moeite van de verplaatsing, ook al had de eerste band, Wild Deuces (B), afgezegd: de zanger had blijkbaar net een nieuwe baan en kon zich niet vrijmaken. Rock ‘n’ roll is echter een klein wereldje en één telefoontje volstond voor de organisatie om Let’s Buzz te boeken, een Nederlandse Paladins coverband. Ze bleken ook met z’n drie en speelden inderdaad enkel Paladins songs en nummers die ook door The Paladins gecoverd zijn, zoals Daddy Yar, Come On Home, Good Lovin’, You’re The One That Done It, You Make It They Take It, Irene, Lawdy Miss Mary, Get On The Right Track Baby, Big Mary’s, Slippin’ In en Mercy. Over zin of onzin van coverbands kan je discussiëren, maar wie afkickverschijnselen vertoont bij gebrek aan het origineel kan in elk geval bij Let’s Buzz terecht voor zijn fix. Dit was niet dezelfde wall of sound als de echte Paladins maar qua opwarmer kon het tellen, en net als bij het origineel werd rockabilly afgewisseld met meer bluesy werk. Strakke drummer ook. Op Let’s Buzz en Slow Down kwam mondharmonicaspeler Koen Raas meedoen, blijkbaar de eerste keer dat dat gebeurde. Voor de petite histoire: Raas heeft met zijn eigen Zeeuwse bandje The Bandox (omschreven als boerenland-billy) in 2004 zelf ooit het voorprogramma gedaan van de echte Paladins in Utrecht. Tegenwoordig speelt ie bij The Baldrick Brothers, een band waarin de invloed van The Paladins evenzeer terug te vinden is.


The Taildraggers met Tiny (links) en Pascal (rechts)...

Waarom spelen The Taildraggers zo weinig? Het is mij een raadsel, want wat Pascal Snijders (zang, akoestische gitaar), Tiny Lathouwers (gitaar), Peter Dekker (contrabas, samen met Tiny twee derde van King Size Trio) en Marco Groeneveld (drums) hier brachten was Europees topniveau, en ik wik mijn woorden. Wat een lekkere groove legt die Tiny toch in zijn gitaarspel, waarop de hele band probleemloos verder drijft. Doe daar bovenop de stem van Pascal (een rockabillyzanger met een goeie stem die echt kan zingen, ze zijn zeldzaam) en je krijgt een bandje dat succulente versies brengt van onder meer Long Time In The Ground (Deke Dickerson), Go Boy Go, Mister Whiz, Beatin’ On The Bars, Don’t Bug Me, I’m Sorry For You (That’s The Way You Feel), The Race Is On en Shadow My Baby. Hoeveel bands van dit kaliber kan je opnoemen in eigen land? Het eindproduct wordt te weinig gerespecteerd, in Nederland én daarbuiten. Zeg dat ik het gezegd heb.


...en The Taildraggers met Peter (links) en Marco (rechts)

De afsluiter was een band die het in het buitenland wél goed doet want al op zowat elk Europees festival gestaan: CC Jerome’s Jetsetters. Hun zwarte rock ‘n’ roll is prima te smaken, en ik vraag me af wat ze gaan doen zonder mondharmonicaman Jeffrey Thielens (B), want diens mondmuziekje is zo’n integraal deel gaan uitmaken van de Jetsetters sound dat we ons welhaast niet meer kunnen voorstellen dat de band ooit gewoon met zijn drietjes speelde zonder die mondharmonica. En toch zijn ze zo begonnen, luitjes! Dit was het laatste optreden op Nederlandse bodem met Thielens, en tegelijk het debuut van de muzikant die zijn plaats gaat innemen, boogie woogie pianist Dick Elsendoorn die eerder al op CD samenwerkte met CC Jerome. Een snuif boogie piano past uiteraard helemaal in deze muziek. Red Hot Mama trapte een stomende set af met daarin onder meer Shot Down (trager en bluesier dan The Sonics), I’m Ready (Fats Domino), twee verschillende My Babe’s (de rock ‘n’ roll classic en die van The Fabulous Thunderbirds), Believe What You Say (Ricky Nelson), de stroller Sugar Bee, de bluesbopper Hi Fi Baby, Big Boss Man, I’m On Fire (Jerry Lee Lewis), You Can’t Judge A Book By It’s Cover (met een flardje Dixie op de gitaar) en Boogie Chillun (Shake Your Hips). Twee opmerkingen: CC Jerome’s gitaar stond ontieglijk hard en daardoor naar mijn smaak té vervormd, en de band moet oppassen dat ze niet te veel verzinken in eindeloze groeps- en individuele solo’s. Goed voor de show, zeker, maar muzikaal nergens toe leidend. Een kniesoor die daarop let, maar ik ben van nature een kniesoor.

Links: CC Jerome; onder: Jetsetter Deon Buck

Zondag ben ik toch nog op de Swamp geraakt, waar El Rio Trio al bezig was aan de eerste van hun twee sets. Ik raad u niet aan naar De Mortel te rijden zonder TomTom, want da’s een hopeloze zaak als je de wijde omgeving niet kent: hopeloos verkeerd gereden in en om Helmond. El Rio Trio, het enige trio in Nederland dat uit vier mensen bestaat, bracht steviger-dan-gemiddelde rockabilly waarbij de fun en het speelplezier van het podium afstraalden. Opmerkelijke cover: Burning Love van Elvis met een Whole Lotta Rosie-achtige intro en de dames van de fanclub die op de eerste rij de ooh-ooh-ooh’s brachten mét bijhorende armzwaaien. Pittig en fijn bandje, dat El Rio Trio, maar dat wist u al langer. Ik heb me twee dagen goed geamuseerd op de Swamp, want dit is een van de weinige festivals waar het lijkt alsof er alleen maar vrienden komen: klein maar gezellig, en toch met Fransen en Duitsers en zelfs Engelsen. Een geen gezeik festival, en daar zijn er veel te weinig van!

je hebt kleine drinkers en grote drinkers...

Wie zijn vakanties plant in overleg met de festival kalender: Rockabilly Swamp gaat volgend jaar twee weken vroeger door, namelijk van 10 tot 12 augustus 2012, dus dat wordt het weekend vóór Rockin’ At The Drive-In Barn (B).

naar boven


ROCKIN' AT THE DRIVE-IN BARN #6

Oosteeklo (B), 20-21 augustus 2011

Verslag: Frantic Franky/ Foto’s - all images: eyeshootphotographs © 2011



Zesde jaar inderdaad voor de Drive-In Barn, het weekendfestival annex auto- en motortreffen in het verre Vlaanderen dat steeds groter wordt: nieuw was een pré-party op vrijdagavond voor de vroege vogels in een plaatselijk café met optreden van The 2 Tones (NL). Die kelk lieten we voorbijgaan, maar we waren zaterdagmiddag wel present voor een andere nieuwe feature, de Battle Of The Bands oftewel drie bands die streden om de openingsspot voor Drive-In Barn 2012. Drie bands uit België en Nederland mochten elk exact een half uur spelen, en da’s een prima concept: 30 minuten is lang genoeg voor een band om een ‘best of’ te spelen en kort genoeg om het boeiend te houden voor het publiek. Ik zie liever drie bands elk 30 minuten spelen dan twee bands 45 minuten, begrijpt u? The Motel Men (B) kende ik al en trokken naast drie eigen nummers (Can’t Live Here Anymore, het medium tempo bluesy rockend Radio Time en I Will Go Meeoow) vooral de kaart van de klassiekers met White Lightning, Right Behind You Baby, een tweestemmig Memphis Tennessee (trouw aan Chuck Berry’s origineel), de meezinger Sea Cruise (waarop niet werd meegezongen, te weinig publiek voor het podium), een fijngevoelig tweestemmig Movie Magg en een potig tweestemmig Can’t Find The Doorknob. Als trio was het uiteraard de vinnige gitaar die de sound bepaalde, aangevuld door expressieve vocals. Een gebroken snaar werd opgevangen door een drum intermezzo.


The Motel Men

Buzz Barton’s Brothers uit het hoge noorden van Nederland kende ik enkel van demo, en ook zij speelden vooral covers als Other Side Of Town, I Like Your Kind Of Love, I Done Told You, Do Me No Wrong, Did You Tell Me, Not For Love Or Money, That Ain’t Nothing But Right, Mean Little Mama en een tweestemmig medium tempo Lend Me Your Comb. Eigen werk was Curse On You, Silhouette en van de demo Alien Lover. Een heel goed punt was dat hun geluid een pak stiller stond dan The Motel Men, waardoor alles beter klonk en de zang er netjes bovenuit kwam. Drive-In Barn vind immers plaats in een gigantische hall waarin het geluid enorm rondzoemt. BBB trakteerden ons op traditionalistische rockabilly met moderne inslag, maar wel melodieus. Probleem was dat ze niet 100% sámen speelden. Zanger Roland Kloosterman speelt geen instrument en weet niet goed blijf met zichzelf tijdens de gitaarsolo’s. In het hun toegemeten half uur werd de set steeds wilder en de fun straalde er vanaf, wat altijd aanstekelijk werkt op het publiek. Volgens mij maakte het BBB niet uit of ze nu wonnen of niet: ze speelden op Drive-In Barn en amuseerden zich. Een positieve instelling.
Eveneens helemaal út Fryslân af komen rijden was de enige band die ik van haar nog pluim kende, The Hayride Silvertones. Met zo’n naam verwachtte ik me aan country-achtige muziek, maar die vlag dekt niet echt de lading: dit trio was rockabilly, weliswaar met veel early fifties invloed. Ze beschikken met Johan Veenstra over een uitstekend leadgitarist, maar in de snellere nummers vond ik contrabassist Roel Huizinga (van Highway 54) te zenuwachtig zingen. Zijn stem is veel meer geschikt voor rustiger nummers. De contrabas stond te stil, de drums vond ik te druk. Bijna de helft van de set was eigen werk (onder meer Back Off Woman, Burn Those Memories, If You Think en de instrumental Paradise Lost), maar de covers tapten naast Heartbreakin’ Mama en Seven Nights To Rock vooral uit hele onbekende vaatjes: Honey Won’t You Listen (Roy Wayne), Don’t Shoot Me Baby (Bill Bowen), Buzzin Bee (The Ramblers), If You Call That Love (The Three Ramblers met Jerald Boykin), Hep Cat Baby (Gene Criss). En Fool About You is ook niet bepaald de bekendste Hank Williams song.
Geen gedoe met applaus of punten, de winnaar werd uitverkoren door een onafhankelijke jury. Laat me u geruststellen qua professionaliteit: uw dienaar maakte daar geen deel van uit, en daar was hij blij om, want ik zou niet weten wie ik moest kiezen! Muziek is namelijk een emotioneel gegeven dat zich bijzonder moeilijk in objectieve criteria laat samenvatten. Ik vond ze alle drie hun merites maar evenzeer tekortkomingen hebben. En de winnaar werd... (drumroffel)... The Hayride Silvertones. Gefeliciteerd, heren, en tot volgend jaar.

Vandaag stonden er maar liefst zeven bands op de affiche in Oosteeklo en daar was slechts één Belgische bij, toch opmerkelijk. Drive-In Barn heeft er een handje van weg opkomende bands op u los te laten, dus vaak minder bekende namen die geacht worden op het punt van de doorbraak te staan. The Ladykillers uit Essex (GB) bijvoorbeeld, een band die startte in 2009 en mijns inziens kan vergeleken worden met de al even Britse Caezars: jong, brutaal, en met beide benen in de sixties. Hun outfits (die smalle broeken) en vooral de podiumact van magere zanger Luke Baker deden me heel erg aan de Britse R&B-bands van begin jaren ’60 denken, The Rolling Stones op kop. De contrabastechniek van Joey Moriarty was minimaal (op het einde werd een elektrische bas opgediept), prima drummer Rob Ingram hield dan weer het rock ‘n’ roll gehalte hoog. De muziek was vooral eigen materiaal of in elk geval mij onbekend werk, de occasionele cover als Rip Rip Rip It Up (Florian Monday & the Mondos) daargelaten. Opener Losing My Head zou ik omschrijven als early garage en ze legden een goeie groove neer, maar die begon vrij snel hetzelfde te klinken. Het derde nummer klonk exact als het eerste en het tweede maar dan in een ander tempo, als u begrijpt wat ik bedoel. Set Her Free hebben ze uit op single, I Need More en Love Like No Other herkende ik van hun MySpace. Niet echt mijn ding, en net als bij The Caezars begrijp ik de hype niet. Word ik te oud?
Ook The Montesas (D), van wie wij in 2006 het album Rockers Shakers bespraken, halen de mosterd in de sixties, maar hun vond ik wél leuk. ’t Was dan ook een heel ander soort sixties: bugaloo, hully gully, jungle exotica, dat soort werk, bovendien met een orgel. Nooit gedacht dat ik een orgel nog eens goed zou vinden! Ze komen uit Kassel, helemaal in het midden van Duitsland, spelen in de bezetting orgel, gitaar, basgitaar en drums en openden met een uptempo 16 Tons. Een flinke brok van de set werden ze vervoegd door The Montesitas, twee zangeressen annex go go danseresjes in kleurrijke sixties outfit, inclusief laarsjes en volumineus kapsel (die blonde in elk geval toch). Dat werd een mooi showtje, en daar hou ik van: synchrone danspasjes en veel percussie met sambaballen (maracas heet dat in muzikantentaal). The Montesitas brachten onder meer Igor’s Party, girl pop met Wrong Side Of Town, het Duitstalige (!) Hully Gully Slip And Slide, King Kong (van de Jungle Exotica reeks), en de beste versie van Catalina Push ooit. Bovendien voelen ze zich niet te goed om zichzelf compleet belachelijk te maken, zie in dat verband vooral hoe ze de aap uithingen in Ko Ko Joe. Bis werd Ain’t Got No Home, ook al een feestnummer. Hele leuke band!


Olivier Laporte van The Wildgoners en u tussen het publiek

Voor wie zichzelf wat serieuzer neemt waren er The Wildgoners, vier Franse hepcats die begonnen in 1994. De band is er een tijdje tussenuit geweest maar is nu helemaal terug met de nieuwe CD Got What It Takes, waarvan de nummers Black Smoke And Blue Tears, Got What It Takes, Rock Del Tom Tom en If I Ain't Got You in de setlist stonden, net als de vinyl single Rovin’ Days en ouder werk als Ain't Gonna Do It, Honey Love, Can't Go Home en Cool Lover Man. Voorts herinner ik mij Rock Along (hun allereerste single ooit), veel twang en Johnny Cash ritmes, en de covers Stutterin’ Cindy en Boppin’ Wig Wam Willie. Gedegen setje authentieke rockabilly, en het bewijs dat je nooit te oud bent om te jongleren met een contrabas.


Laurent Perrot (Wildgoners) gaat loos met de contrabas. Chris Monichen (Delta Bombers) brult zijn goedkeuring uit

Net als vorig jaar werd Drive-In Barn afgesloten met een Wild Records act, meer bepaald The Delta Bombers, voor het eerst in Europa, al speelde gitarist Andrew Himmler (die vanavond verjaarde, hij kreeg van de organisatie een ingelijste originele druk van een van de Drive-In Barn T-shirts cadeau) vorig jaar al bij ons met Luis & the Wildfires. Zanger Chris Monichen heeft inmiddels een volbloed beatnik baard gekweekt, wat past bij zijn stem, een soort natuurkracht uit de oertijden, zeg maar gerust een orkaan van een stem. Gromt vanuit de onderbuik als een oude bluesshouter, wat van de muziek van The Delta Bombers een soort swampy voodoobilly bugaloo maakt die toch rockt. Al die Wild acts hebben iets rauw, maar deze zou absoluut passen op een bluesroots festival als Peer (B). I Gotta Know zal op hun volgende CD komen te staan, ik noteerde ook een Run Chicken Run en een trashy Nobody’s Guy, en de afsluiter werd het titelnummer van hun tot nu toe enige CD Howlin’. Maar kan iemand mij vertellen waarom al die Wild bands plots ook sixties beginnen spelen? Waarom speelden The Delta Bombers The Last Time van The Rolling Stones?

Chris Monichen van The Delta Bombers

Zondagmiddag ging de live muziek al van start om 13 uur, en Jake Calypso & his Red Hot (F) hadden het nadeel dat ze mochten/ moesten openen, op Drive-In Barn een nadeel omdat de aard van dit festival inhoudt dat de meeste mensen buiten rondhangen bij de auto’s en motoren. Eigenlijk hebben alleen de bands die spelen als het al donker is een goede opkomst voor het podium, maar dat ontmoedigde Jake Calypso niet, zoals geweten het pseudoniem waaronder The Hot Chickens (F) het uitstekende album Grandaddy’s Grease uitbrachten. Live was dit exact dezelfde primitief rauwe bop als op Grandaddy’s Grease, en daar waren wij niet treurig om. Wij niet alleen: de pa van Maurits Schelling (DJ Sputnik van de Cruise Inn) kwam een bopje plaçeren op het podium, wat in rockabilly middens gelijk staat met een officiële goedkeuring.
Een beetje tegenvallen vond ik de helemaal uit Slovenië overgekomen Lucky Cupids, in de Balkan actief sinds 1994 en dan ook al een stapel releases uit. Die op hun merchandise tafel vooral stapeltjes computerkopietjes bleken te zijn. Keurig gespeelde melodieuze rockabilly met een Paul Ansell-achtige stem, maar te braafjes en te veel jukebox genre Whole Lotta Shakin’ Goin’ On, Runaway, CC Rider en Baby Whant You Want Me To Do (Elvis). Filter die oude en moderne (Tainted Love) klassiekers d’eruit en je hebt een soort light versie van Number Nine (zie: Sway), maar da’s niks voor een festival dat het moet hebben van hot rods en tatoeages.

Links Lawen Stark en rechts Jean Colling van Lawen Stark & the Slide Boppers

Nee, op Drive-In Barn moet je met iets beters voor de dag komen, en dan zijn Lawen Stark & the Slide Boppers geen slechte keuze: Belgische favorieten met bekende gezichten die wilde rockabilly en white rock genre Blue Swinging Mama en We Wanna Boogie brengen met een frontman die een mooi showtje ten beste geeft en binnen de kortste keren op de knieën gaat. Contrabassist Guy De Caluwé mocht een eigen nummer zingen uit zijn tijd bij The Hometown Gamblers. Als hun debuut-CD half zo goed wordt als wat ze vandaag neerzetten, gaat dat een hele goeie CD worden.
Eén voordeel heeft Drive-In Barn: ze houden er op een fatsoenlijk uur mee op, zodat de mensen die op maandag moeten werken (wie niet?) nog op een menselijk uur thuis geraken. En ik weet niet hoe ze het doen, maar zoals elk jaar hadden ze het weer mee. Relaties, zeker?
Met dank aan Marc Van Wolvelaer van www.eyeshootphotographs.be voor de schitterende foto's!


De fotograaf op de foto! Dit is de man die al die mooie foto's maakt!

naar boven

SJOCK FESTIVAL
Gierle (B), 10 juli 2011

Verslag: Frantic Franky/ Foto’s: Grace Romy

Sjock duurt in zijn volle glorie drie dagen, maar ik ben er dit jaar slechts op zondag geraakt. Vrijdag was het psychobilly geblazen (hoewel: zowel Spellbound (GB) als Guana Batz (GB) heb ik live al goed bevonden), zaterdag miste ik The Boss Hoss (D) en JD McPherson (USA). De meningen terzake bleken zondag zoals altijd verdeeld. In elk geval: zondag keek ik vooral uit naar het Belgische debuut van de Schotse Johnny Cashen genaamd Union Avenue, maar daarvoor moest ik wachten tot kwart voor 11 des avonds. Zondags beginnen ze er in Gierle ontieglijk vroeg aan: om kwart na één ’s namiddags werd in de rock ‘n’ roll tent al afgetrapt door Voodoo Swing, een trio uit Phoenix dat al voor de tweede keer door Europa toert. Stevig toert: 44 shows op zeven weken. En stevig rockt: dit was moderne rockabilly, luidruchtig maar goed gespeeld. Ik hoorde enkel eigen songs, met naar het einde toe een cover van Rock Boppin’ Baby. Een stevige cover uiteraard. Samengevat: 40 minuten non stop energie, inpakken en wegwezen naar de tweede show die dag.


Kieron McDonald

Kieron McDonald kennen we nog van The Flatfoot Shakers, en sinds hij van Australië naar Duitsland verhuisde laat hij zich begeleiden door zijn eigen combo, vandaag een soort virtuele Reno Brothers: Jan van Leeuwen op drums en sandalen, Rolf Hartogs op gitaar, Eddie Poppes op contrabas. Alles bij mekaar goed voor een set klassieke rockabilly gebracht met viriele stem en een hard hittende gitaar en drum sound, deels te danken aan het feit dat er iemand achter de mengtafel zat die iets van rockabilly kende, namelijk Wim Van Den Heuvel, vaste geluidsman van The Seatsniffers. Het resultaat: àlle bands klonken vandaag krachtig en daardoor ook goed, al werd merkwaardigerwijs de muziek zelf na Voodoo Swing steeds rustiger van aard.

Zo tapten ook Miss Mary Ann & the Ragtime Wranglers, de derde band, muzikaal uit een net weer iets kalmer vaatje. Wat niet betekent dat het minder goed was, integendeel. Marjolein mag dan door een hele Noordzee van haar muzikanten gescheiden zijn, dit klonk even gesmeerd als de laatste 15 jaar. Eveneens nog steeds aanwezig na 15 jaar: het onderkoelde vakmanschap van The Ragtime Wranglers, en de uitbundigheid en brede lach van Miss Mary Ann. U wil titels? Drugstore’s Rockin’, That’s The Way I Feel, Teen Street, Knock Knock Rattle, Rock It On Down To My House, Don’t Lie To Me (met mooie backing vocals), Blue Days Black Nights, When The Blues Comes Around, Mama’s Here, Easy Does It, Hey Little Dreamboat, en de pijnlijk mooie Patsy Cline cover Three Cigarettes In An Ashtray: je moet lef hebben om met een trage op te tornen tegen het geroezemoes van 2000 man. Niet alleen een uitstekende maar vooral professionele set female rockabilly.


Frantic Franky op de foto met muze Miss Mary Ann!

Carl & the Rhythm All Stars komen uit Parijs, maar hun contrabassist kwam vandaag van over’t water: Guy De Caluwé van The Hometown Gamblers zaliger, nu bij Lawen Stark & the Slide Boppers en Lawen Stark’s bluesbop band Hobo Jungle. Dit was de eerste keer dat hij inviel bij Carl, maar dat was er niet aan te horen, want een beetje contrabassist kan standaard nummers probleemloos volgen. Vandaar wellicht slechts drie eigen songs in de set: Drunk And Lonely Man, 49 Roses For You, en het voor Vlamingen echt wel fout getitelde Janette dat op een Runaway rifje drijft. Voor de rest citeer ik willekeurig het betere onbekende werk als Long Lean Baby, Too Much Lovin’ Goin’ On, Trapped Love, Just One More Time (niet echt de allerbekendste Johnny Burnette song), Come Back Baby, Slipped My Mouth en de geslaagde Charlie Feathers interpretatie Stutterin’ Cindy. Strak, tight en wild, ten bewijze van het feit dat zij de eerste en tot nu enige Franse band op het Amerikaanse label Wild Records zijn.


The Caezars: AJ Denning en Danny O op de gitaar van zijn pa

Nog meer Wild Records volgde met het Belgische debuut van The Caezars, de Londense sensatie voor wie het razend snel gaat: in augustus 2009 repeteerden ze voor het eerst, nog geen volle twee jaar later hebben ze een CD uit op een Amerikaans label en hebben ze al op alle grote festivals gestaan. Terwijl ze piepjong zijn: ze speelden op Viva Las Vegas maar konden er geen pint bestellen wegens minderjarig. Wat schreef ik ook alweer in hun CD review? “Misschien vind ik The Caezars live wel beter nu ik de songs ken van de CD”. En dat was inderdaad het geval, wellicht ook door het goeie geluid, al neem ik niet terug dat naarmate de set vorderde de gitaar steeds meer sixties ging klinken. Veel show, misschien nog meer dan gebruikelijk omdat zanger AJ Denning in tegenstelling tot vorige keer dat ik ze zag geen akoestische gitaar bespeelde en dan ook het hele podium rondhoste op een bijna spastische manier. Voor de rest zijn het relaxte kereltjes: 20 minuten voor ze op moesten speelden ze achter het podium in hun bermudas nog een partijtje voetbal. Ik heb een tijdje staan praten met gitarist Danny Dawkins, die bijzonder onder de indruk was van mijn verhalen over The Rough Diamonds, de band van z’n pa die hij zelf nooit zag. Verrek: ik ben intussen zo oud dat ik Danny nog als baby heb zien ronddragen op de arm van z’n pa! Van de CD herkende ik ondermeer I Never Wanted To Cry, I Am Just Bad, Sitting At The Top, I Can’t Be Alone, You Can Love Me en Mad Man, en ook de drie tracks van hun nieuwe CD-single ontbraken niet: She’s My Miss, Heartache Overload en She Said (niet de Hasil Adkins song). Lovin’ Up A Strom kreeg een traag sixties arrangement, Dirty Robber was daarentegen nog sneller dan The Sonics. De instrumental Hail Caezars en CD-titeltrack Shakedown werden de bissen. Ik vond ze beter dan toen ik ze de eerste keer zag, maar snap de magie nog steeds niet, want snelheid wint het bij The Caezars nog steeds op finesse.

The Caezars

Inmiddels terug gearriveerd was Voodoo Swing, of op zijn minst tweederde van de band: zanger-gitarist Shorty Kreutz lag strijk in het tourbusje. Ze hadden namelijk een literse fles Taco Taco soldaat gemaakt, een Afrikaanse eau de vie die ook goed is tegen vermoeidheid, hoofdpijn, impotentie en allerlei vreselijke ziektes. Waarna het tijd was voor het Belgische debuut van Union Avenue, de band die een carrière bouwde op het coveren van rocksongs in Johnny Cash-stijl. Live doen ze dat even goed als op CD, zo bleek snel, en bovendien amuseren ze ook zichzelf op het podium, altijd handig bij wat in essentie één lang uitgesponnen gimmick is. Muzikaal zat het strak, met akoestische gitaar, drums (een uur lang dezelfde roffel), contrabas (ook een uur lang hetzelfde) en vooral de uitstekende Paul Paterson op gitaar. Dat ze die volgend jaar maar eens zijn instrumentaal ding laten doen op Sjock of uitnodigen met zijn eigen band Hi-Voltage, dat lijkt me wel wat. Geen mondharmonica zoals op CD. Opener Folsom Prison werd gevolgd door Hoochie Coochie Man (Muddy Waters) dat twee druppels water als Folsom klonk, en dan meteen al een van mijn persoonlijke favorieten, I Shot The Sheriff (Bob Marley). Big River maakte plaats voor een uptempo interpretatie van de Tarantino hit Bang Bang, Teenage Kicks (Undertones, ook gedaan door The Go Getters) kreeg het begin van Ballad Of A Teenage Queen mee en op’t eind een couplet I Walk The Line. Een supersnel Ride On Josephine (Bo Diddley, ook gedaan door Sleepy Labeef en George Thorogood) werd dan weer gekoppeld aan Get Rhythm. En zo gingen we een uur door, tot Sympathy For The Devil (het publiek mocht de ooh ooh’s doen), It’s All Over Now, Should I Stay Or Should I Go, Cocaine Blues en Ace Of Spades, met als bisnummer Mean Eyed Cat, heel de set krak hetzelfde uitgezonderd twee songs: het trage Wish You Were Here, en Paterson’s instrumentale gitaarpicker Union Avenue Breakdown. Ze hebben me niet ontgoocheld.


Union Avenue: Andrew Cardno en gitarist Paul Paterson

Sjock noemt zichzelf “your rock ‘n’ roll highlight of the year”, en voor wie het net iets harder mag klinken klopt dat wel degelijk. O ja, moest het u interesseren: de Tiki’s in Gierle blijkt nu een pitta tent te zijn. En het interieur staat bij John & Lucy op de veranda…

 Union Avenue

naar boven


ROCKIN' AROUND TURNHOUT
Turnhout, 23 en 24 april 2011

Verslag: Frantic Franky/ Foto’s - all images © 2011 eyeshootphotographs

15e Rockin’ Around Turnhout, uit oorspronkelijk een blues (!!!) kroegentocht gegroeid tot een toonaangevend rockabillyfestival in Europa, wat je merkt aan het volk dat er op af komt: Engelsen die gewoon met de wagen overkomen, vroeger was het andersom en trokken de Europeanen in grote getale richting Engeland. Drie jaar geleden sneeuwde het tijdens Rockin’ Around Turnhout (dat toen een maand vroeger viel), 2011 zal de geschiedenis ingaan als het warmste paasweekend sinds... 1949! Het weer is waarlijk gek geworden.


Lawen Stark & the Slide Boppers, met rechts een bezoeker die blijkbaar uit Schotland overkwam
...

De full monty begint in Turnhout tegenwoordig al op vrijdag met een pré-party (Lawen Stark & the Slide Boppers) en om de afkickverschijnselen te beperken is er ook een officiële afterparty the day after (Deuces Wild).
De eigenlijke rock ‘n’ roll kroegentocht op zondagavond wordt op zaterdag voorafgegaan door een volwaardig festival, met deze editie drie namen die elk op zich eender welk ander festival kunnen headlinen. Bij Rockin’ Around Turnhout krijgt u ze gewoon alle drie. Opener was al meteen flink exclusief: het derde reünie optreden of zoiets van The Tennessee Boys, de groep waaruit The Mean Devils en 49 Special, wereldberoemd in Turnhout, ontsproten. Vorig jaar op de Rockabilly Rave in Engeland, in maart een generale repetitie live on stage in Porto, nu in Turnhout! The Tennessee Boys waren big 15 jaar geleden: in 1994 besloten ze op een mooie dag van Portugal naar Willie Lewis’ Rock-a-Billy Record Company in Denver, Colorado te trekken en daar zouden ze een jaar blijven plakken. Het resultaat waren een paar albums, en vandaag klonken Pedro Serra (zang + rechtopstaande drums), Jorge Fortunato (akoestische ritmegitaar en steel), Mario Morais (gitaar) en Nuno Alexandre (contrabas) alsof ze nooit waren weggeweest met een set pure rockabilly (Ducktail, Be-Boppin’ Baby, Sneaky Pete, This Could Be The Night) en hillbilly (Juke Joint Johnny, Blackberry Boogie, Live Fast Love Hard Die Young, Ballroom Baby). Het deed plezier Pedro nog eens al een jong veulen rond zijn drumsetje van niks te zien springen.


Op de linkerfoto Nuno Alexandre en rechts Pedro Serra (The Tennessee Boys)

Twee nadelen in de Kuub in de Warande: om naar de bar te gaan moet je de zaal uit, en om te roken moet je helemaal naar buiten. Het gevolg: heelder gaten in mijn notas. De gaten in mijn geheugen zijn dan weer het gevolg van te veel alcohol. Charlie Thompson (GB) heeft een uitstekende stem maar één nadeel: hij schrijft geen eigen songs. Nou ja, nadeel, veel maakt het niet uit: beter een goeie cover dan een slechte eigen compositie. Al blijft een sterk eigen nummer nog steeds beter. Begeleid door The Barnstompers (NL) bracht ie een prima selectie old time country en rockabilly, maar ergens moet ik bier wezen zijn halen en een sigaretje roken en onderweg zijn blijven hangen want mijn beduimeld notitieboekje is pijnlijk leeg onder de hoofding Charlie Thompson. Ik zou op YouTube op zoek kunnen gaan naar filmpjes, maar laat ik dat nou maar niet doen. Laat ik nou maar gewoon een memo aan mezelf schrijven: volgende keer wat beter opletten als ik een review moet schrijven.

: Charlie Thompson en Kees Stigter van The Barnstompers

Topper voor vanavond waren The Jets, een merkwaardige keuze misschien voor Turnhout aangezien revival bands niet echt hun specialiteit zijn. The Jets zijn nog ‘ouder’ dan The Tennesse Boys, zaten in de eerste helft van de jaren ’80 bij major EMI, en haalden toen zelfs de Britse hitparade! Toen ze voor het eerst in België optraden waren de drie broers zo jong dat hun moeder meereisde, inmiddels zijn ze rond de vijftig en spelen hun eigen zoons in een rock ‘n’ roll band genaamd Lights Out! Voor wie er op voorhand aan twijfelde: The Jets hebben nog niets van hun charme en kunde verloren en trapten met Turn Up The Guitar, Drunk Again en Yes Tonight Josephine een bijzonder energieke en professionele show op gang. Toegegeven, er zaten een aantal nummers tussen met een vreemde groove waarin ik me niet bepaald kon vinden, maar dat werd goedgemaakt door songs als Heartbreaker of hun instrumentale Moonshine (nog steeds inclusief slow motion) en rock ‘n’ roll klassiekers als C’Mon Everybody, Somethin’ Else, Please Don’t Leave Me en zelfs Runaround Sue. Alleen een beetje vreemd dat ze eindigden met een nummer dat nadrukkelijk niet van hen is, You Ain’t Nothing But Fine, ook al staat het op hun recentste cd. De bissen waren een acapella Please Be My Girlfriend en Charlene, alvoren deejays Rudy (B), Lucky Shooter (D) en Batman (F) de zaak overnamen tot een uur of vijf des ochtends. Toen ik de zaak verliet daagde het ochtendgloren en waren de inboorlingen al een vlooienmarkt aan het opstellen rond de Kuub.


Boven: The Jets met de grimas van Tony Cotton... Onder: The Jets en rechts DJ Rudy

Zondagmiddag was er ook een rommelmarkt maar dan een ‘50s rommelmarkt georganiseerd door Rockin’ Around Turnhout, een primeur die helaas beperkt bleef tot een standje of vijf. De bar werd drukker bezocht dan die vijf kraampjes, en tot lering ende vermaak speelde buiten ook een Amerikaanse band met een zangeres, The Cadillac Bombers. Ik hoorde de gebruikelijke female classics en was niet onder de indruk.
De voorbije jaren stippelde ik voor de eigenlijke kroegentocht ’s avonds een ingewikkeld plan de campagne uit, dat steevast de mist inging. Dit jaar besloot ik op goed geluk wat rond te wandelen en in de diverse cafés binnen te wippen, wat wonderwel lukte: ik hoorde mensen klagen dat er weer geen doorkomen aan was, maar zelf had ik in geen enkele kroeg een probleem om mij naar de eerste rij te begeven. Het resultaat was dat ik meer heb gezien dan de voorbije jaren, al blijft alle 15 bands zien uiteraard een illusie. De eerste bar was al meteen een voltreffer: het mij compleet onbekende Zuid-Duitse trio The Lonesome Drifters was fantastisch! Geen drums, maar dat miste je nergens, want dit was waarlijk een onwaarschijnlijke vintage sound: messcherpe leadgitaar die even luid stond tijdens de strofes en refreinen als tijdens de solo’s, en daarbovenop degelijke vocals. Ze brachten de betere onbekende melodieuze rockabilly: Blue Train (Johnny Cash), Lonesome Train (Johnny T Talley), I’ve Changed My Wild Mind (de A-kant van die Lonesome Train), Hypnotized (Terry Noland), Ballin’ Keen (iedereen). Alle Duitsers stonden vooraan, altijd een goed teken. Deze Lonesome Drifters kunnen het nog ver schoppen.


The Lonesome Drifters

Even goed maar in een andere stijl bleken Hot Rhythm And Booze, een Frans kwartet origineel opgericht in de tweede helft van de jaren ’90, geleid door Christophe Lazy van Easy Lazy “C” & his Silver Slippers. Met andere muzikanten speelt hij met Hot Rhythm And Booze ongeveer dezelfde muziek: rauwe late ‘50s white rock en early ‘60s gitaar rock ‘n’ roll als Shortenin’ Bread of Twistin’ Sadie. Go Go Go (Down The Line) kreeg een ‘60s arrangement, If I Had Me A Woman (in white rock), Sweet Honey en Baby Be Good herkende ik van hun We Gotta Get With It CD. Net als bij Easy Lazy “C” scheurt Chris zich door de songs en buigen zijn stembanden zich rond de microfoon. Goeie show ook: Christophe ging om de haverklap op de knieën. Benieuw wat dat bij de vierde set en na vier keer zoveel bier achter de kiezen zou geven!


Hot Rhythm & Booze... letterlijk én figuurlijk!

The Three Farmers Boys spelen in dezelfde drumloze triobezetting als The Lonesome Drifters maar klinken toch helemaal anders: bij hen kan je terecht voor ouderwetse rockabilly met een hoge feel good factor. Dat vond ook het talrijke publiek dat er samen met de band een gezellige boel met veel interactie van maakte. Je kon meezingen, je kon dansen, of je kon gewoon genieten van klassiekers als Blue Jeans And A Boy’s Shirt, Rockin’ Rollin’ Stone, Move Around, Snatch And Grab It, en de jazzy gitaar in Give My Love To Rose.
Helaas, de plicht riep alweer, dus wij van de ene Nederlandse band naar de volgende, de pas van een nieuwe CD bevallen Annita & the Starbombers oftewel The Barnstompers met extra zangeres. U weet dat wij fans zijn, en The Barnstompers kunnen dan ook weinig fout doen zolang ze op magistrale manier hillbilly boogie als Can’t Live That Fast Anymore, A Six Pack To Go of Action (van Hawkshaw Hawkins) blijven spelen. We stonden in een café in Turnhout, maar met onze ogen dicht stonden we in een honky tonk in Texas. Vakmanschap is meesterschap, en The Barnstompers zijn grootmeesters.


Annita & the Starbombers

The Brewsters (D) waren begin jaren ’90 eventjes een van de hotste bands in Europa, ook al omdat ze pionierden in authentieke rockabilly en bluesbop en omdat een deel van de band later in Smokestack Lightnin’ opdook. Alles komt terug, en sinds enkele jaren spelen ze sporadisch reünieconcerten. Ik verwachte me aan hepcat klanken maar vond hun Tornado, Run Chicken Run en Boogie Chillun redelijk modern klinken en hield het na die drie songs dan ook voor bekeken.
Ook even binnenspringen bij mijn maatjes Moonshine Reunion (B), waar ik getuige was hoe populair de jongens wel zijn: ze kunnen rekenen op een trouwe schare fans, klonken ontzettend strak en plukten rijkelijk uit hun nieuwe CD. Ze blijven voor mij een van de betere Belgische bands, net als The Buckshots die wat verderop voor een soort spiegeltent in openlucht stonden te spelen, een beetje ongelukkig in het halfduister (wat verlichting had wonderen gedaan), maar dat lieten ze niet aan hun hart komen. Hun hillbilly klaterde, en vaste gastzangeres Els Oostvogels straalde.


Moonshine Reunion

Inmiddels was het tijd om af te zakken naar de Kuub waar Smokestack Ligntnin’ geprogrammeerd stond als top of the bill. De Duitsers doen een eigengereide frisse wind door het rock ‘n’ roll wereldje waaien omdat ze als een van de eersten hun tanden volledig in de jaren ’60 countryrock zetten, en dat leverde hen veel fans op. Ze hadden sinds de laatste keer dat ik ze zag alwéér een nieuwe vierde man bij die er net als de andere drie Smokestacks totaal niet rock ‘n’ roll uitziet, maar Axel Brückner heeft wel het voordeel dat ie naast tweede gitaar ook orgel speelt. Pardon, orgel? In een rockabilly band? Tja, Smokestack Lightnin’ is zowat de enige band die daarmee weg raakt. Openers waren het twangy The Roadmaster, het ‘60s Home In My Hand en hun hitje Girl On The Billboard, en dat zette de toon voor een set die even gevarieerd als geïnspireerd was, over Carter Cain, het mambo-ënd Down To Your Heart, de countryrock van Gentle On My Mind en de rustige melodieuze rockabilly Run For Your Life tot hun nieuwe single Big Kahuna. Frieder Graef verruilde zijn leadgitaar voor een elektrische mandoline in Leaving Louisiana In The Broad Daylight en zong zelf Funnel Of Love, met zanger-contrabassist Bernie Batke op elektrische bas, Axel op orgel en speciale gast Roel Jacobs van The Seatsniffers op tenorsax. Het resultaat was eclectisch. Roel mocht op wel meer nummers meedoen, wat nu eens leidde tot vroege soul, op andere momenten tot iets garagerock-achtigs. Ook op de B-kant van Big Kahuna toeterde hij mee, een relaxte versie van When Will I Be Loved van The Everly Brothers. Nog een gast was Jeffrey Thielens van The Hometown Gamblers zaliger en CC Jerome’s Jetsetters nu, die een chillende bluesdimensie gaf aan Polk Salad Annie van Tony Joe White. Mooi mooi mooi, zelfs met dat uitfreakend orgel. U mag ervan denken wat u wil, maar ik blijf ze fantastisch vinden, en aan het publiek te oordelen ik niet alleen.

Bernie Batke van Smokestack Lightnin'

Acht van de 15 bands een stukje gezien vanavond, voorwaar geen slecht resultaat in vergelijking met mijn persoonlijke Rockin’ Around Turnhout statistieken. Toch spijt dat ik Joe Brew & the Six Pack Two, het nieuwe trio van 49 Special’s Pedro Serra, Ernesto en Mario Morais niet gehaald heb: twee keer in de Wirwar gepasseerd, maar telkens pauze. En zo is het altijd wat! Met dank aan Marc Van Wolvelaer voor de toestemming zijn foto’s te mogen lenen: veel meer foto’s van Rockin’ Around Turnhout vindt u op zijn www.eyeshootphotographs.be website.


Dit keer helaas niet zelf gezien, maar de fotograaf wel: The Tin Stars


naar boven





INT. CLIFF RICHARD & THE SHADOWS FANMEETING
Berkel-Enschot, 2 april 2011


Verslag en foto: Ellie Boeve

Brian ‘Licorice’ Locking

Al bij het binnenkomen miste je gezellig gelach en geklets van Jolanda Moen. Ze zat altijd vooraan, zat de mensen vrolijk te begroeten, rekende de entree met je af en het gebabbel ging vrolijk verder. Haar aanwezigheid miste je ontzettend erg. Zij was natuurlijk, in de eerste plaats, een grote steun voor haar man Joop Moen, privé en de zakelijke kant waaronder Movi Music en de Internationale Cliff Richard & the Shadows Fanmeeting. Het zal nooit meer hetzelfde zijn zonder haar eeuwige lachende gezicht en gezellige gebabbel.
Mijn vriendin en ik waren laat van huis gegaan, want de eerste band The Crescents (Finland) hadden al opgetreden. De tweede band, Guitars ZZ (Frankrijk) was reeds bezig met haar act. In hun eigen land oogst de band veel succes, maar ook daarbuiten zoals in Japan! Het was een zeer prettige, pittige instrumentale gitaar act. Hierna volgde Ferry Nice, Brian ‘Licorice’ Locking en Gijs Lemmen met ‘hun’ bijdrage aan Jolanda Moen. Deze bijdrage was zowel voor Joop Moen en de familie , de artiesten en het publiek en zeer emotionele bijdrage (zelfs Ferry Nice, had het naast het podium er erg moeilijk mee, toen Brian Locking bezig was met zijn act, want hij speelde Jolanda’s favoriete nummer Last Farwell). Joop Moen ontving een schilderij met afbeeldingen van Cliff Richard erop, waarop ook een afbeelding was gemaakt van Jolanda. Joop Moen wist dit heel erg te waarderen. Iedereen was stil van de muzikale bijdrage aan Jolanda, waarna er een minuut stilte werd gehouden voor haar overlijden én het overlijden van Jet Harris. Hierna werd de Finse band The Spectre door Ferry Nice aangekondigd. Ik zag deze band hier voor het eerst en zij bracht een uitstekende vocale en instrumentale act naar voren. Ook Ferry Nice deed zijn eigen act, terwijl Frans Duyts binnenkwam, om vooral de act te komen bekijken van Ferry Nice en natuurlijk om te bekijken hoe de Internationale Cliff Richard & the Shadows Fanmeeting wordt georganiseerd, waarvan hij volop (met een biertje) ook van genoot. Voor de pauze trad de groep The Sunburst (België) op. Zij willen alleen spelen op hun eigen oude versterkers, oude gitaren met echo! Na 10 jaar hebben zij een herstart gemaakt, doordat enkele bandleden destijds voor werk in het buitenland verbleven. We hebben genoten van deze band!
Na de pauze (18.30-19.30 uur) traden Ted Jones & the Driftin’ Five (Nederland) op met een heerlijke rock ‘n’ roll act waarin Roy Orbison centraal stond! Zij waren de begeleidingsband van Herman van Keeken. Een zeer goede lekkere rock ‘n’ roll act van de groep in hun mooie nieuwe glinsterende rode jasjes! Hierna traden The Secrets (Finland) op met hun Shadows-sound afgewisseld met hun eigen Rautalanka-geluid. Als klapper van deze avond traden The Foottappers op! En hoe! Ze waren hier voor de tweede of derde keer en voor velen van ons geen onbekende groep. Bestaande uit jonge artiesten waren ze zeer zeker een lust voor het oog en gehoor! Het was voor hen geen moeite om vuurwerk te brengen en ze vormden het hoogtepunt na een zeer succesvolle Cliff Richard en The Shadowsdag, waarin ik een gesprek heb gehad met Brian ‘Licorice’ Locking (met dank aan Gijs Lemmen) welk een gevolg krijgt, alsmede Euduardo Bartrina, drummer van Los Jets (Spanje). Ik dank Joop Moen voor zijn gastvrijheid en wens hem veel sterkte!


The Foottappers op de Cliff & Shadows meeting (met dank aan het YouTube kanaal van 50jaartop)

 

naar boven

ROCKIN' OSS
Oss, 13 februari 2011


Verslag en foto's: Frantic Franky

Drie Nederlandse bands + twee grote internationale namen op één zondag in Oss, da's de moeite. Het was trouwens geleden van de Rockhouse meetings zaliger dat ik nog eens in Oss was geweest. De twee buitenlandse bands vandaag hadden daar destijds ook best op de affiche gekund. Moeilijk te schatten hoeveel volk er was, want 't was een gigantische sporthal. Tussen de 400 en de 500 man? Wat je meteen de vraag doet stellen: als dit festival op zaterdag had plaatsgevonden, hadden ze dan meer volk getrokken? Of juist minder wegens nog andere concerten elders?



Kingsize Trio opende, en dat deed plezier want ik zie ze veel te weinig op affiches staan. Zonde toch van zo'n goeie band? Echt veel lobbyen voor optredens doen ze niet, vertelden ze me, en ze spelen sowieso veel bedrijfsfeesten en zo. The Taildraggers, waar 2/3e van Kingsize Trio ook in speelt, gaan blijkbaar momenteel even voor. Tiny, Gert en Peter rocken al 17 jaar en kennen hun job dus, zo goed zelfs dat ze geen setlist gebruiken maar gewoon ter plekke verzinnen wat ze gaan spelen. Da's pech voor iemand als ik die het zich graag gemakkelijk maakt door die setlist achteraf mee te grissen. Gelukkig hadden we een ouderwets notaboekje bij, en we noteerden een keur aan covers die het hele scala van swing (er werd meteen gedanst) tot melodieuze rustieke rockabilly omspanden: Hey Mae, Just Because, All By Myself, Pink Cadillac, Rock The Joint, Marie, My Baby Left Me. Eén nummertje sprong er voor mij uit, These Boots Are Made For Walkin’, verrassend stevig voor hun doen. Ook nummers van hun enige CD Rock Love uit 2001 alweer, zoals Moon's Rock, Blues Stay Away From Me (in het Johnny Burnette R&R Trio arrangement), Cherokee Boogie, het superswingende Bye Bye Blues (Les Paul & Mary Ford), Rockin' Rollin' Stone, Mercy en Juke Joint Johnny. Ze begonnen met drie op een rij zonder drums, halverwege nam ritmegitarist Gert de Graaf plaats achter de drums. Nog meer variatie komt voort uit het feit dat ze alle drie beurtelings de lead vocal voor hun rekening nemen en zelfs tot driestemmig zingen. Gedegen presentatie, die slechts twee vragen openlaat: komt er vóór hun twintigste verjaardag eindelijk een tweede CD? En waarom moet zo’n goeie band openen? Omdat iemand moet openen natuurlijk, en misschien ook omdat Tiny Lathouwers onmiddellijk na hun set op skivakantie vertrok. It’s only rock ‘n’ roll, maar we hebben daarbuiten allemaal nog een echt leven ook.


stuntwerk bij Kingsize Trio met Peter Dekker

De tweede band speelde een thuismatch, want Ignition is afkomstig uit Oss zelf, en dan stellen wij uiteraard altijd dat ze dat niet erg vinden omdat ze dan zelf ook eens een pilsje kunnen drinken. Het blijft lachen, maar natuurlijk niet met de muziek van Ignition: stevige volle gas mep 'em d’erop rock ‘n’ roll waaraan subtiliteit niet echt besteed is. Variatie gelukkig wel, met twee zangeressen én een contrabassist die netjes om beurt zingen, luidruchtige covers van Travellin' Band (CCR), My Way (Eddie Cochran, niet Frank Sinatra), Whistle Bait, Rock Boppin' Baby, Like A Rocket (Reverend Horton Heat), een zéér snelle Bottle To The Baby (Charlie Feathers), You Made A Hit, Lonesome Tears In My Eyes en How Come You Do Me. Miss Froggie werd gezongen door Linda Gielis, dus ik veronderstel dat ze de tekst wijzigde in “I got a GUY shaped just like a frog”. Minder bekende nummers waren Devil On My Shoulder (Kim Lenz), Your Mama Don't Dance (een popnummer uit 1972 van Loggins & Messina, ooit gedaan door Brenda Lee en zelfs door metalband Poison), en Hightone Woman (Jack Rabbit Slim). Allemaal goed en wel, maar te ruig volgens de organisator, zo liet contrabassist Gilbert Gielis achteraf weten. Tja, mogen wij ervan uitgaan dat een organisator weet wat hij in huis haalt? Bovendien staat Ignition in december geboekt voor een ander festival van dezelfde organisator ! Het blijft lachen.


geen stuntwerk, wel concentratie: Linda Gielis en Gilbert Gielis van Ignition

Benieuwd wat de organisatie dan wel vond van CC Jerome’s Jetsetters, toch ook niet de stilste band van Nederland. Het gaat hard voor hen, figuurlijk als je hun internationale agenda bekijkt en letterlijk als je hen live ziet. Met de vaste toevoeging van mondharmonicaman Jeffrey Thielens (Hometown Gamblers zaliger) zitten ze helemaal in de bluesrock, maar dan in de positieve zin van dat woord: rauwe zwart rockende rhythm ‘n’ blues van goed volk als Bo Diddley (Can’t Judge A Book By Its Cover), Ronnie Dawson (Red Hot Mama), Little Richard (Keep A Knockin’), My Babe (in Fabulous Thunderbirds arrangement), Fats Domino (een stevig I’m Ready), Cleveland Crochet (voor zover ik weet deed die de originele Sugar Bee) en Teddy McRea (Hi Fi Baby). Voeg daarbij een visuele show met alle verplichte stunts op de contrabas door Deon Buck, en je begint te begrijpen waarom CC en co op zowat alle Europese festivals staan.


stuntwerk bij CC Jerome's Jetsetters met Deon Buck

Het festival begon ’s namiddags een uur later dan voorzien, en ondertussen werd al duidelijk dat het voorziene einduur van half 9 niet gehaald zou worden, tenzij Matchbox misschien een setje van een kwartier zou spelen. Bijkomend euvel: in Sporthall Rusheuvel waren nergens zitplaatsen, en dat begon een aantal net iets minder jonge rock ‘n’ roll liefhebbers duidelijk hoog te, euh, zitten. En je hoeft geeneens zo oud te zijn om geen hele dag te kunnen/ willen rechtstaan: een beetje slechte rug zoals uw dienaar is al voldoende. Enkele slimmeriken hadden zelf een vouwstoeltje meegebracht, voorwaar geen slecht idee naar de toekomst toe. Ook niet echt een geweldig idee: dat scherm met LED lichtjes achter het podium. Het oogt duur en spectaculair, maar je kreeg er wel schele koppijn van als je vooraan stond. Twee internationale bands vandaag die elk op zich eender welk festival zouden kunnen headlinen, en de eerste was The Lennerockers, Duitsers die al meegaan sinds 1984. Rockin’ My Life Away indeed! Ik heb ze in de loop der jaren verschillende keren gezien, maar een fan ben ik nooit geworden, al herinner ik me wel hun visuele aantrekkingskracht. Toch hebben ze veel trouwe fans (anders ga je niet zo lang mee), ook in Nederland, en die waren vandaag op post. De visuele flair hebben ze nog steeds, en het repertoire is ook niet veranderd: rechtdoor rock ‘n’ roll in teddy boy stijl, opgevrolijkt met piano, wat net dat beetje extra geeft. Zanger Michael Koch had zijn banjo vandaag niet bij wegens met z’n duim tussen de deur van zijn auto gezeten. Zó’n duim! Hij stond dus gewoon midden op het podium met zijn standaard voor hem, wat ik toch vreemd vind: heb je na zoveel jaar nog steeds je teksten nodig als geheugensteuntje, of dient dat boekje enkel om alle songs bij de hand te hebben om ze ter plekke te selecteren? Wat we kregen waren teddy boy klassiekers (Oakie Boogie, Teddy Boy Boogie, Boogie Woogie Country Girl, Puttin’ On The Style met drummer Dirk Mankel op wasbord – het resultaat klonk als carnaval) en eigen nummers als Women Booze And Rock ‘n’ Roll, High Class Lady, en hun moderne een beetje dreigende ted anthem United Kingdom Of Rock ‘n’ Roll, naast enkele songs van hun recentste CD/ DVD The Quarter, zoals de stroller Rockin’ At The Wildest Cats Weekender (waar ze graag geziene gasten zijn) en de uptempo boogie Boogie Woogie Queen. Van hun debuut-LP Keep Cool uit 1986 was dan weer het uptempo Hot Rod Baby. Ook gehoord: Chills dat ze opnamen met Freddie Fingers Lee, Teddy Redell’s medium tempo Judy, en – je hebt nu eenmaal een piano – Great Balls Of Fire en Whole Lotta Shakin’ Goin’ On. Goed gespeeld, maar te makkelijk en te rechtlijnig naar mijn smaak. Ik ben na vandaag nog steeds geen fan, al moet ik toegeven dat de show hoogstaand blijft: veel stuntwerk met de contrabas (dit was dacht ik hun nieuwe bassist?), en ook kunst- en vliegwerk op de piano, al gaat de hele band wat emotieloos door alle moves. De routine, neem ik aan, maar het voordeel is dat je dan ook kan spelen als je moe, ziek of dronken bent. Het programma raakte ondertussen in tijdsnood en op een gegeven moment kwam de organisator op het podium gestapt om door de micro aan te kondigen dat ze er nog één mochten doen. Het werd de Cavan cover Saturday Night.


links: stuntwerk bij The Lennerockers met gitarist Frank Butgereit en contrabassist Chuck Shoker
rechts: Lennerockers pianist Stefan Koch: hoe ging dat nummertje ook al weer...?


stuntwerk bij The Lennerockers met zanger Michael Koch aan de piano en pianist Stefan Koch... euh... op de piano

Nog “ouder” dan The Lennerockers zijn Matchbox (GB), een van de bands die de rock ‘n’ roll opnieuw in de hitlijsten bracht, en menigeen heeft nostalgische herinneringen aan Buzz Buzz A Diddle It, Rockabilly Rebel en Midnight Dynamos. Graham Fenton heeft sindsdien nooit stilgestaan, maar de band in de hitbezetting van 1979-1980 op je podium krijgen is me dunkt geen makkie. Of kost extra. Vandaag was dat het geval, met Steve Bloomfield op lead, Fred Poke op elektrische bas (en dus niet op contrabas zoals op de hoes van hun LP’s), Gordon Scott op elektrische ritmegitaar en Jimmy Redhead op drums. De band begon zonder Graham Fenton met Gordon Scott die Promised Land bracht (Matchbox begeleidde in 1977 Chuck Berry tijdens een concert in Nederland, en Promised Land staat op de live-CD Chuck Berry Meets Matchbox die daarvan te vinden is), waarna de meester hemzelve op het podium trad voor Train Kept A Rollin’ als aanloop naar de pophits Love’s Made A Fool Of You en Babe’s In The Wood. Ik vond Fenton er oud uitzien (hij begon eind jaren ’60 en moet inmiddels toch al, euh, 60 zijn?), en hij wankelde licht alsof ie een heel klein beetje dronken was, wat hem er niet van weerhield een degelijke performance uit de mouw te schudden. Buzz Buzz A Diddle It werd opgevrolijkt door Gordon Scott op mondharmonica, waarna het opnieuw pop werd met When You Ask About Love. Steve Bloomfield mocht zijn eigen Hurricane (opgenomen door Matchbox één jaar nadat het in 1978 verscheen op Bloomfield’s solo LP-Rockabilly Originals) brengen als wilde rockabilly, waarna Gordon Scott Oh Lonesome Me van de Comin’ Home CD bracht, wat Graham Fenton de tijd gaf om zich om te kleden, want hij betrad het podium nu helemaal in het zwart, inclusief zwarte handschoenen en gouden halsketting. Met andere woorden: tijd voor Gene Vincent, een stokpaardje van Fenton, met Baby Blue, Well I Knocked Bim Bam, een medium tempo Be Bop A Lula en Over The Rainbow, dit alles uiteraard inclusief Gene Vincent pose. Fenton weer af, Scott weer aan de micro voor Marie Marie van de Midnight Dynamos LP. Fenton weer op met dit keer een hemdje met rebel vlaggen, voor een poppy Settin’ The Woods On Fire, die goeie ouwe Teenage Boogie (van hun Riders In The Sky LP van vóór Graham Fenton bij de band kwam, heropgenomen voor Comin’ Home), en de rebel song Johnny Come Lately, alle drie met Steve Bloomfield op elektrische mandoline. Fenton kreeg van de drummer een echte rebel vlag toegeworpen die hij om zijn nek drapeerde, teddy boy Carlo uit Hoorn kwam een handje – of beter een gebalde vuist – toesteken, wat Fenton leek te hinderen. Dat er twee dansende meisjes tegen hem kwamen aanschurken vond ie duidelijk minder erg. Afsluiters werden Put The Blame On Me en Rockabilly Rebel, encore werd Midnight Dynamos.


Links: Graham Fenton: tel het aantal rebel vlaggen...
Rechts: Gitaar gekrompen in de douche? Nee, de gitaar en de elektrische mandoline van Steve Bloomfield


Tip voor aanwezigen die veel tijd hebben: op de fotosite van www.partytainment.nl staan 557 foto’s van dit evenement gemaakt door Rockin’ Ronnie Meurs. Volgend jaar zou er weer een Rockin’ Oss komen, mogelijk op een andere locatie. In afwachting daarvan brengt dezelfde organisatie op zaterdag 10 december Rockin’ Geleen met Crazy Cavan & the Rhythm Rockers (GB), de Rob Ryan Roadshow (D), The Thunderbirds, The Bellhops en Ignition. Als die nog mogen tenminste...


naar boven



Lees hier de oudere Rockin' Lifestyle verslagen

Terug naar de voorpagina